spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effe zeuren
29 april 2010 - Op welke plaats staat u in de top van de kenniseconomieën? Rare vraag, want u bent geen land? Nee, maar wel een inwoner.

Academisch Nederland houdt van lijstjes. Wij zijn graag een nummer, een laag nummer. Nu moeten we weer van mevrouw Hamer, en van NWO, KNAW en VSNU, naar de top vijf van de kenniseconomieën. Niemand weet wat dat betekent of hoe je dat zou kunnen worden, maar: op naar de top! Volgens onze minister-president bestaat de huidige top vijf uit Denemarken, Zweden, Zwitserland, Singapore en de Verenigde Staten. Zouden er vragen worden gesteld op het partijcongres van de CPC (China)? ‘Rijk van het Midden verslagen door plutocratisch Singapore!’

Hoe JPB aan dat lijstje komt en wat onze plaats daarop is, weet ik niet. Dat Denemarken boven de VS staat betekent dat het gaat om kenniseconomie per inwoner. U kunt dus ook als persoon aanspraak maken op een plaats in de lijst. Ik verwacht niet dat Mariëtte Hamer, Jos Engelen, Robbert Dijkgraaf of Sijbolt Noorda hoge ogen zullen gooien: medewerking aan dit soort onzinlijstjes is natuurlijk slecht voor de economie. Het is een politieke stunt: er moet meer in onderwijs en onderzoek geïnvesteerd worden, vooral door het bedrijfsleven - zie de krimp van het Philips NatLab.

Willen wij concurreren met Denemarken of Finland? Natuurlijk niet: we gaan de confrontatie aan met de VS. Niemand van de onze universiteitsmanagers weet daar iets van, maar ze weten zeker: zo moet het.

In de VS gaat letterlijk alles anders dan hier. Er is een grote diversiteit in het niveau van universiteiten dat maakt het universitaire bedrijf daar heel flexibel, voor studenten en personeel. Dat hebben wij niet: al onze universiteiten zijn matig - met hier en daar een topfaculteit.

Het enige dat wij -in naam- van de VS hebben overgenomen is het bachelor-master-systeem: ons kandidaatsexamen heet bachelor en ons doctoraal examen master. Verder doen we alles anders. Zo blijven in Nederland praktisch alle bachelors op de universiteit, terwijl in de VS tachtig tot negentig procent vertrekt en een baan zoekt. Daar blijven dus alleen de besten over, om echt iets te leren. Wij kunnen de grote aantallen niet missen: we worden per hoofd betaald - al zijn er onder die hoofden maar weinig studiehoofden.
Desondanks: op naar de top vijf!

Fred Steutel