Sommige dingen vertel je liever niet aan je ouders. Denk hierbij aan jouw
definitie van de schijf van vijf (een pizza verdeeld in vijf stukken), je donderdagnachtavonturen, hoeveel studiepunten je dit
semester niet hebt gehaald en hoe lang het nog duurt voordat je bent afgestudeerd. Dingen die ik ook liever niet aan mijn ouders vertel, maar ik doe het toch. Ik vertel ze die dingen, omdat ik ze er
uiteindelijk het positieve van kan laten inzien.
Zo weet ik dat het met
mijn leven de goede kant opgaat. Want als je ouders achter je beslissingen staan, dan waren het goede beslissingen.
Toch is er iets wat ik ze nog niet heb verteld.
Een paar maanden geleden heb ik een
beslissing genomen waar mijn ouders misschien niet achter zullen staan.
Ik heb besloten om na de heilige dag waarop ik
eindelijk zal afstuderen niet meteen te gaan werken. En dan bedoel ik niet dat ik eerst nog even flink de luiwammes wil
uithangen voordat ik veertig uren van mijn week aan de maatschappij ga geven - grote kans dat je dat voortaan tot aan je
67e kan gaan doen, dus dat kan ook nog wel even wachten.
Nee, ik wil mezelf een kans geven om mijn grootste droom te verwezenlijken. Zoals de meeste dromen heeft die van mij geen vaste werktijden, geen vast inkomen en geen
pensioenregeling. Zekerheden die voor ouders vaak belangrijk zijn. Maar voor mij telt
een andere zekerheid:
de zekerheid dat mijn droom in werkelijkheid nog steeds een droom is.
Volgend weekend ga ik het ze vertellen. Ik wil weten wat ze ervan vinden, want als het me ooit lukt om mijn droom te verwezenlijken, dan weet ik of ik moet zeggen: “Mijn ouders stonden achter mijn beslissing” of “Mijn ouders hadden het beste met me voor”.
Monique Hendriks is studente
Technische Informatica |