De eigenaar van het speelgoed dat in Toy Story een eigen leven leidt, Andy, is inmiddels ook tien jaar ouder geworden. Hij is met zijn zeventien jaar rijp voor de universiteit. Hij is te zeer gehecht aan zijn plastic dino’s , astronauten en cowboyvriendje Woody, dat hij het niet over zijn hart kan verkrijgen ze weg te gooien. Hij wil ze een plek op de zolder geven.
Maar door vergissingen komt het speelgoed terecht op kindercrèche Sunnyside, waar het niet zo zonnig is als de naam doet vermoeden. Twee- en driejarige monstertjes maken overdag het leven van Buzz Lightyear, Bullebeest en de aliens tot een hel. Onder leiding van de in het begin zo vriendelijk lijkende roze speelgoedbeer Lotso is het kinderdagverblijf ook ’s nachts een verschrikking.
Vele vluchtpogingen worden spannend in beeld gebracht. Het is niet makkelijk door de speeltuin te ontsnappen omdat daar een hysterische trommelaap in opdracht van Lotso overzicht houdt met camera’s.
Regisseur Lee Unkrich en de co-scenaristen hebben geen rekening gehouden met tere studenten- of kinderzieltjes. De vluchtpogingen eindigen in een verbrandingsoven van de vuilnisbelt en de 3D-techniek maakt dat je de vlammen bijna aan je neus voelt likken. Unkrich maakte eerder Finding Nemo en Monsters Inc. en ontving tijdens het Film Festival Venetië in 2009 een Lifetime Achievement Award voor zijn bijdrage aan de animatie-industrie. Toy Story 3 won een Oscar en een Golden Globe voor beste animatiefilm en een Oscar en een Grammy Award voor beste soundtrack (door Randy Newman). (NS)
Donderdag 9 juni, 22.15 uur, buiten bij De Zwarte Doos. Gratis. |