spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Thuis wonen… of op kamers?
Op kamers of niet?

11 september 2008 - Het begin van een nieuw studiejaar betekent als vanouds een verhoogde vraag naar kamers. Studenten staan voor de keus: blijven ze in de vertrouwde ouderlijke omgeving wonen of wagen ze de sprong om op kamers te gaan? Vier studenten vertellen over hun keuzes.

“Ik wil de wc niet met tien mensen delen”

Ze nam het tijdens haar tweede studiejaar even in overweging, maar Lonneke Bakx (21) was er snel uit: ze hoeft niet zo nodig op kamers. Inmiddels reist de vierdejaars studente Technische Bedrijfskunde al meer dan drie jaar op en neer van Oirschot naar Eindhoven.



Het reizen bevalt Bakx prima. Een enkele reis kost een uur reizen met bus en trein, maar, zo klinkt het nuchter, “zo ver weg is het niet.” Het trekt haar totaal niet om op kamers te gaan. “Ik heb geen zin om in zo’n hok te zitten. Al die taken die je moet verdelen en waar dan weinig van terecht komt. Misschien ben ik wel kieskeurig, maar ik wil de wc niet met tien mensen delen.”

Mogelijk is het deels ook gemakzucht, overpeinst ze. “Ik heb alles tot mijn beschikking. Ik zet thuis wel eens een wasje aan of ruim de vaatwasser uit. Maar het is niet zo dat ik heel het huishouden doe. Dat moet uiteraard wel als je op kamers zit. Bovendien is thuis wonen goedkoper. Ik kan het geld later beter gebruiken voor een mooi appartement.”

Lonneke heeft niet het idee dat ze iets mist van het Eindhovense studentenleven. “Ik zie het echt niet als een beperking. Ik kan gewoon stappen. Ik neem de laatste trein naar huis of ik blijf bij iemand pitten. Soms carpoolen we en is iemand de Bob. Ik kan zelfs af en toe ons pap bellen om me op te halen. Moet ik het wel op tijd aankondigen. Ik vind het leuk om me in Eindhoven niet alleen op de studie te storten, er is meer. Maar ik hoef niet bij ieder feestje te zijn.” In de ‘grote stad’ wonen vindt Lonneke sowieso maar niks. “Al die sirenes en toeterende auto’s. Een buitenwijk is oké, maar het liefst woon ik in een groter dorp.”

Ze vindt het totaal geen probleem om bij haar ouders te wonen, integendeel. “Ik heb het goed thuis. Waarom zou ik weggaan? Ik kan altijd mijn ei kwijt. Als ik iets grappigs heb meegemaakt, kan ik dat snel aan iemand vertellen. Ik kan mijn ouders raadplegen als ik ergens mee zit. Als ik vervelend word, roepen ze wel: ‘ga toch op kamers’!”

Tip van Lonneke: “Ben je eerstejaars, kijk dan eerst rustig of je bij de juiste studie zit. Als je meteen op kamers gaat en je studie valt tegen, dan is dat rot. Beantwoordt de studie aan je verwachtingen en ben je het heen en weer reizen moe, dan lijkt het me logisch om op kamers te gaan. Ook is het handig als je zin hebt om bij zoveel mogelijk feesten te zijn. Ben je het reizen niet beu en heb je het goed naar je zin, blijf dan lekker thuis wonen.”

“Zie ik de Dom, dan ben ik thuis”

Zijn hart heeft altijd bij de Randstad gelegen. Gordon Tiemstra (20), derdejaars student Industrial Design, geniet dagelijks als hij vanuit de trein de contouren van Utrecht ziet opdoemen. “Als ik de Dom zie, ben ik weer thuis.” Tussen de Eindhovenaren voelt de student, die bij zijn ouders in Nieuwegein woont, zich minder vertrouwd. “Het is toch een andere cultuur. Ik zie hier veel dezelfde types rond lopen - vooral mannen. Ik ben niet negatief over Eindhoven, maar voel me meer op mijn gemak in Utrecht en omgeving.”



