spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik schreef voor een dubbeltje per uur”
11 maart 2010 - Tijdens haar praatje op zijn afscheidsreceptie gromde ze nog een beetje. Roel Smits’ baas kon maar niet begrijpen dat iemand die het voorrecht heeft bij het Max Planck Instituut te werken, dit opgeeft om auteur te worden. Maar TU/e-alumnus Smits was vastbesloten, hij wilde zijn geld gaan verdienen met het schrijven van fictie. Nu, zeven jaar later, ligt zijn tweede boek in de winkel.
Smits denkt dat werkgevers in 1988 aan hem konden zien dat hij nog niet wist wat hij wilde, vertelt hij grijnzend. Na zijn afstuderen bij Technische Natuurkunde had hij niet direct een baan en ging als vanzelfsprekend promoveren bij het Instituut voor perceptieonderzoek. Daarna deed hij postdoc-onderzoek aan waarneming van spraakklanken aan het University College in London en vervolgens kwam hij terecht op het Max Planck Instituut in Nijmegen. Het is een logische loopbaan voor een man met glansrijke punten op zijn vwo-diploma.

“Keuzevrijheid is een illusie”, weet hij nu. “Je kiest wat je kunt doen. Toen ik van de middelbare school kwam, vroeg ik me niet af wat mij vervulling zou geven. Daar was ik te jong voor.” Smits bedoelt dat hij vanzelf in zijn wetenschappelijke carrière rolde. Na een aantal jaren op het Max Planck begon het onbehagen. “Ik kreeg steeds meer twijfel. Iets in mij kreeg geen ruimte. Mijn creativiteit zocht een uitweg.”

Toen hun jongste zoon Daan naar de basisschool ging, besprak hij met zijn vrouw Tilde Bekker (universitair docent bij Industrial Design) of hij zijn baan kon opzeggen. Het was financieel mogelijk omdat ze genoegen nemen met een bescheiden huis met eenvoudige inrichting. “Om geld te verdienen met schrijven moet je eerst jaren investeren.” Wanneer hij rekent met de opbrengst van zijn debuut, de verhalenbundel ‘Honderd procent mens’, schiet hij in de lach. “Ik kreeg van de uitgever een voorschot. In een standaardcontract, wat ik had, krijgt de schrijver tien procent van de verkoopprijs van ieder verkocht boek. Er zijn vierhonderd boeken verkocht voor 16,50. Mijn voorschot was groter. Eigenlijk heb ik een dubbeltje per uur verdiend.” Maar Smits kreeg ook goede recensies. En voor zijn tweede boek kreeg hij van het Fonds voor de Letteren een stimuleringsbeurs. Hij heeft ‘bijbanen’: hij werkt als docent bij het CKE, geeft een cursus rapportschrijven bij Industrial Design en hij heeft een tekstbureau. Maar dan nog: “Zonder partner met een goede baan zou het niet lukken.”

Sinds februari ligt ‘De tovenaar van Petersburg’ in de winkel. Het is een roman over een bioloog die begin twintigste eeuw een mammoetskelet gaat ophalen uit Siberië, samen met zijn zoon. Het zijn twee tegenpolen, de professor met zijn puur wetenschappelijke benadering van alles wat hij tegenkomt en de adolescent die juist geïnteresseerd is in spirituele verklaringen. Smits heeft zich helemaal ingeleefd in die twee, heeft zelf ook trekjes van beide karakters. “Wat ik altijd heb gevoeld, is dat je met een goed werkend logisch brein geneigd bent daarmee je angstgevoelens te controleren. Emoties kunnen je heel sterk van slag brengen, je kunt je proberen te wapenen met de logische geest. Dat is dus wat ik in de hoofdpersoon in het extreme heb neergezet. Otto Herz is niet iemand die niets voelt, hij kan alleen heel goed het deksel erop houden, als een soort bescherming.”

Een belangrijk thema in het boek is het afwijzen van hulp. “Het komt heel veel voor dat mensen met emotionele problemen zich niet laten helpen. Het is heel moeilijk om hen te helpen. Mijn hoofdpersoon laat zich niet helpen. En zo ken ik ook mensen in mijn omgeving.”

Hij schreef het boek aan de tafel in de woonkamer, de gordijnen dicht, met pen in Italiaanse schriften. Regelmatig is hij bang geweest dat het die dag niet zou lukken. ‘The terror of the empty page’ kwam dan heel dichtbij. Wat ook tegenviel, was dat schrijven zo uitputtend blijkt te zijn. “Tegen lunchtijd ben ik echt moe.” Hardlopen helpt dan.

Spijt van zijn carrièreswitch heeft Smits helemaal niet. “Het leukste aan schrijven is dat je jezelf kunt verbazen. Spontaan komen zinnen en ideeën op. Ik ben een sterk naar binnen gericht persoon met een heel levendige fantasie. Nu ik daar dagelijks ruimte aan kan geven, voel ik me goed. Ik voel dat ik doe wat de bedoeling is.”/.
Interview/Roel Smits door Norbine Schalij
Foto/Bart van Overbeeke