spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Nederlands paviljoen van TU/e-alumnus blikvanger op Wereld Expo in Shanghai
Happy Street, de toegankelijke oneindigheid

29 april 2010 - Het Nederlandse Paviljoen is een van de blikvangers tijdens de Wereld Expo 2010 in Shanghai. Nog voor de start op 1 mei is het gebouw door de wereldpers onthaald als een sensatie. De kleurige constructie met de naam ‘Happy Street’ is vernuftig, creatief en speels. Kunstenaar en architect John Körmeling en constructeur Rijk Blok tekenden voor het ontwerp en de uitvoering. Hun inbreng zorgt voor een flink TU/e-aandeel.

“De maquette ziet eruit alsof een eerstejaars student Bouwkunde dat ook had kunnen maken. Maar als je goed kijkt, dan zie je dat alle ideeën er al in zitten.” Ir. Rijk Blok wijst naar een stuk slingerend ijzerdraad, vastgezet met pinnen op een stevige kartonnen plaat. De foetus van Happy Street.

Met een duo genaamd Johnny en Rijk ligt een naam als Happy Street natuurlijk voor de hand. Maar achter die scherts schuilt natuurlijk ook ernst. John Körmeling studeerde af aan de faculteit Bouwkunde waar Rijk Blok in deeltijd werkt als universitair docent. In het verleden heeft het tweetal al meerdere projecten uitgevoerd, onder meer in Breda en Rotterdam. Maar dat werk verbleekt bij de omvang van het Nederlandse paviljoen dat op 1 mei opengaat op de Wereld Expo 2010 in Shanghai.

Bij het binnenhalen van de opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZ) in 2008 werden de kosten aanvankelijk geraamd op 9,5 miljoen. Mede door het lage arbeidsloon in China valt dat bedrag nu bijna vier miljoen euro lager uit. Iets wat niet vaak voorkomt in de bouwwereld. Blok: “In opdracht van de EVD, een agentschap van EZ, hebben we alle advieswerkzaamheden, van goedkeuring van de bouw tot en met de sloop in één hand gehouden. Vanwege de risico’s hebben we een bv opgericht en vanuit daar partners gezocht. In Nederland kwamen we vrij snel uit bij het adviesbureau ABT. In China hebben we, vooral vanwege de communicatie, gekozen voor de Tong Yi universiteit van Shanghai. Die is meer internationaal gericht dan de designinstituten die telkens een Engelse tolk moeten inhuren.”



Maar zelfs dan blijken er heel wat misverstanden en vreemde toestanden te ontstaan. Bijvoorbeeld op het gebied van brandwerendheid. “De controle ervan ligt in China bij het leger en dat is een tamelijk starre organisatie. We hebben bijvoorbeeld een brugdek dat dertig minuten brandwerend is en huisjes die, geheel volgens de voorschriften, zestig minuten brandwerend zijn. In geval van brand zou de constructie dus eerder instorten, terwijl de huisjes nog intact zijn. De meeste huisjes zijn bovendien alleen maar etalages waar de bezoekers niet in kunnen. Toch moesten er wel overal sprinklerinstallaties in.”

Nog zo’n voorbeeld. Vanwege het broeierige klimaat in Shanghai had Körmeling Happy Street uitgerust met grote ventilatoren. “Die zorgen voor een fris windje. Elke keer als we in Shanghai kwamen, werd ons verteld dat ze die niet konden maken. Toen bleek dat wij een ventilator getekend hadden met zeven bladen, terwijl ze die in China alleen maar hebben met vijf bladen. Tja, tegen dat soort dingen loop je aan”, zegt Blok lachend.

Ook het feit dat Körmeling genoegen nam met opbouwmateriaal in de huisjes, in plaats van alles netjes in de muren weg te werken. Dat vonden de Chinezen onbegrijpelijk. Het is toch een expo? Dan moet je het duurste van het duurste nemen. Blok: “Dat is een heel andere manier van denken. Als ze eenmaal snappen wat je wilt, krijgen ze er plezier in en gaan ze ervoor.”

