Een baan vinden die past bij de opleiding en ambitie van TU/e-afgestudeerden blijkt niet altijd gemakkelijk, zo bleek uit een enquête die Euflex Young Professionals twee jaar geleden hield onder afstudeerders. Ook kreeg Euflex, die aan de TU/e recruitment en detachering van technologisch talent regelt, steeds vaker vanuit het bedrijfsleven de vraag om top-afstudeerders. Daarnaast was het Studenten en Onderwijs Service Centrum van de TU/e bezig om internationaal talent te rekruteren voor een studie met daaraan verbonden een baan. Dit samen resulteerde in het TU/e Career Center.

“Ondanks de kredietcrisis is er momenteel meer vraag naar ingenieurs dan aanbod”, stelt dr. Karen Ali, hoofd van het Studenten en Onderwijs Service Centrum (STU) van de TU/e. “Bedrijven hebben bovendien een langetermijnplanning, voorbij de kredietcrisis, dus ingenieurs blijven nodig. Het Career Center wil studenten stimuleren en beter begeleiden naar een carrière in de wetenschap of naar een baan in de industrie, die zowel bij hen als het bedrijf goed past.”

John Frenken van Euflex Young Professionals vult aan: “Bedrijven hebben in onze concurrerende kenniseconomie juist mensen nodig die het verschil kunnen maken. Dus moet je goed kijken wie waar het best aan de slag kan. Enerzijds hebben bedrijven vaak niet de tijd om de juiste innovatieve specialisten te vinden. Ze willen dus graag weten welk toptalent hier aanwezig is met welk specialisme. Anderzijds kennen afstudeerders de markt vaak niet. In de regio Eindhoven zijn veel kleine en middelgrote bedrijven, dus in je eentje overzicht krijgen van die banenmarkt is een hele klus.”

Om hier verandering in te brengen, combineren STU en Euflex Young Professionals hun specifieke vaardigheden: het STU met begeleiding, opleiding en trainingen, Euflex met kennis van en contacten in de arbeidsmarkt. Dat moet onder meer resulteren in een databank met cv’s van afgestudeerde TU/e-studenten en een vacaturebank met de beschikbare banen in de regio. Waarbij de regio breed moet worden gezien, van Shell tot DSM, dus heel Zuid-Nederland.

Ali: “Het is belangrijk te weten wat je als afstudeerder wilt alvorens een keuze te maken. Daarbij kan het STU studenten prima helpen. Vervolgens bekijkt de afstudeerder zelf, of met Euflex, welke vacature of organisatie daar het best bij past.”

Frenken: “In de vacaturebank zijn vacatures per faculteit terug te vinden, terwijl de cv-bank bedrijven een beter zicht wil geven op het potentieel van afstudeerders. De persoonlijke gegevens kunnen bedrijven niet zien, daarvoor moeten ze met ons contact opnemen. Bij ons is in principe van iedere ingeschreven afstudeerder bekend wat hij/ zij zoekt, gebaseerd op intakegesprekken en de input van de STU-trajecten. En alleen als het aanbod van het bedrijf past bij de wens van de afstudeerder brengen we beide partijen met elkaar in contact. Door zich ruim voor het afstuderen bij de cv-bank aan te melden, vergroot de afstudeerder zijn mogelijkheden en kans om al voor het afstuderen een contract op zak te hebben.”

Hoe zit het met de privacy? Frenken: “De student meldt zich aan door met zijn id-nummer de cv-database te activeren. Hij/zij ziet dan zijn/haar cv met de gegevens die worden gegenereerd uit het administratiesysteem van de TU/e. Die gegevens zijn op dat moment alleen voor de student te zien. De student vult de overige gegevens aan om het cv compleet te maken en stuurt die naar de database van het Career Center. Daarmee geeft hij/zij toestemming om het online te zetten. Het Career Center zorgt ervoor dat het cv online zichtbaar is, zonder de persoonlijke gegevens. Daarna kan de student alleen nog bij zijn cv via het Career Center. Informatie die verkregen wordt uit intakegesprekken en eventuele assessments zijn uiteraard vertrouwelijk en worden altijd inhoudelijk besproken met de betreffende student. Deze gegevens worden nooit zonder toestemming aan derden doorgegeven. Hiervoor zal altijd om schriftelijke toestemming van de student gevraagd worden.”

Identiteit
Is er al iets bekend over het animo onder studenten voor het Career Center? Frenken: “Tachtig procent van de ondervraagde studenten bij de enquête zei dat ze er gebruik zouden gaan maken. De top tien van de grote bedrijven kent iedereen wel, maar de regio Eindhoven kent veel kleine en middelgrote bedrijven, die nauwelijks een recruitmentbeleid hebben. In het algemeen is er geen uitgesplitste vacaturebank, dat zorgt ook voor een overkill aan reacties op banen. Bedrijven hebben vaak niet ‘een’ natuurkundige of ‘een’ wiskundige nodig, maar iemand van een specifieke afstudeerrichting. Vaak weten ze ook niet wat wij hier allemaal in huis hebben. Dat verandert met de eigen cv- en vacaturebank, beheerd door het Career Center.”

