Volgens de U-raad zitten aan de KWR, waarvoor de overheid in september van dit jaar groen licht gaf, twee grote risico’s. Ir. Rinus van Weert, voorzitter van de financiële commissie van de U-raad: “Enerzijds kunnen projecten voortijdig gestopt worden, waardoor de verwachte financiering wegvalt. En de regeling kan een verdringingseffect hebben, waardoor de inkomsten uit de tweede en derde geldstroom in 2010 lager uitkomen dan nu verwacht.” De wetenschappelijke staf van de TU/e zou, vanwege de begeleiding van onderzoekers uit het bedrijfsleven, minder tijd kunnen besteden aan het verwerven van gelden uit de tweede en derde geldstroom, meent de U-raad. Ook wordt volgens de raad de verhouding tussen het wetenschappelijk personeel en het ondersteunend personeel dat zich bezighoudt met primair onderwijs en het onderzoek, nog scherper gesteld. De raad vroeg zich af of dat wel gunstig is.

CvB-lid mr. Jo van Ham erkende dat de begroting dit jaar onder grote druk tot stand was gekomen en dat de KWR er een forse invloed op heeft gehad. Volgens hem is het verdringingseffect echter maar van tijdelijke aard. Eind volgend jaar loopt de KWR weer af. Hij voorzag op dit moment geen verdere problemen.

Overschotten
De U-raad had ook nog een punt van kritiek op de wijze waarop het CvB omgaat met begrotingsoverschotten. Maandag werd bekend dat de TU/e het derde kwartaal van 2009 heeft afgesloten met een positief saldo van ruim zes miljoen euro. Bij de raad leeft het beeld dat voor de besteding van dergelijke overschotten geen beleid bestaat, waardoor het een ad hoc karakter krijgt. Volgens Van Ham bestaat er wel degelijk beleid op dit punt: “We hebben een lijst met wensen van de faculteiten, die we in de nieuwe begroting nog niet hebben kunnen honoreren. Het gaat daarbij om een totaalbedrag van vier miljoen euro. Bij eventuele overschotten heeft het CvB de wensen gerangschikt op prioriteit.” Van Ham zegde toe de U-raad inzicht te verschaffen in de lijst. (HK)/.