Tiemstra vindt het heerlijk om in de trein te stappen. “Je ontmoet iedere keer nieuwe mensen. Je ziet van alles. Bovendien kan ik mijn huiswerk doen, zodat ik ’s avonds meer tijd heb voor leuke dingen. En ach, als de trein vertraging heeft, wacht ik rustig.” Tiemstra vindt dat hij zijn tijd efficiënter benut dan studenten op kamers. “Anderen kijken drie uur televisie, waar ik studeer of mijn vriendin bezoek.” Nog een voordeel: door in Nieuwegein te blijven wonen, kan hij zijn vriendin vaker zien.

Aan het studentenleven mist hij bar weinig. “Ik kan goed met iedereen overweg, maar ben geen type dat elke avond een biertje met zijn studiegenoten drinkt. Ik kan er niet goed tegen als medestudenten op vrijdagochtend brak een presentatie houden. Zelf wil ik dan helder zijn. Ik vind veel studentenhuizen onhygiënisch. Om rust in mijn drukke hoofd te houden, heb ik structuur in mijn omgeving nodig. Dat gaat moeilijk met dertig fietsen op de gang.”

Nog een reden om niet op kamers te gaan: “Ik spaar schoenen en heb thuis zo’n honderd paar staan. Ik zou niet weten waar ik die moet laten als ik op kamers woon.” Bij zijn ouders wonen is geen probleem. “We laten elkaar behoorlijk vrij.” Toch is het niet ondenkbaar dat Gordon over een paar maanden op kamers gaat. “Maar dan wel in Utrecht, niet in Eindhoven.”

Tip van Gordon: “Doe wat je zelf wilt en laat je niet beïnvloeden. Ga niet op kamers omdat je vrienden het doen. Zorg er wel voor dat je genoeg contacten legt, daar heb je altijd wat aan.”

“Ik ben stukken zelfstandiger geworden”

“Ik wilde meer vrijheid. Thuis botste het soms en dat wekte irritatie op aan beide kanten. Als ik mijn familie nu bezoek, is het juist leuk. Je hebt die dagelijkse frustraties niet meer.” Steven Boesveld (23), tweedejaars student Technische Innovatiewetenschappen, woont sinds augustus 2007 in een studentenhuis.



Boesveld komt oorspronkelijk uit Aalten, een plaatsje bij Doetinchem in de Achterhoek. Qua reistijd naar Eindhoven niet goed te doen. Waarom zo ver weg studeren? “Ik wilde een technische studie doen. Deze universiteit sprak me het meest aan, onder meer vanwege het studieprogramma met een verplicht buitenlands semester. Bovendien was ik in veel steden al eens geweest, zo leer je een nieuwe omgeving kennen.” Hoewel Eindhoven Boesveld bevalt, mag er van hem best wat meer gebeuren op studentengebied. “In andere studentensteden vind je restaurants met studentenhapjes. Hier nauwelijks. De stapavonden hebben hier weinig om het lijf.”

Boesveld vindt het vooral goed voor zijn persoonlijke ontwikkeling dat hij op kamers is gegaan. “Je bent op jezelf aangewezen. Je hebt er wat durf voor nodig. In het begin was het ook wel eens moeilijk. Je kunt ervoor kiezen om op je kamertje te blijven zitten of om erop uit te gaan. Ik heb dat laatste gedaan. Inmiddels heb ik via het sporten en de universiteit vrienden gemaakt.” Hij heeft veel meer rust sinds hij op kamers zit. “Ik ga niet meer ieder weekend naar huis. Dan loop ik naar de markt of ik doe niks.”

Toch ziet hij nog wel een paar nadelen aan het op kamers wonen. “Ik vind het jammer dat ik mijn vrienden in Aalten minder zie. Het huishouden neemt tijd in beslag. Het kost een hoop geld, dus vaak moet je erbij gaan werken. In een studentenhuis kun je een hoop lawaai hebben, ook ’s nachts.”