De constructie van Happy Street steunt op stalen kolommen en palen vanwege de slappe rivierklei in Shanghai en de kans op aardbevingen. Maar lassen kunnen de Chinezen als de beste, hebben Körmeling en Blok ervaren. “We hadden alle liggers uit standaardprofielen willen maken. Maar onze aannemer bood aan om die zelf te maken, met schuine flenzen. Ze zijn zo in elkaar gelast. Daar draaien ze hun hand niet voor om. Ook de huisjes zijn gemaakte van lichte staalconstructies. “Staal kun je hergebruiken. Het is duurzaam. Dat is ook een van de thema’s in Shanghai. Maar als je eerlijk bent, is een expo nooit duurzaam. Al die miljoenen bezoekers moeten er naartoe reizen. Dat is ook een boel CO2-uitstoot. En de tentoonstelling duurt maar een half jaar. Dus als je energie wilt besparen door een hoop isolatiemateriaal te gebruiken, dan verdien je dat niet eens terug. In die zin is de expo eigenlijk een feestje”, zegt Blok.

Dat draagt Happy Street ook duidelijk uit. Het ingenieuze stalen geraamte is bekleed met cementvezelplaten en afgewerkt met een dunne laag witte kunststof. Daarover heen zijn bonte kleuren gedrapeerd. De weg die het publiek langs de huisjes leidt, is felrood. Veel huisjes zijn geel en roze. Langs de ‘Street’ knippert ledverlichting. “Het heeft wel iets weg van een kermis”, erkent Blok. “Maar duurzaamheid wordt vaak gezien als meer dan alleen de ecologische impact van materialen en energie. Ook op het menselijk niveau is het belangrijk hoe sociaal en cultureel de stad georganiseerd is. In die zin is het concept van John wel heel erg duurzaam. Hij gaat uit van het thema ‘Better City, Better Life’. En dat begint met een goede straat en een mix van allerlei functies. Aan het paviljoen zitten woningen, een kantoor, fabriek, bank, cinema, tankstation en zelfs een voetbalveld. Onder ligt op de grond groen kunstgras met blauwe banen die water voorstellen. Daar ligt ook een zandzuiger, met de kop half verzonken in de bodem. Een enorm ding, gekregen van Boskalis. Happy Street heeft de vorm van een acht, een geluksgetal voor de Chinezen. Bezoekers volgen de weg omhoog en weer omlaag naar het beginpunt. Happy Street is eigenlijk een toegankelijke oneindigheid.”

Blok en Körmeling zijn sinds 2007 meer dan veertig keer op en neer naar Shanghai gevlogen. Thuis wordt onderhand uitgekeken naar het einde van het project. Blok, lachend: “Dat geldt zowel voor de familie van John als die van mij. Het geeft veel energie en is enorm leuk om te doen, maar ook heel vermoeiend door het tijdsverschil. Vreemd genoeg heeft dit project niet tot spanningen geleid. John en ik kunnen het nog steeds goed met elkaar vinden. Dat wil niet zeggen dat we het over alles eens waren. We hadden wel altijd hetzelfde doel voor ogen; hoe krijgen we dit project zo goed mogelijk gerealiseerd.”

Het was een van de hoofdtaken van de EVD om sponsors te werven, maar dat werd pas een succes door de inzet van Körmeling, zegt Blok. “Hij heeft dat allemaal geregeld. Hij is naar Nederlandse bedrijven gegaan. Heeft universiteiten bezocht om te kijken welke interessante onderzoeken in Shanghai tentoongesteld konden worden. Door de enigszins vreemde benadering van de EVD is de samenwerking met John niet altijd even gemakkelijk geweest. Ik vind het moeilijk om daar een verklaring voor te bedenken. Ik denk dat ambtenaren heel erg gericht zijn op het voorkomen van risico’s. En John is tamelijk onorthodox. De manier waarop hij juist opereert, is het zien van kansen. En dat klikt niet altijd. De EVD is ook een soort besloten club. Ze dachten dat doen we zelf wel, op onze eigen manier. Ja, dan krijg je de onvermijdelijke tulpen, molens en klompjes. Dat is door de toenmalige Rijksbouwmeester Mels Crouwel gezien. Hij schreef de prijsvraag uit voor het ontwerp. Volgens hem moest het een architectonisch ontwerp zijn, maar tegelijkertijd een integraal ontwerp voor de tentoonstelling. John heeft dat goed opgepakt. Door gewoon door te zetten, denk ik dat het een heel grote klapper wordt.”/.

 

Wereld Expo: Better City, Better Life


John Körmeling (links) en Rijk Blok.


De wereldtentoonstelling in Shanghai loopt van 1 mei tot en met 31 oktober. De expo heeft als thema ‘Better City, Better Life’. Ruim 192 landen en internationale organisaties tonen hun ideeën voor leefbare steden in de 21ste eeuw.