Ali vult aan: “Het STU doet wat ze altijd al heeft gedaan: begeleiding, het geven van assessments, sollicitatietraining, et cetera. We willen graag een continue lijn opzetten: eerstejaars worden vanuit het STU begeleid naar zijn minor en master en, via het Career Center, naar een baan die bij zijn of haar opleiding past. Daarvoor gaan we studenten actief benaderen, het STU kan goed zien hoever ze zijn en daarop inspelen. Verder hebben we veel contact met studieverenigingen en het Studenten Advies Orgaan, terwijl Euflex bijvoorbeeld werkgever is van de student-assistenten. We willen studenten laten zien dat het om een compleet pakket gaat van in-, door- en uitstroom. Om niet alleen een digitaal, maar ook fysiek platform met een eigen identiteit te hebben, wordt de infotheek van het STU ingericht, naar een ontwerp van Paul Bos en Marina de Vos, beiden afgestudeerd aan de TU/e-faculteit Bouwkunde.”

Visa
Het TU/e Career Center gaat niet alleen regionaal te werk; er wordt ook buiten de Nederlandse grenzen gekeken. Ali: “Een van de ambities van de TU/e is internationalisering van toptalent. Een internationaal klimaat op de TU/e is ook goed voor reguliere studenten, zodat ze vast wennen om op een andere manier te werken, met andere culturen en gewoontes.”

Om internationale masterstudenten een ‘vliegende start’ te bieden en sociale samenhang met de Nederlandse studenten te creëren, is al eerder de Summer Course ontwikkeld. In die driewekelijkse periode is aandacht voor de benodigde studiehouding en -vaardigheden, de Nederlandse cultuur en taal en trainingen in communicatieve en Engelse taalvaardigheden. Studentmentoren zorgen hierbij voor de sociale componenten. De TU/e biedt internationale studenten en bedrijven ook ondersteuning bij het aanvragen van visa en verblijfsvergunningen. Zo wil de TU/e een signaal afgeven van een topopleiding die ook zorgt voor een industriële of een wetenschappelijke baan.

Dat Frenken en Ali er alle vertrouwen in hebben, blijkt uit de reacties die ze van alumni kregen. Frenken: “Die hebben al gevraagd of zij er ook gebruik van mochten maken. Maar daar wachten we nog even mee. Ik hoor van hen ook dat ze vaak meerdere banen hebben gehad voor ze op de juiste plek zitten: daar waar ze het verschil kunnen maken. Dat willen we met het Career Center versnellen.”/.

Het Career Center is straks te vinden in Hoofdgebouw 0.72.

Zelfs via Hyves benaderd door een headhunter

Het is nog niet precies duidelijk wanneer, maar de planning is dat Coen Hoogervorst dit collegejaar gaat afstuderen bij building services van Bouwkunde. Hij onderzoekt daarvoor installatietechnische systemen voor energieneutrale wijken. Op de vijfde verdieping van Vertigo is hij met medestudenten gegevens aan het analyseren. Hij maakt zich absoluut niet druk over het vinden van een baan. “Op dit moment is de markt nog zo krap dat alle afgestudeerde bouwkundigen welkom zijn op de arbeidsmarkt. Bovendien werk ik al een dag in de week bij een mogelijk toekomstige werkgever.” Elphi Nelissen, eigenaar van het naar haar genoemde installatie- en bouwfysisch adviesbureau in Eindhoven en alumna van de TU/e, heeft Hoogervorst bij een beoordelingsgesprek al duidelijk gemaakt dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. “We willen niet horen dat je zonder baan komt, je bent hier altijd welkom, zei ze.” Bouwkundestudenten zitten volgens Hoogervorst niet echt te wachten op een Career Center. “Wij studeren af op specifieke vakgebieden en kunnen gaan solliciteren als architect, constructeur of, zoals in mijn geval, installatietechnicus. Veel studenten hebben gedurende hun opleiding al contact met bedrijven en rollen zodoende in een baan.” Hoogervorst heeft zich bewust niet opgegeven bij Monsterboard, “anders blijven ze bellen.” Zelfs via Hyves is hij al door een headhunter benaderd om zijn cv op te sturen. “Via mijn studievereniging Mollier en mijn werk kom ik met genoeg bedrijven in aanraking. Ik zal na mijn afstuderen open sollicitaties gaan doen en daar heb ik geen Career Center bij nodig. Ik kan me voorstellen dat dat bij andere studies wel het geval is.”