Al met al staat hij voor tweehonderd procent achter zijn beslissing. “Ik ben stukken zelfstandiger geworden. Je wordt er sociaal sterker van en in het huishouden word je beter. Ik heb onlangs voor het eerst zelf de ramen gelapt.”

Tip van Steven: “Ik merk dat vooral eerstejaars zich bij kijkavonden anders voordoen dan ze zijn. Blijf alsjeblieft jezelf, dat is het beste.”

“Ik hecht nu veel meer waarde aan groente en fruit”

Mike Wilmer (20), derdejaars Elektrotechniek, heeft sinds april 2007 weer rust in zijn leven. Daarvoor was hij dagelijks tweeënhalf uur kwijt aan het op en neer reizen van Velden - een dorpje bij Venlo - naar Eindhoven.



“Ik vond de overgang van thuis wonen naar op kamers gaan heerlijk. Als je reist, moet je vroeg opstaan en mis je de kritieke uurtjes aan slaap. Je avond is zo om, omdat je laat thuis bent. En steeds die stress om de trein te halen. Eerst werkte en sportte ik in Velden, nu doe ik dat in Eindhoven.” In de vechtkunst aikido kan hij zijn energie goed kwijt. “Je leert daarmee op jezelf en anderen vertrouwen. Het helpt mij ook om fris tegen een probleem aan te kijken.”

Van studenten wordt vaak gezegd dat hun eetstijl te wensen overlaat, eenmaal onder moeders vleugels vandaan. Wilmer is daarop een uitzondering. “In het begin at ik vrij ongezond, maar na een paar weken was ik dat echt beu. Ik hecht nu veel meer waarde aan groente en fruit.” Nog een voordeel van het op kamers gaan: “Ik ben actiever geworden aan de universiteit. Ik heb meer sociale contacten kunnen opbouwen en onderhouden. Het is nu ook extra fijn om thuis bij mijn ouders te zijn.”

Meer vrijheid en zelfstandigheid, dat zijn grote pluspunten voor Wilmer. “Je kunt zelf bepalen hoe laat je ergens heen gaat. Je bent niet meer gebonden aan treintijden.” Eindhoven bevalt hem prima. “Het is goed dat de gemeente en de universiteit zich bezighouden met Eindhoven studentenstad. Het is alleen maar in het voordeel van studenten als er van alles gebeurt. Ik ben muziekliefhebber en er zijn genoeg festiviteiten en optredens. In Venlo heb je minder initiatieven.” Wilmer ziet weinig nadelen aan het op kamers gaan. “Ik vind het alleen irritant om de keuken te poetsen.”

Tip van Mike: “Kijk de situatie eerst even aan, voordat je beslist. Het is een persoonlijke keuze. Ik kan het wel aanraden om op kamers te gaan. Je wordt er een stuk zelfstandiger van.”


Vraag naar kamers stabiliseert

Vestide, studentenhuisvester in Eindhoven, heeft 2.700 wooneenheden, waarvan er tweeduizend voor ‘reguliere’ studenten zijn bedoeld. De overige eenheden zijn voor ‘short stayers’; studenten of medewerkers die tijdelijk een kamer nodig hebben. In de periode 2003-2007 heeft Vestide duizend wooneenheden toegevoegd. De komende jaren zullen er nauwelijks nieuwe eenheden komen, omdat die noodzaak er volgens Vestide niet is.

Volgens Vestide verschuift de woonwens van studenten. Uit een recent nieuwsbericht van de huisvester blijkt dat studenten steeds vaker om zelfstandige woonruimte vragen. Zo’n dertig procent van de ruim 2.700 eenheden die Vestide verhuurt, zou eigen voorzieningen als badkamer, keuken en toilet hebben. Studenten die een woning via Vestide zoeken, moeten momenteel rekening houden met een wachttijd van zes tot acht maanden voor een studentenkamer en van tweeënhalf jaar voor zelfstandige woonruimte.

