spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Sluitstuk

Sleutelen aan nieuwe versleutelmethodes
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Hoe groeien ontwikkelingslanden op een groene manier?
    31 maart 2011 - Aziatische landen ontwikkelen zich in een razend tempo. Goed voor de levensstandaard van de Aziaten, maar een aanslag op de steeds schaarser wordende energiebronnen. Dr.ir. Rob Raven, universitair docent bij Industrial Engineering & Innovation Sciences, zoekt met zijn onderzoeksteam het antwoord op de vraag hoe deze landen zo duurzaam mogelijk kunnen groeien.
    Rob Raven. Archieffoto | Bart van Overbeeke

    Een uitgebreidere infrastructuur, meer werkgelegenheid, een hogere levensstandaard. Groeiende economieën brengen een hoop voordelen met zich mee, maar de keerzijde is de toenemende druk op energiebronnen. Rob Raven: “Veel landen in opkomst hebben een dubbele agenda. Ze zijn bezig zich te ontwikkelen en tegelijkertijd speelt duurzaamheid een steeds belangrijkere rol. Dat ligt deels aan de toenemende internationale druk om klimaatverandering aan te pakken en deels aan het feit dat de middelen schaarser worden. In India spelen kolencentrales bijvoorbeeld een belangrijke rol in de energievoorziening, maar Indiase kolen zijn van relatief lage kwaliteit en op de wereldmarkt is de concurrentie voor grondstoffen hevig. Ze moéten wel naar alternatieven zoeken.”
    De onderzoeksgroep gaat de komende jaren kijken hoe ‘innovatieve praktijkprojecten’ -pilotprojecten waarbij met duurzame technologieën wordt geëxperimenteerd- kunnen bijdragen aan het verduurzamen van zich snel ontwikkelende economieën. Specifiek richten ze zich op projecten met elektriciteit en mobiliteit in Thailand en India. De keus voor die landen is deels gebaseerd op pragmatische redenen (‘we hebben daar de contacten’), maar volgens Raven zijn deze landen ook exemplarisch voor andere zich snel ontwikkelende Aziatische landen.

    Innovatieve praktijkprojecten kunnen op kleine of op grote schaal plaatsvinden. Raven illustreert: In India wordt steeds meer gewerkt met zonne-energie, maar lokaal zie je bijvoorbeeld dat ze met regenwater aan de slag gaan om de landbouw te verduurzamen. De universitair docent heeft twee hoofddoelen voor ogen met het project. “Het is voor mij succesvol als we inzichten kunnen verschaffen aan beleidsmakers en financierders over de impact van innovatie en duurzaamheid. Verder wil ik een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan theorieën omtrent maatschappelijke transities naar duurzaamheid.”

    Binnen het theoretisch kader van transitiestudies, waarbij gekeken wordt naar de overgang van een oud systeem (bijvoorbeeld energievoorziening op basis van fossiele brandstoffen) naar een nieuw duurzamer systeem, is volgens Raven tot nu toe vooral onderzoek gedaan in sterk ontwikkelde economieën zoals in West-Europa. Er wordt daarbij uitgegaan van de veronderstelling dat technologieën in het westen worden ontwikkeld en dat ontwikkelingslanden ze vervolgens overnemen. “Het onderzoeksteam wil achterhalen of die stelling klopt en of de landen in opkomst niet steeds meer zelf duurzame technologieën ontwikkelen en toepassen op innovatieve manieren. Binnen dit gedachtegoed worden innovaties bestudeerd als de uitkomst van complexe interacties tussen technologie en maatschappij.”

    Uit onderzoek blijkt dat duurzame technologieën in eerste instantie het beste gedijen in niches van de samenleving, vertelt Raven. “Niches bieden innovaties een beschermde ruimte en via een maatschappelijk leerproces kunnen ze daarna concurreren met bestaande technologieën of deze zelfs vervangen. Waar in westerse landen technologieën al helemaal zijn ingebed in het sociale en economische systeem, kan het bij opkomende landen een voordeel zijn dat bijvoorbeeld energiesystemen zich in een vroeger stadium van ontwikkeling bevinden. De hypothese is dat dit kansen biedt voor de ontwikkeling van meer duurzame vormen van energie. Wij gaan kijken welke factoren daarop op de lange termijn van invloed zijn.”

    Raven illustreert: “Een mooi voorbeeld is hoe een land als India grootschalig investeert in zonne-energie. De Indiase overheid is in 2008 gestart met de ‘solar mission’ waarbij met zonne-energie wordt geëxperimenteerd, uiteenlopend van ‘solar home systems’ in rurale gebieden tot grootschalige aan het net gekoppelde zonnecentrales. Bij duurzame mobiliteit gaat het over vraagstukken als innovatieve combinaties van publiek en privaat vervoer, de relatie tussen planning van de openbare ruimte en de voortgaande urbanisering.”

    Voor het onderzoek zijn onlangs vier promovendi en één postdoconderzoeker aangesteld. Uit een selectie van 180 kandidaten zijn twee promovendi geselecteerd die aan de TU/e aan de slag gaan. Eén van hen gaat zich richten op stedelijke mobiliteit in Thailand vanuit een transnationaal perspectief en de ander kijkt welke businessmodellen werken bij praktijkprojecten in India.

    Ook aan een universiteit in India is een promovendus aangesteld, evenals in Thailand. Hun focus moet nog bepaald worden, maar volgens Raven is het waarschijnlijk dat in Thailand wordt gekeken naar de invloed van machtsverhoudingen op de ontwikkeling van duurzame technologieën. Verder stelt een postdoconderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam een database van innovatieve praktijkprojecten op om succes- en faalfactoren te onderzoeken. De onderzoekers staan slechts aan het begin, de afbakening moet de komende tijd plaatsvinden.

    Raven heeft vorig jaar van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek subsidie voor twee projecten gekregen. De subsidies kwamen net op tijd, met de beperkte investeringen van het huidige kabinet staan dergelijke onderzoeksgelden op een lager pitje, vertelt Raven. Naast het onderzoek naar innovatieve praktijkprojecten kan hij ook investeren in een vergelijkbaar onderzoek in Engeland en Nederland. Hij gaat kijken hoe over langere termijn maatschappelijke ruimte voor duurzame energie in die landen ontstaat of verdwijnt. Hij richt zich daarbij op de ontwikkelingen bij zonne-energie, offshore wind en ondergrondse opslag van koolstofdioxide in beide landen. (JvG)

    Asian countries are developing at warp speed, which is good for the Asians’ standard of living, but devastating to their energy resources. Industrial Engineering & Innovation Sciences assistant professor dr.ir. Rob Raven and his research team are trying to figure out the best way for these countries to realize a sustainable development.