spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik heb de lange route genomen”
24 juni 2010 - Jos Reijnders. Ontwikkelaar van een injectortip die roetuitstoot van dieselmotoren tegengaat. Een toepassing met kansen, deze maand beloond met de Perspectiefprijs 2010 van de TU/e. Voor de jonge ingenieur (29) ligt een mooie toekomst in het verschiet. Mede dankzij een flinke portie boerenverstand.
Met een blozende, haast verontschuldigende lach bekent Jos Reijnders wel blij te zijn met de Perspectiefprijs. Het was een ‘Yes-moment’, zoals hij dat noemt. Even de vuisten ballen en een kort, intens overwinningsgebaar. “Ik ben eens genomineerd voor de Shell Masterprijs. Toen werd ik tweede. Vervelend, want het was een close finish. volgens mij koos de jury de winnaar meer op de persoon dan het werk. Daarom had ik dat bevrijdende gevoel toen mijn naam viel bij de uitreiking van de Perspectiefprijs. Ik had er zo naar toegeleefd; eindelijk.”

Reijnders heeft, in eigen woorden, ‘de lange route genomen’. Van de mavo naar de mts, hts en de TU/e. “Dat heeft wat extra jaren gekost. Ik was net 28 jaar toen ik hier klaar was. Maar ik zou het zo opnieuw doen. Door die vooropleidingen kan ik ook echt iets met mijn handen. Ik heb stages gelopen bij autogarages en bij Volkswagen in Wolfsburg en hierdoor veel praktisch inzicht gekregen. Het valt me op dat veel studenten bij Werktuigbouwkunde dat missen. Dan praten ze bijvoorbeeld over een vermogen van honderd Watt, maar ze beseffen niet dat een auto daarmee niet vooruitkomt. Hooguit een gloeilamp.”

Natuurlijk, je hoeft geen praktische kennis te hebben om computermodellen te ontwikkelen. En ja, een theoretische benadering heb je ook nodig om tot iets te komen. “Maar soms slaan ze hier wel eens door. Berekenen, berekenen en nog eens berekenen. En aan het einde weten ze nog niets.” Reijnders gebruikt liever zijn boerenverstand om iets te ontwikkelen. En daar waar nodig gaat hij rekenen. “Als een onderdeel kapot gaat, zoeken ze op de TU/e naar het waarom. In een bedrijf maken ze het gewoon sterker. Ik probeer beide benaderingen zo goed mogelijk te combineren.”

Als nieuwsgierig mannetje van een jaar of zeven vroeg hij in Deurne zijn vader de oren van de kop. Samen onder de auto bij het vervangen van de olie. Elk boutje, ieder moertje, alle handelingen. Hoe werkt dat? En waarom? Lachend: “Ik heb nooit hoeven nadenken wat ik wilde gaan doen. Autotechniek was het voor mij helemaal.”

Als puber kon hij zijn hart ophalen met brommers. Eentje om te rijden, een tweede om aante sleutelen. Of beter gezegd, om op te voeren en mee te crossen. Hij houdt wel van een sportief bochtje. Alle remmen gingen los op zijn achttiende verjaardag. Meteen rijles, zelf de handen aan het stuur. Een half jaar later haalde hij ook zijn motorrijbewijs. Hij rijdt nu een Honda CBR 600. De tweewieler uit 1993 is zwart en beplakt met roze stickers. Nee, liever niet op de foto. Het ding ziet er niet uit, maar rijdt uiteraard als een zonnetje. “Ik wil graag een motor van duizend cc. Misschien dat ik iets met die vijfduizend euro van de Perspectiefprijs kan doen.”

Een ketting of remblokje wil hij zelf nog wel vervangen. Eenvoudige klusjes en zonde van het geld om mee naar de garage te gaan. Meer sleutelt hij niet. Want onderzoeken slokt de meeste tijd op. De ene helft op kantoor dingen bedenken, de andere helft in het lab de ideeën testen. En dan weer terug naar zijn bureau om verder te schaven aan zijn projecten.

Veel werk wordt verricht binnen het startup-bedrijfje Progression- Industry van TU/e-alumnus Michael Boot en zijn compagnon Trudo Aarts, ook van die goudhaantjes. Boot kwam op het idee om brandstof met behulp van poreus materiaal te vernevelen in een verbrandingsmotor. “Michael gaf me een schets op een A4-tje. Dat was het. Daarna ben ik gaan rekenen en modellen gaan maken en heb ik de injectortip uitgewerkt.”

Grote autoconcerns en toeleveranciers zitten op het vinkentouw om de toepassing te gebruiken. Gouden bergen lonken binnen nu en vijf jaar. “Als de injectortip slaagt, dan worden we er allemaal beter van.” Tevreden achterover leunen? Nee hoor. “Ik heb geen zin om ieder kunstje te herhalen. Ik moet echte stappen maken, anders is het geen uitdaging.”/.
Interview Jos Reijnders/ Frits van Otterdijk
Foto/Bart van Overbeeke