Het Nederlandse paviljoen met de naam Happy Street is opgebouwd rondom een straat met huisjes. Het is gebouwd als een soort achtbaan. Het publiek loopt over een lange rode, vijf meter brede boulevard en kan in ieder huisje bekijken hoe innovatief en duurzaam Nederland omgaat met ruimte, energie en water. Thema’s zijn onder meer waterzuivering, computertechnologie en zonne-energie. Elk huisje is in een andere architectonische stijl gebouwd. De 28 kleurrijke huisjes langs de ongeveer duizend meter lange straat vormen zo samen een afspiegeling van de Nederlandse architectuurtraditie. Er wordt gerekend op ongeveer zeven miljoen bezoekers.

Behalve Körmeling en constructeur Rijk Blok, zijn ook andere TU/e’ers betrokken geraakt bij Happy Street. Zo heeft ABT, het bureau van voormalig Bouwkundehoogleraar prof.ir. Frans van Herwijnen, meegewerkt aan de constructie. En met hulp van prof.ir. Cees Kleinman, hoogleraar Bouwkunde, zijn de contacten gelegd met Chinese ontwerpbureaus en aannemers. Verder heeft Tim Pouwels, student Bouwkunde, in Shanghai een half jaar staaltekeningen gecontroleerd en staat op dit moment studente Bouwkunde Rafaella Broft in China de opdrachtgever bij in het management.

Op de tentoonstelling zelf wordt de TU/e vertegenwoordigd door het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS) dat, in samenwerking met Philips, doorlopend een driedimensionale animatie toont van een Eindhovens onderzoek onder leiding van prof.dr. Bert Meijer en universitair docent dr.ir. Patricia Dankers. Het filmpje van één minuut draagt de titel ‘Towards a living artificial kidney’ en komt uit de koker van de animatiestudio van ICMS, onder leiding van dr.ir. Koen Pieterse.

In het Nederlandse paviljoen zijn verder tientallen bijdragen te zien van bedrijven, instellingen en kunstenaars. Er is onder meer een thuisboerderij van Philips die biologische sla, komkommers, kruiden en vis produceert met gebruik van water, organisch afval en zonlicht. Designer Piet Hein Eek toont een interieur van een aantal van zijn bekende recyclemeubelen. Viktor & Rolf hebben een heel aparte jurk gecreëerd die ze tonen met een driedimensionale animatie. Dan is er een ‘Purification Plant’ waar een zuiveringsinstallatie van Norit drinkwater maakt dat lichtvoetig wordt geschonken voor het publiek uit benzinepompen(!), en een huisje met de kleinste chip ter wereld van ASML. Textielbedrijf Ten Cate laat een pak van een brandweerman zien dat een alarm geeft als het in zijn directe omgeving te heet wordt. En de eerste prijs is al binnen: Looking through Stardust is in mei door de Chinezen al tot het meest bijzondere huisje verkozen. Het toont een replica van de Herschel-satelliet. Aan boord van de echte satelliet in de ruimte bevindt zich het Nederlandse ruimte-instrument HIFI, onderdeel van het meest omvangrijke ruimtevaartproject waaraan Nederland meedoet.

Shanghai is de grootste stad van China. Het terrein van de expo was vroeger een terrein aan de rand van de havenstad, gedomineerd door staalfabrieken en scheepsrederijen. Nu is het opgedeeld in continenten waar ieder land een eigen paviljoen heeft. Ook is er een gedeelte waar steden zich met een eigen paviljoen presenteren. Daaronder Rotterdam met het paviljoen ‘Rotterdam Water City’. Centraal staan water, klimaat, waterbescherming en vernieuwende oplossingen op dit terrein. Bezoekers kunnen onder andere een levensechte dijk bekijken en een waterplein dat grote hoeveelheden regenwater kan verwerken.

Na afloop van de wereldtentoonstelling worden de paviljoens ontmanteld en verrijzen er woningen en kantoren in het gebied. Het is de bedoeling om paviljoens te herbouwen in diverse Chinese steden./.

Via Google Earth zijn prachtige overzichtsbeelden te zien van de wereldtentoonstelling. En op de website www.happystreet.nl is te lezen en zien hoe het Nederlandse paviljoen tot stand is gekomen.


Wereld Expo/Frits van Otterdijk