spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Prof.ir. Bas Molenaar, hoogleraar Architectural Design & Health Care
‘Wacht niet tot huizen worden dichtgetimmerd’
Om de totale leegloop van dorpen in plattelandsgebieden te voorkomen, pleit minister Verburg van Landbouw voor 'topdorpen'. In deze topdorpen moet het voor gezinnen met kinderen weer aantrekkelijk worden om te wonen. Welke dorpen moeten in aanmerking komen voor het label 'topdorp' en is het tij eigenlijk nog wel te keren?

“Krimp is een wereldwijd verschijnsel. Er zijn goede voorbeelden van gebieden waar totale leegloop is voorkomen”, zegt prof.ir. Bas Molenaar, hoogleraar Architectural Design & Health Care. Hij geeft leiding aan het afstudeeratelier 'Grey Power', waarin Bouwkundestudenten architectonische antwoorden formuleren op vraagstukken die te maken hebben met de vergrijzing. “Pittsburg is wat dat betreft interessant. In deze voormalige industriestad in de Verenigde Staten was het inwoneraantal op een zeker moment enorm teruggelopen. Er is toen besloten om veel groen toe te voegen, gebieden terug te geven aan de natuur en de infrastructuur te verbeteren. Daardoor ontstond een geweldig woon- en leefklimaat. Nu wordt Pittsburg als vestigingsplek dus weer interessanter. Ze hebben daar op het juiste moment een strategische keuze gemaakt.

Mijn studenten richten zich op cases in Limburg en Zeeland. Je ziet dat dorpen daar afzonderlijk projecten ontwikkelen om de leegloop te keren. Er zijn weinig gezamenlijke strategieën. Toch zijn er strategische keuzes nodig en wel op grond van de kwaliteiten van het hele gebied. Waar liggen de sterke punten en de kansen en waar mag je krimp best toestaan? Op plaatsen waar krimp plaatsvindt, kan dat leiden tot nieuwe kwaliteiten. Huizen kunnen grotere tuinen krijgen, of er kan een heel mooi natuurgebied komen.

Dorpen maken deel uit van een netwerk. In een 'topdorp' moeten voorzieningen samenkomen die mensen uit de omgeving weten te vinden. Zo voorkom je dat dorpen elkaar beconcurreren. Je kunt tenslotte niet in elk dorp een zorgsteunpunt inrichten. Het maken van strategische keuzes is precies wat de regering beoogt met die topdorpen.

Natuurlijk liggen dergelijke keuzes vaak politiek gevoelig. Niemand is geneigd om over de eigen gemeente heen te stappen. Politici zeggen bijvoorbeeld niet graag dat bepaalde voorzieningen in de toekomst wel in Geldrop zullen komen en niet in Heeze.

Bij gemeentes waar krimp plaatsvindt, zie je vaak een soort rouwproces. Eerst wordt het probleem ontkend en pas na een tijdje wordt de krimp geaccepteerd. Er ontstaat een strategie en dan een actieplan. Als dat op tijd gebeurt, is het tij nog te keren. Wanneer je afwacht tot er huizen worden dichtgetimmerd, wordt het lastiger. Er is een planologisch beleidskader nodig dat laatste te voorkomen. Architecten en stedenbouwkundigen kunnen helpen om op tijd een strategie te bedenken.

Tekst/Enith Vlooswijk 
Foto/Bart van Overbeeke