De bedrijfstak automotive huist van oudsher in Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg. Met NedCar, DAF en VDL zijn er tal van autofabrikanten.
Maar deze bedrijven doen niet alles zelf. Steeds meer laten ze diverse onderdelen maken door toeleveranciers van over de hele wereld. Feit is dat ook deze bedrijvigheid sterk is vertegenwoordigd in Brabant. Vooral de ontwikkeling van hightech systemen en embedded software wordt door de toeleveranciers gedaan. En dit specialisme wordt in hoge mate aangetroffen in Eindhoven, Helmond en omgeving. Ook grote bedrijven profiteren hiervan mee: zo halen NXP en Philips miljarden omzet uit de automotive-industrie.
Ook truckfabrikant DAF, waar jaarlijks 60.000 trucks de fabriek verlaten, doet het erg goed. TNO Automotive heeft haar vestiging enkele jaren geleden van Delft naar Helmond verplaatst. PDE Automotive is succesvol en TomTom heeft haar researchcentrum naar Eindhoven verhuisd omdat hightech systemen en embedded systemen hier sterk zijn. Bussenfabrikant VDL (25.000 bussen per jaar) groeit eveneens als kool. Kortom, een ijzersterke hightech industrie met bloeiende bedrijven die een dringende behoefte hebben aan kennis en kunde op alle opleidingniveaus. Want deze sector is zich steeds meer van een maak- tot een kennisindustrie aan het transformeren.
Krachten bundelen
Om de krachten te bundelen werd drie jaar geleden een vraaggestuurd innovatieprogramma in het leven geroepen. Medio vorig jaar werd dit bekrachtigd in het Innovatieprogramma High Tech Automotive Systems (HTAS). In het programma zitten de universiteiten van Eindhoven, Delft en Twente, de hogescholen HAN en Fontys, TNO en alle relevante marktpartijen zoals DAF, VDL, DSM, NXP, Bosch/VDT, TomTom, Vredestein, DTI, et cetera. De overheid heeft 42 miljoen euro subsidie toegezegd voor het programma. De totale omvang van het innovatieprogramma komt daarmee op ongeveer honderd miljoen euro. Doel is om de omzet van de sector in tien jaar te vergroten met meer dan zes miljard euro en de werkgelegenheid te laten groeien van 39.000 naar 50.000 arbeidsplaatsen.
“We hebben in deze club vastgesteld dat één van de belangrijkste ontwikkelingen binnen automotive is: het toevoegen van modelgebaseerde software aan de automotivesystemen”, vertelt prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, hoogleraar Power Trains aan de TU/e en kartrekker van de masteropleiding Automotive. Uit de analyse bleek ook dat wanneer de ambitie is om in Zuidoost-Brabant een delta van industriële activiteiten te creëren, hier heel veel goed opgeleide mensen voor nodig zijn. “We constateerden dat aan de kant van opleidingen veel gedaan moet worden. Dat geldt voor alle niveaus: mbo, hbo en universiteit. De regionale roc’s zijn daarom nu bezig om hun opleidingen op orde te krijgen. Op hbo-niveau gaat Fontys een nieuwe opleiding automotive starten. Er is al een opleiding aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). Fontys en HAN gaan hierin meer samenwerken.”
Interfacultair
De faculteit Werktuigbouwkunde had een zogenaamde mastertrack Automotive, een afstudeerrichting binnen een bestaande masteropleiding. Maar deze opleiding bood te weinig en was te smal, gezien de vraag van het bedrijfsleven naar systeemdenkende specialisten. De track wordt daarom omgezet in een officiële masteropleiding Automotive, die in september van dit jaar van start gaat. Het wordt een interfacultaire opleiding, waarin wordt samengewerkt door de faculteiten Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Scheikundige Technologie, Wiskunde & Informatica, Technologie Management en Industrial Design. “De opleiding is uniek in Europa”, stelt Steinbuch. “Het onderwijs loopt langs de lijnen van het Innovatieprogramma en is daarmee afgestemd op de toekomstige ontwikkelingen in de sector. De opstartkosten voor de opleiding worden ook gefinancierd uit het programma.”
Uiteindelijk wil de opleiding systeemdenkende vakspecialisten opleveren. Steinbuch: “We hebben aan de klankgroep gevraagd: wat voor ingenieurs hebben we nodig? Ingenieurs die veel weten van heel weinig, of ingenieurs die weinig weten van heel veel. De voorkeur gaat uit naar het eerste, maar ze moeten ook in staat zijn op systeemniveau te kijken en hierover het gesprek aan te gaan met anderen. We maken dus een academische opleiding met specialisaties en met aandacht voor systemen en functies. Daarom moeten de studenten uiteenlopende vakken volgen in werktuigbouw, software, chemie et cetera.”
