spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Balans, uithoudingsvermogen, concentratie en een sterke maag

25 juni 2009 - Wekelijks trappen de meeste studenten tegen een voetbal of geven ze een zwieperd met hun hockeystick. Maar er zijn er genoeg die zich ook voor heel andere sporten interesseren. Cursor nam een kijkje bij studentensporten die minder voor de hand liggen.

Vliegen in een wolk van dertig ooievaars

Een sterke maag heb je er wel voor nodig. Hoewel, volgens de leden van Zweefvliegclub Eindhovense Studenten (ZES) went het wel om met een rotvaart de lucht in te gaan. En eenmaal boven, is het heerlijk. “Je bent helemaal één met de natuur”, zoals een ZES-lid het mooi uitdrukt.

Binnen een paar seconden zit je voor je het beseft op zestig meter hoogte. Door de snelheid bij de start word je achterover in je stoel gedrukt. Eenmaal boven hoor je ineen keer iets los schieten. Het is de lierkabel waarmee het zweefvliegtuig de lucht in is ‘gekatapulteerd’. En dan is het ineens stil. Simpelweg in een knap gefabriceerd stuk kunststof zweef je door de lucht. Een onwerkelijk gevoel. Je hoort alleen het gepiep van de variometer.

Thermiek
Hoe hoger deze meter piept, des te beter de thermiek. En die thermiek is waar het allemaal om draait bij het zweefvliegen. De opstijgende warme lucht tilt het toestel omhoog wanneer je er in cirkels ‘invliegt’. “Behalve met hulp van de variometer, kun je ook thermiek vaak vinden door onder een wolk te vliegen of naar zwevende vogels te koersen. Of je kunt kijken wat andere zweefvliegers doen”, voegt ZES-lid Tom Jansen toe.

De Eindhovense zweefvliegers werken intensief samen met zusterclub Koninklijke Luchtmacht Zweefvliegclub (Kluc zc). Beide hebben luchtmachtbasis De Peel als thuishonk. ZES bestaat sinds 1963.

Voor het geval vliegers misselijk worden ligt er een zakje in de kunststof vogel dat vooral bij de eerste vluchten geregeld nodig is. Voor de meeste ZES-leden is het echter vooral genieten. Keer op keer.

Buizerd
Frans van Wouwe, lid sinds 1975, straalt als hij het over ‘zijn’ club en ‘zijn’ sport heeft. Met zijn vrouw heeft hij afgesproken dat hij nog ‘slechts’ een keer per weekend vliegt. Als het aan hem ligt, spendeert hij elk vrij uurtje in de lucht. “De club zit me in het bloed. Het is geweldig om naast een buizerd met een spanwijdte van twee meter te vliegen. Of in een ‘wolk’ van dertig ooievaars”, glundert hij. “Het blijft genieten om zonder veel hulpmiddelen hoog in de lucht te zijn. Je vergeet alles om je heen.”

Van Wouwe is net als veel andere leden allang geen student meer. Van de negentig ZES-leden is nu ongeveer tweederde oud-student. “Het duurt een paar jaar voordat je instructeur bent en de oudgedienden hebben we echt nodig. Anders zou er niemand zijn om ons op te leiden. De studenten zie je wel vaker langskomen om te vliegen”, vertelt Tom Jansen.

Vaak worden er vraagtekens gezet bij de veiligheid van de sport. Thomas Hagens, voorzitter van de ZES: “Gemiddeld een keer per anderhalf jaar is er een incident in Nederland. Bij ons gaat veiligheid boven alles.”

 


Schone dame speelt met de pluimbal

“Breng je rechterhand naar beneden, draai je lichaam een slag en breng je linkerhand omhoog.” De oefening met de mooie naam ‘schone dame speelt met de pluimbal’ lijkt eenvoudig, maar schijn bedriegt. Deze grensverleggende houding zorgt voor spanningen in je lichaam, zeker als je zo een kwartier staat. De aanwezigen gaan daar op verschillende manieren mee om. De kunst is om spontane bewegingen van je lichaam toe te staan. De één gaat na een tijd heel erg trillen; een ander slaakt een kreetje. De spontane beweging ontsnapt dan via de longen en de keel, legt docent tai-ji Robbert Mahler later uit.

