spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB



Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Stad ‘verdient’ vijfentwintigduizend euro per student
9 december 2009 - Het loont om studentenstad te zijn. Want professoren, conciërges en huisjesmelkers geven hun geld uit bij de bakker en de drukkerij: de lokale economie wint vijfentwintigduizend euro per student, becijfert TNO.

Onderzoeksbureau TNO keek naar de twaalf universiteitssteden plus Den Haag en berekende de impact van universiteiten, hogescholen, academische ziekenhuizen en onderzoekscentra op de lokale economie. De onderzoeker keek dus niet naar het belang van een hoogopgeleide bevolking voor heel Nederland, maar naar de directe effecten van het kennisbedrijf binnen de stadsmuren.

En die zijn fors. In Wageningen is de werkgelegenheid voor meer dan de helft te danken aan het hoger onderwijs en R&D-bedrijfjes. In de grote steden Amsterdam en Rotterdam is dat aandeel een stuk lager, maar nog altijd 7,7 en 8,2 procent van de hele werkgelegenheid in de stad. Tilburg merkt het minst van zijn universiteit, die slechts 5,7 procent van de werkgelegenheid voor haar rekening neemt; Tilburg is niet groot, maar de universiteit is nog kleiner. Den Haag heeft wel een hogeschool, maar geen universiteit en dus is de impact daar slechts 2,2 procent.

Maar al die werknemers en studenten zorgen ook voor afgeleide banen. Denk aan barkeepers, kantoorboekhandelaren en kruideniers. Negen banen in het hoger onderwijs en R&D leveren de lokale economie gemiddeld twee afgeleide banen op. In sommige steden is dat effect sterker dan in andere. Groningen, Nijmegen en Rotterdam merken er het minst van. Daar zijn tien banen in het hoger onderwijs nodig voor twee banen eromheen. Maar in Delft, Enschede, Eindhoven, Wageningen en Tilburg is het effect sterker merkbaar: tien banen in het hoger onderwijs leveren daar drie afgeleide banen op.

Eigenlijk is dit effect niet eens zo sterk, vergeleken met het effect van pakweg een nieuwe V&D-vestiging of een nieuwe bowlingbaan. Dat komt volgens de onderzoekers doordat het belangrijkste product van hoger onderwijs human capital is: een hoogopgeleide bevolking. Het effect daarvan is niet gemakkelijk te meten.

Het rapport, dat TNO schreef in opdracht van de landelijke vereniging voor studentenhuisvesters Kences, meldt verder dat Groningen naar verhouding de meeste studenten telt: één op de vier inwoners is student. Utrecht en Nijmegen komen dicht in de buurt: daar is respectievelijk 23 procent en 21 procent van de stedelingen student. Rotterdam zit als enige universiteitsstad onder de tien procent studenten binnen de stadsmuren, maar Amsterdam (11,5 procent), Tilburg (12,6 procent) en Eindhoven (12,7 procent) zitten er niet ver boven. (HOP)