spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
‘Ik mis het lawaai van Irak’
5 november 2009 - Tussen Bakhdida in Irak en Baarlo in Noord-Limburg, hemelsbreed zo’n vierduizend kilometer, gaapt een wereld van verschil. Eerstejaars TU/e-student Electrical Engineering Rafy Al Khayat (24) overbrugde de afstand in 2006 om in Nederland asiel aan te vragen.

Rafy Al Khayat (24) kijkt je slechts af en toe aan als hij spreekt. Toch komt hij niet verlegen over. Zijn neerwaarts gerichte blik lijkt eerder een manier om naar woorden te zoeken en zijn zinnen bedachtzaam te formuleren. Zijn Nederlands is hier en daar nog aarzelend, maar hij weet zijn gedachten goed te verwoorden. Later vertelt hij dat hij met zijn Roemeense vriendin Andreea een eigen vorm van het Nederlands heeft ontwikkeld. “Het klopt grammaticaal niet, maar we begrijpen elkaar”, zegt hij lachend.

Rafy leerde Andreea kennen tijdens een cursus Nederlands aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het duurde lang voordat hij eindelijk een studie kon oppakken - of überhaupt iets kon doen in Nederland. Pas na twee jaar had hij zijn verblijfsvergunning op zak. Rafy reisde in augustus 2006 met zijn broer naar Nederland vanuit Bakhdida, een plaats met zo’n twintigduizend inwoners. Zijn moeder -die als lerares onmogelijk nog kon werken in Irak-, zijn zus en andere broer gingen hen twee jaar eerder voor. Het hele gezin werd pas in 2008 herenigd, met de komst van vader Al Khayat.

Het was niet gemakkelijk om als familie apart te leven, maar Rafy en zijn broer wilden in hun geboorteland verder met hun studies, vertelt de Irakees, die in zijn land tot een christelijke minderheid hoort. Van eind 2002 tot begin 2006 stond hij ingeschreven aan de universiteit van Mosoel voor de studie Elektrotechniek.

Daarvan wist hij één jaar succesvol af te ronden. Het geweld in Irak bemoeilijkte de reis naar de universiteit. “In Mosoel zijn veel verschillende religieuze en etnische groeperingen en na de oorlog verslechterden de onderlinge verhoudingen. Bussen in Mosoel zijn bijvoorbeeld aangevallen, alleen omdat ze vanuit mijn dorpje kwamen.”

Om toch verder te kunnen studeren, maakten de broers de tocht naar Nederland. Een verblijfsvergunning in Nederland regelen bleek geen sinecure. Rafy’s aanvraag werd in 2006 geweigerd. “Ze zetten me in feite op straat, maar ik besloot toch te blijven. Het frustreerde me dat ik weinig kon doen. Ik heb dagenlang naar het plafond zitten staren. Door te sparen voor een computer, kon ik later wel gamen, muziek luisteren en films kijken. Op een gegeven moment hoorden we van een nieuwe regeling en heb ik het opnieuw geprobeerd.”

Rafy kreeg zijn verblijfsvergunning in 2008 en ging daarop snel actief aan de slag. Hij volgde een intensieve cursus Nederlands en deed staatsexamen in wis- en natuurkunde. De Irakees spendeerde verder tijd aan vrijwilligerswerk. Hij assisteerde bij inburgeringscursussen en voerde reparaties uit bij een lokale radio-omroep.

Op dit moment heeft hij vanwege zijn studie nauwelijks nog tijd voor nevenactiviteiten. Met ondersteuning van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF kon Rafy dit jaar aan de TU/e beginnen. Hij koos voor deze universiteit, omdat hij een technische studie wilde doen, Eindhoven relatief dichtbij zijn woonplaats Baarlo is en hij goede verhalen had gehoord over de opleiding. De eerste indruk is goed, alhoewel hij het niet gemakkelijk heeft. “De taal is nog altijd een barrière. Verslagen moeten in het Nederlands en dat kost me behoorlijk wat moeite. Ik begrijp mijn medestudenten wel, maar het is bijvoorbeeld lastig om op het juiste moment een grap te maken. Daar komt bij dat ik vijf jaar ouder ben dan de meesten.” Volgens Rafy heeft de Nederlandse student meer praktische vaardigheden dan de Irakese. “Hier leren ze eerder hoe je een presentatie geeft en is er meer ruimte voor discussie. Ik merk wel dat ik in de theorie wat verder ben.”

Het meest aan Nederland bevallen hem de vrijheid van meningsuiting en de kansen om verder te komen. En wat mist hij aan Irak? Een glimlach: “Dat vroeg mijn vriendin me laatst ook. Ik dacht eerst aan het eten en het weer, maar wat ik eigenlijk het meeste mis, is het lawaai. Hier is het vaak zo stil.”/.

Interview/Rafy Al Khayat door Judith van Gaal
Fotomontage/ Rien Meulman