Voor de duidelijkheid: Asselbergs wil studenten helemaal niet over de spreekwoordelijke streep trékken. Hij wil dat ze ‘SG in het hart sluiten’, dat lezingen en andere activiteiten een vanzelfsprekend onderdeel in hun agenda’s worden. Want met gemiddeld zo’n honderd bezoekers worden de programma’s van Studium Generale goed bezocht, “maar eigenlijk zouden we een nog veel grotere groep willen bereiken”.

Om erachter te komen wat de doelgroep van SG verwacht en om deze beter te leren kennen en begrijpen, hield het bureau vorige maand onder meer creatieve sessies en interviews met studenten op het Limbopad. Want: “Het is te gemakkelijk om te zeggen: ‘wij maken een prachtig programma, maar het publiek ziet het niet’. Ik wil dat we nog nadrukkelijker kijken naar wat studenten van ons programma verwachten en wat ze ermee dóen”.

“Studenten willen graag het nút van een activiteit zien”, leerden Asselbergs en zijn collega’s. “Ze kunnen een lezing best heel boeiend gevonden hebben, maar gaan daarna verder met de dingen van de dag, zich afvragend: wat héb ik nu eigenlijk aan die lezing, bijvoorbeeld voor mijn studie? Opvallend, want bij een mooi toneelstuk of een boeiende film elders in de stad vragen ze zich dat waarschijnlijk helemaal niet af.”

Ook kwam SG erachter dat studenten -aan het begin van het kwartaal bladerend door het programmaboekje- weliswaar een hoop activiteiten interessant vinden, maar dat deze tegen de tijd dat ze spelen, niet zelden worden overspoeld door ander aanbod. Aan het programma verandert inhoudelijk dan ook niet zoveel, benadrukt Asselbergs. Wel wil Studium Generale zijn doelgroep, met name studenten, anders gaan benaderen (bijvoorbeeld via snellere kanalen als Facebook en Twitter) en nadrukkelijker betrekken bij de totstandkoming van het programma. Studenten namen eerder al deel in de programmacommissies van SG, maar dit is de afgelopen jaren een beetje weggeëbd, constateert het bureauhoofd. “Studenten zijn meer dan ooit druk met hun studie en zijn daarom terughoudend in hun deelname aan commissies en dergelijke. We hopen ze daarom bijvoorbeeld vaker in te zetten bij één bepaald project, waar ze helemaal voor kunnen gaan en dat een duidelijke afbakening heeft.”

Science Circus
De samenwerking met studenten komt ook tot uitdrukking in bijvoorbeeld het musicalproject ‘Moulin Rouge’, waarin SG komend jaar de culturele studentenverenigingen Doppio en Quadrivium ondersteunt. Verder is het bureau, in overleg met onder andere verschillende onderzoeksgroepen, bezig met het opzetten van een Science Circus. Een associatie met bijvoorbeeld het Natuurkundecircus van de Stichting Techniekpromotie ligt voor de hand, maar Asselbergs benadrukt dat het Science Circus vooral een theatraal in plaats van een educatief karakter moet krijgen.

Daarbij wil SG vanaf komend collegejaar vaker thematisch programmeren - iets waar het bureau eerder altijd terughoudend in is geweest, vertelt Asselbergs. “Je kunt een reeks activiteiten plannen rond Duitse filosofen, maar dergelijke thema’s zijn zó specifiek: daarmee loop je het risico meteen een aanzienlijk deel van je doelgroep te missen.” Al brainstormend kwam het bureau tot thema’s die meer ruimte en mogelijkheden bieden. Zo staat in het tweede kwartaal van komend collegejaar ‘het oor’ centraal, zowel in lezingen alsin het culturele aanbod.

Verder wil SG komend jaar, in samenwerking met het Onderwijs en Studenten Service Centrum en het International Relations Office, handen en voeten gaan geven aan zijn visie op internationalisering. Het bureau is ervan overtuigd een actieve rol te kunnen spelen in bijvoorbeeld het samenbrengen van Nederlandse en buitenlandse studenten en medewerkers op de campus. “Internationalsering is méér dan alleen je lezingen in het Engels aanbieden; dat zijn we voorlopig bovendien helemaal niet van plan”, beklemtoont Asselbergs.

Ook wil Studium Generale een groter stempel gaan drukken op het filmprogramma in De Zwarte Doos, bijvoorbeeld door vaker sprekers uit te nodigen om een inleiding bij een film te geven. “Zo willen we de films een echte meerwaarde voor studenten geven.”

Huisstijl
De frisse wind die door Studium Generale waait, wordt na de zomer ook zichtbaar in de nieuwe huisstijl van het bureau, ontworpen door het Eindhovense bureau Volle Kracht. Daarmee neemt SG na zo’n twee decennia afscheid van het bestaande beeldmerk -destijds gemaakt door een creatieve stagiair- dat wel eens aan vervanging toe was, aldus Asselbergs.

Het hoofd van SG, opvolger van Maarten Pieterson, is nu ruim een jaar actief als hoofd van het bureau. En dat hebben in de eerste plaats de eigen medewerkers gemerkt - naar hij hoopt in positieve zin. “Ik hoop vooral dat de mensen zich opnieuw uitgedaagd voelen. Ongemerkt sluipt er toch wat routine in je werk en die routine is de afgelopen maanden wat meer naar de achtergrond verdrongen.” (MvdV)/.