Een rimpeltje meer links en rechts. Pigmentvlekken die opduiken. Een drogere huid. De ouderdom komt met gebreken, en de ene persoon heeft daar meer last van dan de ander. De cosmetische industrie biedt steeds meer mogelijkheden om de huid jonger te doen lijken.
Eén van de meest veelbelovende technieken is het gebruik van lasers die de huid intact laten. Een techniek die al jaren bestaat, maar waarvan nog altijd weinig bekend is over de werking en de onderliggende processen. Het fotochemisch effect (het effect van de totale hoeveelheid energie en de gebruikte golflengte) is wel eerder bekeken, maar volgens onderzoekster Susanne Dams is er nog weinig bekend over het effect van ‘warmte-impulsen’ op de menselijke huid. Zij heeft daar verandering in gebracht. “Welke jonge vrouw wil nu niet meer weten over huidverjonging”, motiveert Susanne Dams haar keus voor haar promotieonderwerp met een knipoog. Ze zette het onderzoek in samenwerking met Philips Research Eindhoven op.
Het verouderende netwerk van eiwitten,spiersamentrekkingen en de zwaartekracht zorgen ervoor dat bij het vorderen van de leeftijd rimpeltjes verschijnen. De onderzoekster keek wat er gebeurt met de huid op celniveau en wat de beste manier is om de aanmaak van collageen te stimuleren zonder de cellen daarbij te beschadigen. Dit eiwit is verantwoordelijk voor stevigheid en elasticiteit van de huid. Tijdens het vernieuwingsproces van de huid wordt op jonge leeftijd voldoende collageen gemaakt om de huid jong, stevig en soepel te houden. Na het vijfentwintigste levensjaar neemt de productie van dit eiwit gestaag af. Hierdoor veroudert de huid en ontstaan er rimpels, de huid wordt slapper en effecten van buiten hebben een grotere invloed.
Een warmteshock heeft onder meer tot gevolg dat er ‘heat shock proteïnen’ worden aangemaakt die de vormingvan collageen stimuleren. Dams bestudeerde het effect van variabele tijden verwarming bij 45 graden Celsius -de temperatuur waarvan wordt gedacht dat deze behaald wordt bij laserbehandelingen- en bij 60 graden Celsius - de temperatuur waarbij eiwitten worden afgebroken. Hoge temperaturen veroorzaken schade. Dat gegeven was al bekend. Onduidelijk was echter nog hoelang en op welke temperatuur je het beste kunt verwarmen zonder dat cellen kapotgaan, terwijl ze toch zoveel mogelijk collageen produceren.
Susanne Dams voerde haar onderzoek aanvankelijk uit op celkweken. Om een fotochemisch effect uit te sluiten, gebruikte ze tijdens het onderzoek conductieve warmte (geleiding) in plaats van een laser om het warmte-effect te zien. Ze ontdekte dat bij twee seconden verwarmen meer collageen aangemaakt wordt bij 60 graden dan bij 45 graden. De cel blijft daarbij intact. Door langer te verwarmen, ontdekte ze dat de cellen kapotgaan als je lánger dan twee seconden verwarmt bij 60 graden. Dit was volgens Dams nog niet eerder aangetoond. Wat ze daarbij ook ontdekte, is dat de genexpressie (de uitwerking die een gen heeft op de eiwitvorming) na 48 uur weer terug op het normale niveau is en dat de prikkel dus is uitgewerkt.
Later varieerde ze de pulsduur om te kunnen achterhalen wat het beste effect heeft. Dams heeft kunnen aantonen dat de optimale blootstellingtijd tussen de acht tot tien seconden ligt bij 45 graden Celsius. Dan wordt relatief de meeste collageen aangemaakt en de cel gaat niet kapot.
Vervolgens keek de biomedisch technologe naar de effecten in de huid -specifiek in de ‘dermis’, de tweede huidlaag-, waarvoor ze stukjes mensenhuid gebruikte. Ook daar kon ze aantonen dat 45 graden niet tot schade leidt en 60 graden wel. Of de huid hersteld kan worden als je langer dan twee seconden bij 60 graden hebt verwarmd, is voor Dams niet duidelijk. “Dan zit je op het terrein van wondherstel. Daar zou nog een apart onderzoek naar kunnen worden verricht.” (JvG)
|