Aantallen in- en uitwonende studenten

Volgens cijfers van de IB-groep stonden 1.937 TU/e-studenten in januari 2007 als inwonend genoteerd. Dat wil zeggen dat ze bij hun ouders staan ingeschreven. Studenten met een uitwonende beurs (degenen die niet meer bij hun ouders staan ingeschreven) waren er op die peildatum 3.944. Ter vergelijking; de universiteit van Delft heeft 2.557 inwonende studenten en 8.255 uitwonend ingeschrevenen.

Cijfers van 2008 zijn nog niet bekend.

Op kamers, wat kost dat?

Uit recent onderzoek van Kamernet blijkt dat een kamer huren in Eindhoven in een jaar tijd tien procent duurder is geworden. In 2007 moest een kamer in Eindhoven gemiddeld 249 euro per maand opbrengen. Na een meting door Kamernet.nl in juni 2008 bleken de prijzen met 10,4 procent omhoog geschoten tot 275 euro per maand. Woonruimte in Eindhoven is nog wel altijd relatief goedkoop. Amsterdam blijft de absolute koploper met een gemiddelde huurprijs van 421 euro per maand. Gevolgd door Rotterdam (365 per maand) en Utrecht (352 euro per maand).

Vestide, studentenhuisvester in Eindhoven, vraagt gemiddeld 184 euro voor een kamer met gedeelde voorzieningen. Dit bedrag is exclusief servicekosten en gas, water licht. De gemiddelde huurprijs voor een kamer met eigen voorzieningen is 270 euro (kale huur).

Eindhoven studentenstad

De gemeente en de onderwijsinstellingen willen dat Eindhoven zo snel mogelijk een dynamische studentenstad wordt. Beiden hebben hierover een nota geschreven. Meer studenten zouden zich in de stad moeten vestigen. In de TU/e-nota is sprake van de ambitie om over twaalf jaar vijftienduizend studenten binnen de gemeentegrenzen te hebben. Nu is dat ongeveer de helft.

De gemeente streeft onder meer naar een betere zichtbaarheid van studenten. Een raadsvoorstel om ouderejaars als buddy’s aan te wijzen die eerstejaars wegwijs moeten maken en de voordelen van op kamers gaan moeten tonen, is voorlopig afgewezen. Het zou te betuttelend zijn. De politici vinden bovendien dat bestaande initiatieven moeten worden uitgebouwd, voordat nieuwe plannen worden gelanceerd.

Voor- en nadelen van thuis wonen

+ Je hoeft niet een heel huishouden in je eentje te runnen.
+ Je kunt wat makkelijker en sneller je ei kwijt bij bekende personen.
+ Je houdt makkelijker contact houden met vrienden thuis.
+ Reizen met het openbaar vervoer kan ook leuk zijn. Je ziet en hoort van alles. Bovendien kun je in die tijd bijvoorbeeld je huiswerk maken.
+ Waarschijnlijk ben je goedkoper uit dan op kamers (afhankelijk van wat je ouders voor bijdrage van je vragen).
+ Je hebt naar verwachting meer ruimte dan op kamers.

- Je zult je aan de regels van je ouders moeten aanpassen.
- Het is wat moeilijker om je voor honderd procent in het studentenleven te storten. Activiteiten ’s avonds kunnen lastig zijn.
- Je hebt waarschijnlijk meer reistijd dan je zou hebben als je op kamers zit.

Voor- en nadelen van op kamers wonen

+ Je bent op jezelf aangewezen en leert een hoop. Op huishoudelijk vlak, maar ook sociaal.
+ Je bent wat langer op één plek en bent je niet aan het haasten om op tijd thuis of op de universiteit te zijn.
+ Je hoeft geen rekening te houden met reistijden.
+ De tijd die je normaal gesproken kwijt bent aan het reizen, kun je nu anders besteden.
+ Je kunt wat makkelijker tot laat stappen.

- Je moet het huishouden doen.
- Je ziet je vrienden en familie thuis waarschijnlijk minder frequent.
- Je bent waarschijnlijk duurder uit dan thuis.
- Je hebt niet altijd iemand direct in de buurt aan wie je je verhaal kwijt kunt.

Titel/Judith van Gaal
Foto’s/Bart van Overbeeke