spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
21 januari 2010 - Als Amerika (de VS) een slang is, dan is Plasterk een konijntje, gebiologeerd door deze slang. Onze minister is zo gefascineerd door de VS, dat hij er soms onwaarheden over vertelt. Een paar jaar geleden beweerde hij in NRC Handelsblad: ‘Europa loopt wetenschappelijk al honderd jaar lang achter bij de VS’. Dat is een pertinente leugen.

Stelt u zich wetenschappelijk Amerika voor rond de vorige eeuwwisseling. Waar waren de Amerikaanse Bohrs, Heisenbergs, Einsteins, Fermi’s en Diracs? De Amerikaanse fysicus Robert Purrington schrijft in zijn boek ‘Physics in the Nineteenth Century’: “The story of nineteenth-century physics is largely the story of European physics”. Deze toestand bleef praktisch onveranderd tot de jaren 1930, toen veel Europese wetenschappers voor de naziterreur naar de VS vluchtten. Zo werden de Amerikaanse atoombommen gemaakt door Duitse joden -nou ja, Oppenheimer was de zoon van een Duitse jood- en de Amerikaanse raketten door Duitse nazi’s. De Amerikaanse wiskunde was in de negentiende eeuw bijna non-existent, en werd tot in de jaren 1920 beheerst door de Engelsman Sylvester en de Duitsers Klein en Hilbert. In de Amerikaanse kansrekening en statistiek werd tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw de toon gezet door de Fransen Lehmann, Loève en Le Cam, de Kroaat William Feller en de Pool Mark Kac, promotor van de bekende Amerikaans-Nederlandse kansrekenaar Harry Kesten. Kortom, bijna alles wat onze minister een jaar of vier geleden over Amerika (VS) beweerde, was geheel of gedeeltelijk onwaar. Of het om onwetendheid gaat of om misleiding doet er weinig toe; het is een onderwijsminister -was hij toen nog niet- onwaardig.

Wat moeten we met deze gebiologeerde minister, die nu weer pleit voor een ‘Californisch model’. Wa is da? Wat weet hij eigenlijk van de VS; is hij er na zijn post-doctijd in Pasadena nog wel eens -anders dan als wetenschappelijk toerist- terug geweest? In Amerika zijn zestig universiteiten aangesloten bij de Association of American Universities. Deze zestig verlenen meer dan de helft van alle Amerikaanse doctorstitels. Dat betekent dat de VS het equivalent van hooguit honderdtwintig echte universiteiten heeft. Omdat Amerika twintig keer zoveel inwoners heeft als Nederland, zou Nederland hooguit zes echte universiteiten moeten hebben. Welke doen we weg, welke voegen we samen? Kunnen we onze universiteiten toevertrouwen aan een konijntje?

Fred Steutel