spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik heb niet graag tijd over”
21 januari 2010 - Actief als vastgoedadviseur voor de TU/e, voorzitter van de faculteitsraad en bestuurslid bij de Bouwkunde Bedrijvendagen - je studie zou er haast bij inschieten. Maar Dennis van Dijk, die met het oog op zijn afstuderen inmiddels toch maar wat nevenactiviteiten staakte, houdt zichzelf graag scherp en zijn agenda goedgevuld.
Als peuter stond hij, geïnspireerd door familieleden in de bouwkunde, al bovenop de werkbank met een boormachine tussen zijn benen. Dat Van Dijk (28) later bouwkunde ging studeren aan de Hogeschool Windesheim in zijn geboortestad Zwolle, was dan ook geen verrassing. Hij deed de richting architectuur, “maar tijdens mijn tweede stage bij een architectenbureau ontdekte ik: dit is niks voor mij. Architecten schetsen af en toe wat, maar zijn verder vooral veel aan het vergaderen. Het bleek veel minder creatief dan ik dacht.”

Tijdens zijn afstudeerproject, waarvoor hij zich bezighield met de uitwerking van het huisvestingsplan voor de hogeschool, was hij geïnteresseerd geraakt in vastgoed; een vervolgopleiding lonkte. In 2004 startte hij met de mastertrack Real Estate Management & Development aan de TU/e. “Als zij-instromer had ik geen behoefte om me nog vol in het studenten- en verenigingsleven te storten, wat in Delft gebruikelijk is. In Eindhoven voelde ik me meer thuis.”

De in Zwolle opgedane werkervaring op huisvestingsgebied smaakte naar meer. Al snel na zijn verhuizing naar Eindhoven mailde hij daarom de Dienst Huisvesting (DH) van de TU/e of ze een bijbaan voor hem hadden. “Als ik alleen vakken had gevolgd, had ik tijd overgehad. Dat past niet bij mij; ik heb niet graag tijd over.” Van Dijk mocht op gesprek komen: “De universiteit was bezig met een nieuw huisvestingsplan; men vond het leuk om daar iemand bij te betrekken die nog met beide benen in het onderwijs stond én ervaring had met een vergelijkbaar traject.”

In februari 2005 kwam Van Dijk in dienst bij DH; eerst voor twee, later voor vier dagen. Hij bemoeide zich vooral met de eerste fase van het masterplan Campus 2020: de nieuwbouw van de W-hal. De student was onder andere betrokken bij het overleg met gebruikers, het programma van eisen en de selectie van de architect. “Ik had verwacht dat alle betrokkenen direct heel enthousiast zouden meewerken. Maar iedereen maakte zich in eerste instantie vooral druk om kleine, persoonlijke dingetjes: de eigen werkplek die misschien kleiner wordt, de parkeerplaats die straks mogelijk wat verder weg ligt… Die aanvankelijke weerstand verbaasde me, maar was wel heel leerzaam.”

Intussen was Van Dijk ook actief bij de Bouwkunde Bedrijvendagen en was hij lid (en vanaf 2007 voorzitter) van de faculteitsraad. Alle ‘buitenschoolse’ bezigheden vulden elkaar mooi aan, vindt hij. Zo leerde hij binnen de faculteitsraad meer over hoe bijvoorbeeld de universiteit, faculteiten en de medezeggenschap georganiseerd zijn - waardevolle informatie voor zijn werk bij Dienst Huisvesting.

Inmiddels is hij gestopt met al zijn nevenactiviteiten aan de TU/e; eerst met het werk voor de Bouwkunde Bedrijvendagen, daarna met het faculteitsbestuur en afgelopen november met zijn werk bij DH: “Want ik moest toch maar eens gaan afstuderen.” Adviesbureau AT Osborne, actief aan verschillende universiteiten en ook de TU/e, bood Van Dijk een baan aan als consultant. Zijn ambitie en kritische houdingen hadden blijkbaar indruk gemaakt: “Ik heb in het masterplanproces regelmatig foutjes uit hun rekenmodel en rapporten gehaald. Iemand bij het bureau zei dan: “Nú is het Dennis-proof.”

Van Dijk accepteerde de baan - voor vier dagen in de week, zodat hij daarnaast kan gaan afstuderen. Zijn afstudeervoorstel moet hij nog schrijven. “Het gaat in de richting van duurzame projectontwikkeling. Veel projectontwikkelaars zeggen duurzaam te werken, maar wat houdt dat in?”

Van Dijk zou het anderen zeker aanbevelen om naast hun studie werkervaring op te doen, “maar misschien wel in een iets andere verhouding dan ik heb gedaan - of je moet, net als ik, niet al te zeer gesteld zijn op je vrije tijd. Je leert zoveel méér door in de praktijk dingen te doen wanneer je alleen met je boeken in de collegezaal zit. Kijkend naar bijvoorbeeld de bekostiging snap ik dat de rector wil dat studenten harder studeren, maar dat wil toch niet zeggen dat ze alle nevenactiviteiten maar moeten laten schieten?”/.
Interview/Dennis van Dijk door Monique van de Ven
Foto/Bart van Overbeeke