Graag op maat gemaakte vacatures

Migiel de Vos gaat na zijn afstuderen bij Computer Science en Engineering in maart 2009 eerst eens rustig vakantie houden. Hij gaat er vanuit dat hij in september een baan zal hebben, vertelt hij. Enkele jaren geleden richtte hij de vof Datalease op dat zich richt op webhosting voor het midden- en kleinbedrijf. Het past goed bij zijn eigen vakgebied, want hij studeert af op draadloze sensornetwerken die gekoppeld worden met webservices en andere systemen. Toch zal De Vos niet volledig in zijn eigen bedrijf gaan werken. “Ik wil graag ervaring opdoen bij andere bedrijven. Ik zal vacatures gaan zoeken via internet, maar ook via de banenkrant die de Volkskrant of de Telegraaf af en toe uitgeeft. Misschien schrijf ik me ook in bij Monsterboard. Het voordeel van informatici is dat we meerdere kanten op kunnen. We kunnen software ontwikkelen voor webservices, maar ook voor embedded systems of desktops”, zegt De Vos, die de richting System Architecture Networking koos. Hij heeft wel degelijk belangstelling voor een bureau als Career Center.“Als ze daar gerichte informatie geven, zou het heel nuttig kunnen zijn. Ik wil graag een baan in de buurt van Bergen op Zoom, waar ik woon. Het is belangrijk dat je bij zo’n bemiddelingsbureau je eigen criteria kunt aangeven en de specifieke vakgebieden waarin je zou willen werken. Aan te globale informatie heb je niets.”

Hij hoopt geen overbodige vacatures aangeboden te krijgen. “Wanneer je teveel reacties krijgt, neem je minder tijd om ze goed te lezen.”

Career Center komt als geroepen

Op de vraag hoe hij na zijn afstuderen een baan gaat zoeken, reageert masterstudent Werner Horikx uit Roermond zonder een tel na te denken met: “Ik ga beslist beginnen via detachering.” Hij zit in de laatste fase van zijn theoriejaar energietechniek. Hij kwam in 2006 vanaf de hts in Venlo terecht in een schakelprogramma bij Elektrotechniek aan de TU/e. Volgend collegejaar gaat hij met een afstudeeropdracht beginnen in de richting pulsed power. Waarschijnlijk is hij in mei 2010 klaar. “Via detachering verwacht ik me te kunnen oriënteren op de arbeidsmarkt. Ik heb nu nog geen idee wat de markt mij te bieden heeft.” Horikx heeft zich daar nog niet in verdiept. In zijn TU/e-programma zit geen stage, dat betekent dat hij op die manier ook geen bedrijf heeft leren kennen. “Wat zeg je, een databank van de TU/e die vacatures van de kleinere bedrijven in de regio en de cv’s van studenten gaat matchen? Dat is interessant. Ja, dat zou me goed uitkomen. Dan zou ik met hulp van dat bureau de bedrijven kunnen leren kennen, dat scheelt veel tijd die ik anders in detachering kwijt zou zijn.” Horikx verwacht dat het Career Center voldoende informatie kan geven. Hij is blij dat hij na de hts niet meteen de detachering in is gedoken. “Ik had het gevoel dat ik nog wat mistte. En het valt niet tegen, ik heb veel bijgeleerd aan de universiteit.”

Ideaal voor de luie student

René Vugts geeft het onmiddellijk toe; hij is een luie student. Niet wat zijn afstudeerwerk bij Werktuigbouwkunde betreft, maar wel wat het vinden van werk na zijn opleiding aangaat. Hij hoopt in april 2009 klaar te zijn bij de richting regeltechniek waar hij een geavanceerde cruise controller ontwerpt waarmee in de toekomst op snelwegen de auto’s dichter achter elkaar, in een soort treintjes, kunnen gaan rijden. “Ik heb nog niets gedaan om me in de arbeidsmarkt te verdiepen. Eigenlijk wel erg, hè? Carrièreorganisaties en mijn studievereniging Simon Stevin sturen mij post, maar die gooi ik gelijk in de oud-papierbak. Ik lees die post niet omdat ik liever ijshockey.” De Nijmegenaar woont in Eindhoven, maar speelt ijshockey in Den Bosch in de tweede divisie. Dat vreet tijd. “Ik slaap, studeer en sport”, vat hij zijn tijdsbesteding samen.

Een bureau dat hem informatie geeft over bedrijven in de regio is dan ook meer dan welkom. Nu kent hij TNO vanwege een stage, en de multinationals Philips en ASML, maar daar houdt het wel mee op. “Ik zou wel zelf alle nodige informatie kunnen vinden, maar een Career Center maakt een zoektocht naar een baan waarschijnlijk veel efficiënter. Ik zou niet in kranten naar vacatures gaan zoeken, wel op internet. En ik zou naar de carrièrebeurs in Utrecht gaan en info zoeken via Simon Stevin. Ik maak me geen zorgen of ik een baan kan vinden maar vraag me wel af of ik een bedrijf kan vinden waarin ik pas.”