Levensenergie
Studentenvereniging Qi Dao (vrij vertaald; de weg van de levensenergie), bestaat sinds 2006 en telt inmiddels zo’n twintig leden. Aan de trainingen in het Studentensportcentrum doen meestal tien tot vijftien medewerkers en studenten mee.

Tai-ji is een van oorsprong Chinese vechtkunst die al duizenden jaren oud is. Spierkracht speelt nauwelijks een rol, het draait veel meer om ontspanning en balans. “Je wordt je bewust van je lichaam, zowel innerlijk als uiterlijk”, vertelt Mahler. Die bewustwording kan soms emotioneel zijn. Niemand kijkt bij de training vreemd op als er een keer een traantje valt.

Veel leerlingen blijken profijt te hebben van de sport. Mahler:”Ik heb wel eens van promovendi gehoord, dat ze bij de verdediging van hun proefschrift ineens heel ontspannen waren, omdat ze die ochtend nog tai-ji hadden gedaan. Je reactievermogen verbetert ook.”

Persoonlijke ontwikkeling
Herkenbaar voor Marsha Reubsaet, die onlangs afgestudeerd is bij Technische Innovatiewetenschappen en nu bijna drie jaar lid is van Qi Dao. “Als ik na de training hockey, is mijn balgevoel veel beter dan op dagen dat ik voor het hockeyen geen tai-ji heb gedaan. Ik voel veel beter aan wat anderen gaan doen. Het is een erg interessante sport. Je komt van alles in jezelf tegen. Je ziet wat je wel en niet kunt. Ik doe het voor de sport -het is flink zweten- en voor mijn persoonlijke ontwikkeling.”

Gert-Jan van Heugten, student Scheikundige Technologie, is sinds december 2007 lid. “Vooral in het begin was het best zwaar. Ik merk wel dat het nu soepeler gaat. Na tien lessen ontstonden bij mij al spontane bewegingen.” Volgens Mahler is dat vrij snel. “Je moet leren om de controle los te laten. Bij de één gaat dat sneller dan bij de ander. Als het gebeurt, is dat voor de meesten echt een doorbraak.”

www.qidao.nl.

 

De kunst van de herhaling

De basis lijkt heel eenvoudig; met een boog een pijl in het midden van een schietschijf krijgen. In werkelijkheid is het nog knap moeilijk om alles op de juiste manier te doen. Het bewegen van een gezichtsspier kan de pijl al doen afwijken. Concentratie en ‘gevoel voor herhaling’ zijn de speerpunten bij het handboogschieten.

Vizier op de juiste stand, pijl in de pees haken, de pees voorzichtig naar achteren brengen, goed kijken, concentratie, elleboog stil houden, je voeten in de juiste stand, focussen op het gele middelpunt van de schietschijf, niet bewegen, schouders ontspannen en dan de pijl loslaten. Een lichte verandering in één van de factoren of een briesje kunnen al funest zijn. Heb je eenmaal de juiste stand te pakken, dan is de kunst om alles op precies dezelfde manier te herhalen.

Bij goed weer schieten de leden van handboogvereniging Da Vinci buiten bij de Amazonenlaan, net achter de sportvelden van het Studentensportcentrum. Bij slecht weer kunnen ze daar binnen terecht. De bogen zien er erg geavanceerd uit. De leden schieten vooral met een recurveboog, sommigen met een compoundboog en een enkeling met een zogeheten longbow. De laatste variant is een kale houten boog. De andere twee kunnen hulpstukken hebben als vizier en een stabilisator, die de trillingen opvangt. Door de katrollen aan de compoundvariant, kun je vaak sneller en gemakkelijker schieten dan met de recurveboog.

Maarten Jansen, promovendus bij Scheikundige Technologie, speelt zelf met de compoundboog. “Ik kreeg wat last van mijn schouders en ben daarom overgestapt”, verklaart hij. Hij vindt het schieten onder meer leuk vanwege het ‘technische aspect’. Volgens voorzitster Ivette Wennekes kiezen de meesten uiteindelijk toch voor de recurveboog, omdat ‘daar meer uitdaging in zit’.

