Wie denkt dat het geen combinatie is: studenten en musical, heeft het mis, zegt scriptschrijfster Eva Mathijssen. "Het is dan ook niet zo'n musical met toeters en bellen, het is een popmusical. En pop en studenten, dat gaat natuurlijk wel heel goed samen. En het verhaal en de situaties zijn heel herkenbaar."
Eén van de ingrediënten die het verhaal moeten dragen, is de continue botsing tussen de verschillende karakters. Zo is daar Joep, de kakker die rechten studeert omdat dat moet van zijn vader; Suus, die psychologie studeert omdat ze zelf in de knoop zit en Saskia, de cardiologiestudente die zelf ook heel plastisch is. "Allemaal heel verschillende mensen die elkaar nooit als vrienden uit zouden zoeken in ieder geval", aldus Mathijssen.
Eva Mathijssen zat tijdens haar studie aan de toneelschool in Amsterdam zelf jarenlang op kamers, maar ze kwam pas echt op het idee voor de musical toen ze op bezoek was in het studentencomplex van haar broer in Utrecht. "Een ranzige teringzooi! Ik weet nog dat er de allereerste keer dat ik die keuken binnenkwam, zes mensen een prutje stonden te bereiden. Mijn broer had ook een pan nodig en die vond hij uiteindelijk op het balkon, met voor acht jaar aan schimmel erin. Tja, mensen hebben nu eenmaal een dak boven hun hoofd nodig. Maar op kamers zitten heeft eigenlijk ook wel iets tragisch."
Het verhaal is dan ook niet alleen luchtig en grappig, er zit ook een serieuze ondertoon in. Mathijssen: "Je studententijd is een soort 'coming of age'. Zelfstandig moeten zijn is soms confronterend." En de bagage die sommige personages meesjouwen is daarbij bepalend. Een van de meisjes die haar moeder heeft verloren aan zelfmoord, verwoordt het in haar liedje als volgt: 'Ergens ben ik over het leven gestruikeld en ben ik volwassen opgestaan'. (SK)
|