spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Wijs grijs aan de universiteit
29 mei 2008 - Veel hoogleraren werken graag langer door na hun pensionering maar niet elke universiteit staat dit toe. Landelijke regels ontbreken en ook de financiële vergoeding verschilt. De ene gepensioneerde hoogleraar houdt netto méér geld over, terwijl de ander alleen een reiskostenvergoeding krijgt.

Het beleid van de TU Eindhoven is helder. Het dienstverband met de hoogleraar wordt beëindigd op de dag dat deze 65 wordt. Daarna is het mogelijk dat de emeritus betrokken blijft bij de universiteit. Hem of haar kan als vrijwilliger gastvrijheid verleend worden, zodat de emeritus bijvoorbeeld nog promovendi kan begeleiden. Verder is het mogelijk dat de voormalige hoogleraar voor bepaalde concreet omschreven werkzaamheden als freelancer of in tijdelijk dienstverband aangenomen wordt. Maar het universiteitsbestuur is terughoudend bij de toekenning van een dergelijk dienstverband.

Het aantal gepensioneerde hoogleraren dat in Nederland doorwerkt, lijkt op het eerste gezicht beperkt. Volgens de statistieken van universiteitenvereniging VSNU zouden het er eind 2006 elf zijn. Maar hoogleraren met alleen een onkostenvergoeding worden waarschijnlijk niet meegeteld. Voor vragen over het seniorenbeleid verwijst de VSNU naar de afzonderlijke instellingen. Een gezamenlijk beleid bestaat niet.

In de cao voor de universiteiten staan geen specifieke afspraken die een doorstart na het pensioen mogelijk maken. Volgens Marieke van den Berg, onderhandelaar van Abvakabo FNV, is pensionering zo’n beetje verplicht. Ze pakt de cao uit de kast en leest hardop voor: “Het dienstverband eindigt in ieder geval op de dag dat de leeftijd van 65 jaar is bereikt”. Is die regel nog van deze tijd? Van den Berg: “Deze cao loopt tot 2010. In de gesprekken over de volgende cao zal dit principe zeker ter discussie komen. Want sommige wetenschappers willen graag langer doorwerken.”

“In de cao staat inderdaad dat we mensen moeten ontslaan als ze 65 worden”, grinnikt Henk van der Meulen, hoofd personeel en organisatie van de Rijksuniversiteit Groningen. “Maar er staat niet dat we ze daarna niet opnieuw in dienst mogen nemen.” Dat gebeurt dus zo nu en dan in Groningen, in goed overleg met het faculteitsbestuur en het college van bestuur. Bijvoorbeeld omdat er nog geen opvolger is gevonden voor de hoogleraar die zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. “Onlangs is een hoogleraar van zeventig jaar tijdelijk teruggekeerd in zijn functie omdat zijn opvolger plotseling is overleden”, zegt Van der Meulen. “Dat is natuurlijk een incident, maar goed: werken na je pensioensgerechtigde leeftijd is bij ons best mogelijk.”

In Groningen gebeurt dat met behoud van salaris. En aangezien er geen pensioenpremie wordt ingehouden, verdienen de pensionado’s er netto zelfs meer. Tenminste, als ze net zoveel dagen per week werken als vroeger. En dat is vaak niet het geval, want de meeste 65-plussers werken parttime. Van der Meulen kan best begrijpen dat universiteiten terughoudend zijn met het benoemen van oudere hoogleraren. “Tot twintig jaar terug werden hoogleraren ‘voor het leven’ benoemd en dat duurde in de praktijk tot ze zeventig waren.” Toen de pensioenleeftijd werd teruggebracht naar vijfenzestig stak daar destijds een storm van protest over op. Colleges van bestuur zouden huiverig zijn om de leeftijdsgrens weer te verhogen, want straks wil iederéén doorwerken. Daar zou te weinig werk en geld voor zijn.

De meeste universiteiten gunnen gepensioneerde hoogleraren wel de tijd om hun promovendi te begeleiden tot ze hun proefschrift hebben afgerond. Een promotie levert een universiteit volgens de nieuwste afspraken een bonus van maar liefst 90 duizend euro op. Ook aan de Universiteit van Tilburg kunnen hoogleraren hun eigen promovendi blijven begeleiden. Zij houden daartoe een kamer en een mailadres op de universiteit. Dat heet een ‘gastvrijheidovereenkomst’. Een trapje hoger staat de ‘onbezoldigde benoeming’, waarbij de gepensioneerde hoogleraar ook nieuwe promovendi mag begeleiden. Deze onbezoldigde benoeming gebeurt voor een periode van drie jaar, met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging van nog eens drie jaar.

Aan de top van de pikorde staan in Tilburg de gepensioneerde hoogleraren die een echte tijdelijke arbeidsovereenkomst krijgen. Die doen meer dan alleen het begeleiden van promovendi en hun salaris hangt samen met de aard van hun werkzaamheden. “Zij worden natuurlijk wel op niveau gehonoreerd”, zegt een woordvoerder van de universiteit. “Ze gaan niet voor een habbekrats werken.”

De TU-Delft geeft haar hoogleraren die promovendi blijven begeleiden in principe een ‘nulaanstelling’. Ook kosten voor het bijhouden van het vak en bezoeken aan conferenties kunnen worden vergoed. In principe kan een pensionado in Delft ook bij het onderzoek betrokken blijven. “Het gevaar is alleen dat dit tot spanningen leidt, zegt rector magnificus Jacob Fokkema. “Want de nieuwe stoelhouder heeft vaak nieuwe ideeën over het onderzoek. Toch is het in een aantal gevallen heel waardevol dat de gepensioneerde hoogleraar nog een tijdje blijft. En ik sluit niet uit dat faculteiten in zo’n geval iets extra’s aan de betaling doen. Maar dat is geen regel.”

En hoe zit het eigenlijk precies bij de Universiteit Twente, waar iemand als hoogleraar Tauritz na zijn pensionering doorwerkt voor een reiskostenvergoeding? Tja, nulaanstellingen zijn in Twente de norm, zegt rector magnificus Henk Zijm. En onkostenvergoedingen zijn een zaak van de faculteiten. Maar doorslaggevend is volgens hem de financiële positie van de leerstoel. “Sommige ex-hoogleraren hebben in hun leven veel geld binnengehaald uit de tweede en derde geldstroom, en dan kan je misschien wat ruimere afspraken maken over vergoedingen. En als sommige emeriti nog steeds in staat om inkomsten te genereren, dan zou je als vakgroep wel gek zijn als je hen niet af en toe een congres laat bezoeken.”

In enkele gevallen wijkt Twente af van de nulaanstelling. Dan krijgen de gepensioneerde hoogleraren ruimere taken en een passende vergoeding. Zijm: “Soms is iemand naast hoogleraar ook nog directeur van een wetenschappelijk instituut, en dan heb je een andere positie en uitstraling. Dan houden we ze soms voor hun oude salaris in dienst, maar dan doen ze overduidelijk méér dan alleen hun klus afmaken.”

Er is één troost voor hoogleraren die langer - betaald - willen doorwerken. Zijm verwacht dat de pensioengerechtigde leeftijd van iedere werknemer zal gaan stijgen, dus ook aan de universiteiten. Maar het lijkt niet voor de hand te liggen dat doorwerken na het pensioen een recht zal worden waar alle hoogleraren een beroep op kunnen doen. In de academische wereld staan voorlopig genoeg jongere wetenschappers te dringen die geen vaste aanstelling kunnen krijgen./.

Pensioen hoogleraren/Rob Voorwinden