“We moeten maar eens af van die Brabantse bescheidenheid”, zegt een opgetogen Peter Janssens. “Dit is een heel mooi resultaat en het geeft goed weer hoe onze opleiding er binnen Nederland en Europa voorstaat qua onderzoek en onderwijs. Het is ook fantastisch om te zien dat onze opleiding, waarbij technologie toch ook een wezenlijk onderdeel is, zo goed presteert in vergelijking met al die algemene opleidingen.”
Door het CHE werden de scheikundeopleidingen van 67 universiteiten onder de loep genomen. Voor deelname aan de ‘excellence group’ moeten opleidingen exclusief door het CHE worden uitgenodigd. De Eindhovense opleiding kwam samen met die van het Imperial College in Londen uit op een derde plaats. Beide opleidingen behaalden een score van 23 sterren op een mogelijk totaal van 34.
Bij het toekennen van de sterren keken de CHE-onderzoekers naar drie deelgebieden: preselectie criteria, zoals het aantal publicaties en citaties; het oordeel van de studenten, over bijvoorbeeld de examens en de IT-infrastructuur; en de samenstelling van de wetenschappelijke staf en het aantal buitenlandse studenten. Wanneer een opleiding op een punt hoger scoort dan vijftig procent van het gemiddelde van de andere opleidingen, krijgt men daar een ster voor.
De opleidingen aan twee Zweedse universiteiten, de KTH Stockholm en de Universiteit van Uppsala, staan bovenaan de lijst, met respectievelijk 27 en 25 sterren. Ook de opleidingen in Amsterdam, Groningen, Leiden, Utrecht, Nijmegen en Delft zijn beoordeeld door het CHE - waarbij die laatste twee met ieder 18 sterren nog het dichtst in de buurt van de Eindhovense opleiding komen. (HK) |