spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Columnist:
Monique Hendriks

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Studenten tillen OCW voor 27 miljoen
21 januari 2010 - Fraude met de studiebeurs voor uitwonenden kost naar schatting zo’n 27 miljoen euro per jaar. Gemeenten mogen straks controleren of studenten inderdaad uitwonend zijn, schrijft Onderwijsminister Ronald Plasterk aan de Tweede Kamer.

Studenten die bij hun ouders wonen, ontvangen een basisbeurs van 93 euro per maand, terwijl zelfstandig wonende studenten 260 euro krijgen. Daarom sjoemelen studenten wel eens: ze beweren op kamers te wonen, terwijl dat niet zo is. Zo strijken ze maandelijks 167 euro extra op.

Vijf procent van de adressen in de gemeentelijke basisadministratie klopt niet, bleek onlangs uit onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als studenten net zo vaak het verkeerde adres opgeven als andere burgers, komt de fraude met de uitwonendenbeurs volgens OCW neer op 27 miljoen euro per jaar.
Het risico van de fraude was klein. De Informatie Beheer Groep stond nooit op de stoep, en daarbij: er stond geen boete op. Hooguit werd achteraf de beurs voor uitwonenden omgezet in een beurs voor thuiswonenden.

Maar daar wil minister Plasterk verandering in brengen. Er komen boetes, huisbezoeken en betere opsporingsmehoden. In uitzonderlijke gevallen wordt de bewijslast omgekeerd: dan moet de student aantonen dat hij inderdaad woont waar hij zegt te wonen.

Gevoelig
Dat laatste ligt gevoelig, niet alleen bij de studentenbonden, maar ook bij enkele fracties in de Tweede Kamer. Is omkering van de bewijslast niet al te rigoureus? Nee, antwoordt minister Plasterk. Alleen als er een ‘specifiek vermoeden’ is en wanneer ‘uit data-analyse blijkt dat het risico groot is’ zal dit middel worden ingezet. Hoe de student kan bewijzen dat hij ergens woont? Dat wordt nog nader uitgewerkt.

Het is nog niet bekend waar de fraudebestrijders precies op gaan letten, maar Plasterk geeft wel voorbeelden. Als studenten in dezelfde straat wonen als hun ouders, kan er wel eens sprake zijn van fraude. Ook als er abnormaal veel studenten in hetzelfde huis wonen, is er een verhoogd risico.

Het heeft geen zin om voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen IB-Groep) een eigen opsporingsapparaat op te tuigen, vindt de minister. Hij wil graag aanhaken bij de sociale recherche van de gemeenten en voert daarover overleg. De gemeenten zullen daar extra middelen voor krijgen.

Als studenten een boete krijgen, moeten ze die meteen betalen. Plasterk denkt nog na over de gevallen waarin een armlastige student die boete niet direct kan voldoen. “Het is in ieder geval niet mijn bedoeling dat het bedrag wordt opgeteld bij de langlopende schuld nu deze schuld pas minimaal twee jaar na het ophouden met studeren hoeft te worden voldaan en onder zeer soepele, inkomensafhankelijke voorwaarden kan worden afbetaald.” (HOP)/.