spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Eerste stap naar nieuwe techniek om vroeggeboorte te voorspellen

29 april 2010 - Vroeggeboorte is de belangrijkste oorzaak van babysterfte. Bestaande methoden om hierover voorspellingen te doen, zijn zeer onnauwkeurig. Chiara Rabotti onderzocht en ontwikkelde een andere manier om samentrekking van de baarmoeder te meten. Op maandag 26 april promoveerde ze met haar proefschrift ‘Characterization of uterine activity by electrohysterography’.

Er zijn medicijnen om voortijdige weeën te stoppen, maar die werken alleen als ze tijdig en in de juiste dosis worden toegediend. Het is dus zaak om snel te kunnen constateren dat er voortijdige weeënactiviteit is. Bestaande methoden om een vroeggeboorte te voorspellen zijn vervelend, gevaarlijk en/of onnauwkeurig. Tijdens de bevalling kan weeënactiviteit gemeten worden met een katheter die wordt ingebracht. Maar bij die handeling kan de foetus geraakt worden en kunnen er beschadigingen optreden waardoor de baby zelfs kan overlijden. Een andere methode is een riem met elektroden om de buik, maar voorspellingen met die methode zijn onbetrouwbaar. Promovenda Chiara Rabotti (Florence, 1977)ontwikkelde bij de Signal Processing Systems-groep van de faculteit Electrical Engineering een uitwendige meetmethode die betrouwbaar is, zodat er tijdig kan worden ingegrepen.

Rabotti: “Een analyse van de baarmoeder met elektrohysterografie, een manier om elektrische stroompjes te meten, is een mogelijkheid. Het principe is al meer dan tachtig jaar oud en bekend van bijvoorbeeld EEG’s. Het is echter vrij nieuw om hiermee de baarmoeder te onderzoeken.”

Het uitgangspunt daarbij is dat spieren worden geactiveerd door elektrische stroompjes. Weeën worden opgeroepen door elektrische activiteit die verdeeld wordt over de hele baarmoeder. Met elektrohysterografie meet je die elektrische activiteit via elektroden op de buik. Daarvoor moet Rabotti diverse wetenschappelijke vragen beantwoorden: “Moet je op een groot oppervlak (de hele buik) meten of kan het ook op een klein(er) gedeelte? Hoe dik is de huid en welke rol speelt dat? In welke richting beweegt het stroompje zich en hoe snel gaat die? Want in een gewone spier, bijvoorbeeld in de arm, gaat de stroom altijd van boven naar beneden. Is dat bij de baarmoeder, die een heel ander soort spier is, ook zo? Wordt dus maar een deel van de baarmoeder gestimuleerd of het geheel? Ofwel: gaat het om een aanstaande bevalling of om iets anders?”

In het theoretische deel van haar proefschrift besteedt ze, naast het maken van een theoretisch model, extra aandacht aan het effect van de plaatsing van elektrodes, en aan de invloed van de huid en onderhuids weefsel, want elke buikwand heeft verschillende diktes. Ze ontwikkelde een wiskundig model om de elektrische signalen te beschrijven, afhankelijk van de dikte van de buikwand, in beelden en grafieken. Hierin komt ook de weebeweging tot uitdrukking, en de richting waarin de wee uit gaat.

In het Maxima Medisch Centrum ontwikkelde en testte Rabotti twee soorten matrices met elektroden. De eerste, een grote matrix, werd over de hele buik verspreid en meet de gehele baarmoeder net voor of tijdens de bevalling. Na vele testen bleek dat haar model goed klopt met de metingen.

Vervolgens was de vraag: kan het ook met een kleine matrix? Die is immers tijdens de bevalling veel praktischer. Voor de tests gebruikte ze een prototype van zo’n drie bij drie centimeter, een soort pleister. Die bleek de snelheid en de richting van de beweging van de signalen perfect te meten en uit de vergelijking van haar methode met de bestaande manieren blijkt dat de resultaten goed overeen komen. Bovendien geeft deze methode veel meer informatie dan de inwendige katheter, omdat die maar op één plaats in de baarmoeder meet. De eindconclusie is dan ook dat de weeën betrouwbaar gemeten worden. De volgende fase is voorspellen hoe lang het duurt voor de geboorte daadwerkelijk begint. Daarvoor is al een project opgezet met EU-subsidie, waaraan Rabotti waarschijnlijk deelneemt als postdoc. “Ik wil graag verder in biomedisch onderzoek, wat ik motiverender en interessanter vind dan pure elektrotechniek.”

Een enthousiaste maar tegelijk voorzichtige Rabotti: “Ik noem het zelf een veelbelovend onderzoek, want er moet verder onderzoek en er moeten meer tests worden gedaan voor je een betrouwbaar product kunt maken. Dit is nog maar een eerste stap, ik heb nog niet alle aspecten die een rol spelen mee kunnen nemen. Zo is het bijvoorbeeld de vraag of deze methode ook voor verschillende soorten patiënten werkt. Maar de verwachtingen zijn zeer hoopvol.”
Dat vindt ook haar promotor prof.dr.ir. Jan Bergmans: “Dit onderzoek levert veel belangrijke inzichten op die kunnen leiden tot nieuwe technieken om vroegtijdige geboorte op te sporen. Belangrijk is dat Rabotti de benodigde hoeveelheid elektrodes en de plaatsing onderzocht, zodat er een methode ontstond die minimaal gelijkwaardig is aan nu gebruikte manieren en nog veel meer belooft. In de toekomst zou je zo’n matrix bijvoorbeeld -onzichtbaar- kunnen implementeren in kleding, of eerst in een pleister. Je kunt ook denken aan telemonitoring vanuit het ziekenhuis, terwijl de vrouw thuis is. Maar de eerste stap is om deze techniek in het ziekenhuis te introduceren, en dat is geen toekomstmuziek.”/.

Vroeggeboorte/Gerard Verhoogt
Foto/Bart van Overbeeke