11 december 2008 - Generaties biologen braken zich er het hoofd over: hoe weten dieren zoals zeeschildpadden en zalmen over duizenden kilometers precies de weg terug te vinden naar hun geboortegrond, om zichzelf daar voort te planten? Onderzoekers van de universiteit van North Carolina denken nu het antwoord gevonden te hebben, zo schrijven ze in het vakblad PNAS. Volgens de Amerikanen gebruiken de dieren het magnetische veld van de aarde om zich te oriënteren. Ze zouden de richting en intensiteit van het aardmagnetisch veld op hun geboorteplek onthouden, en deze aan de hand van die magnetische ‘vingerafdruk’ weer kunnen terugvinden. Van zeeschildpadden was al bekend dat ze zich soms laten leiden door magneetvelden, en ook zalmen blijken in hun hersenen het mineraal magnetiet te hebben, dat dienst kan doen als kompas. De theorie zou ook meteen verklaren hoe de migratiepatronen van deze dieren in de loop van de geschiedenis veranderd zijn: dat zou komen door plotselinge veranderingen in het aardmagnetisch veld.