spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Vox
    Prof.dr. Erik Bakkers, hoogleraar Photonics and Semiconductor Nanophysics, faculteit Technische Natuurkunde
    Zijn leds wel geschikt voor gebruik in verkeerslichten?
    De Volkskrant meldde zaterdag dat het slecht gesteld zou zijn met de nieuwe led-verkeerslichten. Grillige patronen van zwarte ‘pixels’ en vaak ook lichten die het helemaal niet meer doen: niks lange levensduur. Experts speculeren dat grote temperatuurschommelingen de boosdoener kunnen zijn van de hoge led-uitval. Het uitzetten van metalen aansluitdraadjes en plastic behuizingen zou niet gelijk oplopen met de stijging van de temperatuur, met breuken tot gevolg. Negatief nieuws voor de oprukkende verlichtingsbron. Maar zijn led-lampen echt zo kwetsbaar? En valt er niets te verbeteren aan het ontwerp om dergelijke problemen tegen te gaan?

    “Ik moet zeggen dat ik nog nooit een kapot led-verkeerslicht ben tegengekomen, en in Eindhoven staan er toch genoeg”, zegt een oprecht verbaasde Erik Bakkers, hoogleraar bij de capaciteitsgroep Photonics and Semiconductor Nanophysics. “Een vreemd artikel. Ledjes zijn juist robuust: ze produceren weinig warmte en kunnen snel afkoelen, waardoor het vaak aan- en uitzetten juist geen problemen oplevert. En de tachtig graden Celsius die in de zon bereikt wordt, moet voor een led-lamp geen enkel probleem zijn. Mocht er echt sprake zijn van een relatief hogere uitval, dan kan het een specifiek probleem van de goedkopere, laagvermogen-leds zijn. De aansluitdraden die afvalwarmte geleiden zijn een potentieel zwak punt, maar dat kan ook een kwestie van beter solderen zijn.“

    “Zo’n veertig procent van de energie wordt in een led omgezet in afvalwarmte. Dat is flink veel minder dan bij een gloeilamp, maar nog steeds te hoog. Daarom wordt er wereldwijd veel onderzoek gedaan om de emissie-efficiëntie te verhogen. Meer licht en minder warmte dus. Voordat ik in 2010 naar de TU/e overstapte, werkte ik bij Philips aan nanodraden als halfgeleiders. Dat onderzoek willen we hier nu gaan voortzetten. Op papier ziet het er veelbelovend uit. Op nano-schaal kunnen verschillende materialen met een verschillende kristalstructuur worden gecombineerd. De roosterspanning wordt opgevangen aan het oppervlak en geleid en dat zorgt uiteindelijk voor een efficiëntere led-lamp.”

    “Gemeentes kijken natuurlijk naar de verschillen in aanschafkosten en kiezen veelal voor de goedkopere led-lamp met een plastic behuizing. Maar er zijn ook al leds met een keramisch omhulsel. Dat is keihard materiaal en kan dus wel wat hebben. Een ander voordeel is dat deze lampen op een andere manier wit licht produceren en ook nog zuiniger zouden zijn. Er zijn genoeg mogelijkheden met de led-lamp. En daarnaast moet je je ook bedenken: elk half jaar een gloeilamp in een verkeerslicht vervangen loopt flink in de papieren. Het afzetten van wegen, het laten aanrukken van hoogwerkers... Dan ben je met een duurder ledje toch goedkoper uit.”

    “Dat het Volkskrant-bericht de led-lamp in een slecht daglicht zou zetten, lijkt me onzin. Is het niet typisch een geval van ‘goedkoop is duurkoop’? Er wordt veel gedaan om een duurzame led neer te zetten. En het gebruik van leds blijft toenemen, van de bekende fietslampjes tot aan babyslaapzakjes die specifiek licht afgeven om geelzucht te voorkomen. Dus hoewel we hard bezig zijn de afvalwarmte van de led-lampen te verlagen zou ik zeggen: ze zijn momenteel helemaal hot!”(NT)


    Erik Bakkers. Archieffoto | Bart van Overbeeke