spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Onalledaagse beelden uit Antarctica

25 juni 2009 - Filmer Werner Herzog trok naar Antartica. Het leverde ‘Encounters at the end of the world’ op. Een bijzondere galerij van zonderlinge figuren aan de rand van de wereld.

Bij veel natuurdocumentaires zwijmel je weg als toeschouwer bij al het schoons dat de natuur te bieden heeft en -zeker sinds ‘An unconvenient truth’ van Al Gore- verloren dreigt te gaan. Die insteek is niets voor de eigenzinnige en onafhankelijke Duitse filmer Werner Herzog. Niet dat hij zich niet betrokken voelt, integendeel maar romantische mooie plaatjes interesseren hem minder, wel de weerbarstigheid van de natuur en eigenzinnige mensen. Zo ook in zijn nieuwste filmdocumentaire ‘Encounters at the end of the world’, die vanaf 2 juli bij Plaza Futura draait.

Daarvoor trok Herzog (1942) naar het zuidelijkste bewoonde puntje van Antarctica, het Ross ijsplateau, naar het stadje McMundo. Het is één van de 27 onderzoeksstations die zich daar bevinden. Een welstandscommissie is er onbekend, Herzog vindt er uitgewoonde barakken en vreemd gevormde onderzoekscentra. Maar ook een bowlingbaan, een softijsmachine, yoga-instructeurs, een geldautomaat en airconditioning. Zonder veel moeite vond hij ook een aantal vulkanologen, biologen en natuurkundigen die in zijn documentaire figureren. Waarbij het begrip documentaire overigens niet hetzelfde is als registratie, want Herzog manipuleert de kijker waar het hem uitkomt. Zoals bij de duikers die -zonder hulplijn- in een pas gemaakte sluis in het metersdikke ijs springen. Ze zwemmen in eindeloze tunnels, zeventig graden onder nul, onder het poolijs. Aan het eind van één daarvan staat een heiligdom. Hoe dat daar terecht kwam, vertelt Herzog niet, dat is hem te saai; liever maakt hij er een sciencefictionachtige fantasie van. Die ondersteunt hij door liederen van Russisch-orthodoxe kerkkoren er onder te zetten, die ervoor zorgen alsof je in een droom een Russische kathedraal binnenstapt.

Met zijn lijzige voice-over typeert hij de bewoners als ‘filosoof/ vorkheftruckchauffeur’ of ‘filmmaker/kok’. Tot zijn hoofdpersonen horen onder meer de celbioloog die zoekt naar zeemonsters. Volgens hem hebben deze 400 miljoen jaar geleden de eerste dieren naar het vasteland gejaagd. In zijn vrijetijd draait hij voor zijn collega’s graag jaren vijftig ‘doem-sciencefictions’ als ‘Them’. Dan is er jonge linguïst die zich afvraagt wat hij eigenlijk doet op een continent zonder taalgeschiedenis en dus maar een groentekas is begonnen. Een ander is de op en top Britse vulkanoloog die de 3794 meter hoge (actieve) vulkaan Mount Erebus beklimt, gekleed in een tweedjasje en sjaal omdat zijn landgenoten die in soortgelijke kleding de Zuidpool wilden bereiken.

Tragedie
De eerste pinguïn, dus toch aanwezig in de film, betreedt pas halverwege de film het beeldscherm. Herzog daarover in een interview met de Filmkrant: “Ik ontmoette een man die al vijfentwintig jaar pinguïns observeert en zijn interesse in mensen volledig is kwijtgeraakt. Ik legde hem de ongewone vraag voor of er zoiets bestaat als waanzin onder pinguïns. En ja hoor. Soms raakt zo’n beestje gedesoriënteerd en verliest de groep uit het oog. Dan zet hij koers richting het binnenste van het continent, een zekere dood tegemoet. Een vreemde, pakkende tragedie, die ik letterlijk probeerde vast te leggen toen ik zo’n gehersenspoelde pinguïn voor de camera kreeg. Het is natuurlijk helemaal niet in lijn met March of the pinguins’. Die documentaire vertelt de Walt Disney-variant van het pinguïnbestaan.”

En dat doet Herzog nooit, zijn films worden bevolkt door eenlingen, mensen met een droom, of zijn het obsessies? Zoals de rubberplanter in ‘Fitzcaraldo’ (1982) die een boot over de bergen van de Andes laat slepen, alleen met touwen en menskracht. De film ‘Auch Zwerge haben klein angefangen’ speelt zich af in een commune van dwergen; ‘Aguirre’ uit 1972 vertelt het verhaal van een Spaanse conquistador die langzaam gek wordt in het Amazone-oerwoud. Hij volgde een Britse ontwerper in zijn pogingen met een zeppelin over het regenwoud te zweven (‘The white diamond’, 2004) en kreeg de homevideo’s van de in Alaska verblijvende berenactivist Timothy Treadwell, die fulmineert tegen het dierenleed voordat een uitgehongerde grizzlybeer hem oppeuzelt (‘Grizzly Man’; 2005).

Herzog over al die vreemde hoofdpersonen: “Het klinkt misschien vreemd, maar ik zoek ze niet op, ze lopen mij tegen het lijf. Ze klimmen door het raam, kruipen onder de voordeur door, dalen af door de schoorsteen. Het zijn onuitgenodigde gasten die ineens mijn huis bevolken. Maar ik bepaal wie ik eruit gooi en wie niet en door welk raam.”/.