Veiligheid
Veiligheid gaat boven alles bij de vereniging. Zelfs als een andere club boogschutters helemaal aan de andere zijde van het veld bezig is, mag er niet geschoten worden. Volgens de leden zijn de pijlen potentieel dodelijk. Volgens voorzitster Ivette Wennekes zijn er sinds de oprichting in 2005 nog geen ongelukken gebeurd.

Als je het goed doet, is handboogschieten geen pure krachtsport, vertelt ze: ”Je hebt ook concentratie, rust en consequentheid nodig. Verder moet je conditie opbouwen om meerdere keren achter elkaar goed te kunnen schieten.”

Peter Leonenkov is lid geworden omdat het hem een ‘interessante sport’ leek. “Het is eens wat anders dan basketbal of voetbal. Je moet goed focussen. Het proces van schieten vind ik uiteindelijk belangrijker dan het schot zelf.”

www.eshdavinci.nl

 

Apen-kooi voor gevorderden

Een hoop kracht, flinke conditie en veel uithoudingsvermogen. Onontbeerlijke zaken als je traint zoals ze dat bij outdoorsportvereniging All Terrain doen. Rennen met boomstammen, door de Dommel waden, aan netten hangen; niets is ze te gek.

Het regent pijpenstelen, maar het lijkt de leden van All Terrain bij hun wekelijkse training nauwelijks te deren. Ze zijn wel wat gewend. Sterker nog; anderhalf uur fanatiek sporten is voor sommigen niets vergeleken bij de survivalwedstrijden en adventure races waar ze soms aan mee doen. Meer dan twaalf uur achter elkaar enorm intensief bezig zijn is dan geen uitzondering. De trainingen doen de meeste leden geen kwaad; de spierknobbels ploppen overal uit de shirtjes. Sommige mannelijke leden trekken wel eens als magneten nieuwe vrouwelijke leden aan, lacht voorzitster Dorien Treep.

Outdoorweekends
All Terrain legt zich toe op buitensporten. Daarbij horen klimtechnieken, maar ook sporten als kanoën, mountainbiken, sportklimmen en zeilen. De vereniging bestaat sinds 1991 en telt momenteel 32 leden. Wekelijks wordt er getraind, vaak ook buiten bij de Dommel op het TU/e-terrein. Veel leden zijn niet alleen bij de trainingen actief, maar ook tijdens outdoorweekends en actieve vakanties met mountainbiken en bergbeklimmen. Bij de survival runs wordt lange-afstand lopen gecombineerd met het nemen van verschillende hindernissen. Bij adventure races combineer je diverse outdoorsporten en zoek je als team met behulp van kaart en kompas de weg.

Conditie, lenigheid, techniek, spierkracht en strategie zijn van belang. Treep:”Bij wedstrijden werk je vaak in een duo, waardoor je van de ander afhankelijk bent. Het is dan belangrijk om elkaars krachten te benutten en je maatje waar nodig te helpen.”

Boomstammen
Tijdens de training klimmen de leden over netten, werken zich via banden en touwen omhoog bij een constructie, ‘tijgeren’ via een touw onder de brug bij de Dommel en rennen rondjes met boomstammen. En dat alles in een moordtempo. “Het is eigenlijk apenkooi voor gevorderden”, lacht trainer Dimitry van Oort.

Daniël Moonen, die eerder Technische Bedrijfskunde aan de TU/e studeerde, hijgt tussendoor even uit. “Het is heerlijk om helemaal dood te gaan”, verklaart hij in de stromende regen. “Het is echt een strijd tegen de elementen.”

Voor Diana van de Kuit, die nu drie jaar lid is van All Terrain, trekt het avontuurlijke aspect van de sport vooral. “Ik krijg er echt een kick van. Het is geweldig als bepaalde dingen lukken. Je bent volop met en in de natuur bezig.”

www.allterrain.nl

 
Bijzondere sporten/Judith van Gaal
Foto’s/Bart van Overbeeke