spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Prof.dr.ir. Jan Fransoo, hoogleraar Operations Planning and Control
Eigen belangen hulporganisaties verergeren chaos bij ramphulpverlening
In Haïti struikelen de hulporganisaties over elkaar in hun pogingen hulp te bieden aan het door een aardbeving getroffen rampgebied. Het gevolg van alle drukte is dat de hulp juist stagneert. Is dit een onoverkomelijk probleem waarmee rampen nou eenmaal gepaard gaan, of valt deze chaos in de toekomst te voorkomen?

“Een goede voorbereiding is heel belangrijk om de logistiek bij hulpverlening na rampen te verbeteren”, zegt prof.dr.ir Jan Fransoo, TU/e-hoogleraar Operations Planning and Control. “Natuurlijk weet je nooit wanneer een ramp plaatsvindt. Maar er zijn wel regio’s waar relatief vaak rampen gebeuren. Als je in centraal Amerika een depot aanlegt met hulpgoederen, kun je de middelen van daaruit sneller en met andere transportmiddelen aanvoeren dan met het vliegtuig. Nu worden de goederen vanuit allerlei plaatsen op de wereld per vliegtuig vervoerd.

In het geval van Haïti bestaat de kans dat er een overreactie komt: er worden heel veel goederen gestuurd die pas in de loop van de komende weken aankomen. Als je ze allemaal bij elkaar optelt, is het wellicht te veel. Uit logistieke modellen blijkt dat de kraan te ver wordt open gezet als het lang duurt om goederen te verschepen. Mensen nemen die goederen die al onderweg zijn niet mee in hun beslissing.

Alle hulporganisaties concurreren met elkaar om het gebruik van de infrastructuur en van vrachtwagens om hun goederen mee te vervoeren. Daardoor worden die schaarse middelen niet efficiënt benut. Als er een ramp is gebeurd, gaan er honderden of, in het geval van Haïti, duizenden non-gouvermentele organisaties heen. Er is niemand die hierover de regie voert.

Die coördinatie ter plekke is heel belangrijk. De overheid is in dit geval onmachtig. Het Rode Kruis of de Verenigde Naties zijn dan voor de hand liggende partijen om te coördineren. Het Rode Kruis heeft wel de experts hiervoor in huis, maar heeft te weinig macht om de regie over andere organisaties uit te voeren.

Het probleem bij rampen is dat niet-gouvermentele organisaties allemaal zelf succes willen boeken, zodat ze de aandacht van de media snel trekken. Daardoor stellen ze namelijk op de langere termijn hun eigen inkomsten veilig.

Er moet dus een soort internationaal draaiboek voor ramphulp komen, maar ook iemand met ervaring en morele autoriteit die hierover beslissingen kan nemen.

Als je op zo'n korte termijn knopen moet doorhakken, kun je niet met iedereen overleggen.

Ik ben wel optimistisch over de toekomst. Met name bij het Rode Kruis bestaan al veel initiatieven om problemen te voorkomen. Daar zijn ook veel onderzoekers uit mijn vakgebied bij betrokken. Onze eigen vakgroep doet hier overigens geen onderzoek naar.”/.


Prof.dr.ir. Jan Fransoo.
Foto: Bart van Overbeeke 

Tekst/Enith Vlooswijk 
Foto/Bart van Overbeeke