De masteropleiding Automotive duurt twee jaar. Het eerste halfjaar doen de studenten een gezamenlijk programma, het zogenaamde generieke hart van de opleiding. Dit sluit aan bij de twee researchlijnen in het innovatieprogramma: Drive & Guidance, hoe blijft een auto op de weg in contact met de omgeving, en Efficient Vehicle, over schone en energiezuinige voertuigen. Binnen deze twee onderwerpen krijgen de studenten vakken in werktuigbouwkunde maar ook software en energiemanagement.
Systeemdenker
Het doel is om van de ingenieur een systeemdenker te maken. Steinbuch: “Hij weet van verschillende subsystemen in de auto en hoe die met elkaar in relatie staan. Vooral in het eerste halfjaar ontwikkelen we dit. In projectgroepen werken studenten op systeemniveau aan verschillende onderdelen van de auto. Bijvoorbeeld: wat betekent emissie voor een auto en door welke onderdelen wordt dit bepaald?” In het tweede halfjaar ontwikkelen de studenten een specialisme, bijvoorbeeld powertrains of voertuigdynamica, design, embedded systemen et cetera. In het laatste jaar lopen ze stage en studeren ze af.
Een deel van de mensen die deze opleiding hebben gedaan, zullen de systeemarchitecten van de toekomst zijn, verwacht de hoogleraar. “Zij zullen zich steeds meer verbeteren in een hoger abstractieniveau voor wat betreft het systeem. Ik denk daarom dat deze opleiding een voorbeeld zal worden hoe je systeemarchitecten opleidt. Hieraan is in de industrie grote behoefte. Ik verwacht dat deze ingenieurs ook erg gewild zullen zijn bij bedrijven als ASML en Océ. Of deze mensen een auto of een waferscanner onder ogen krijgen, maakt in principe niet zoveel uit. Al hopen we natuurlijk dat ze in de auto-industrie gaan werken, want als de automotive in de regio zo blijft groeien als nu het geval is, zullen alle ingenieurs hard nodig zijn.”
Er zijn studenten die denken dat ze met een master in automotive een fuik inzwemmen, maar dit is volgens Steinbuch dus zeker niet het geval. “Na het afronden van deze master ben je opgeleid om in de brede industrie van hightech systemen een baan te vinden. Een onderdeel daarvan is automotive.”
Alumni
De opleiding is toegankelijk voor bachelors met een achtergrond in mechanica, elektro, scheikundige technologie, embedded software, mens-machine interactie, mogelijk technische bedrijfskunde en industrial design. Het gaat om studenten uit Delft, Twente, Leuven, Aken en ver daarbuiten. Een ander doelgroep zijn hbo-instromers, bijvoorbeeld van de HTS Autotechniek in Gelderland. Ook hts’ers in werktuigbouw en elektrotechniek zijn welkom. De derde doelgroep is de internationale instroom.
In september worden de eerste twintig studenten verwacht. Steinbuch hoop natuurlijk op meer. “We doen ons best. Er is al veel interesse. We hebben natuurlijk ook de hulp nodig van alumni die in hun omgeving bekendheid geven aan de opleiding. In de loop van twee jaar willen we de instroom zien te verdubbelen. Wat ons betreft is er geen bovengrens, want de industrie kan alle afgestudeerden probleemloos opvangen.”
De studenten komen naar een regio waar een groot netwerk van fabrikanten en onderzoeks- en onderwijsinstellingen in automotive actief is. Wat zullen ze hier concreet van merken? Steinbuch: “We hebben gastsprekers uit de industrie. Er lopen projecten waarbij ze in de labfaciliteiten van TNO in Helmond onderzoek doen. Tijdens stage en afstuderen benutten ze uiteraard het bedrijfsleven. Het onderzoek aan de TU/e is afgestemd op de vraag van de industrie, studenten draaien hierin veelvuldig mee. Zij werken dan bijvoorbeeld met een promovendus - die vaak ook betaald wordt door de industrie - aan onderwerpen. Aan het eind van de opleiding is de student bekend met de regio en de industrie, wat het kiezen van de juiste baan erg makkelijk zal maken. En je hebt direct een groot netwerk tot je beschik-king.”/.
|