spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Vox
    Prof.dr. Perry den Brok, hoogleraar onderwijskunde en science education
    Zet daling niveau Nederlands onderwijs kenniseconomie op het spel?
    Het niveau van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs daalt, zo liet het Centraal Plan Bureau (CPB) maandag weten in de publicatie ‘Nederlandse onderwijsprestaties in perspectief’. De achteruitgang is het grootst bij wiskunde in het voortgezet onderwijs maar geldt ook voor lezen en natuurwetenschappen. Volgens het CPB is deze daling op lange termijn slecht voor de Nederlandse economie. We vragen prof.dr. Perry den Brok van de Eindhoven School of Education (ESoE) hoe hij hier tegenaan kijkt.

    “Het zal ongeveer een generatie duren voordat wij de effecten van het dalende niveau van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs op volle sterkte zullen voelen. Want de leerlingen die nu in het basis- of voortgezet onderwijs zitten, zijn de studenten, onderzoekers en ondernemers van morgen. Zij zullen het qua kennis en vaardigheden gaan afleggen tegen concurrenten uit het buitenland. En daar krijgen we als land, economisch gezien, last van. Maar ook op korte termijn zal het effect merkbaar zijn. Doordat we in de internationale rankings achteruit gaan, wordt ons imago als kennisland slechter. En dat kunnen we ons niet permitteren.”

    “De ESoE speelt in op de ontwikkelingen rondom de kwaliteit van leraren, door ons curriculum hierop aan te passen. Behalve vakinhoudelijke kennis leren wij onze studenten het belang van vaker en beter toetsen en leren wij ze resultaatgericht te werken aan de hand van eindtermen en eindexamenresultaten. Waar eerst een sterke focus lag op de methoden van onderwijs, wordt nu ook aandacht besteed aan de kwaliteit van de leraar, bijvoorbeeld door leraren ook onderzoeksmatig te leren denken en werken in de klas. Een trend die overigens aan alle lerarenopleidingen zichtbaar is.”

    “Wat mij zorgen baart, is dat bachelor-studenten met een educatieve minor van de TU/e al bevoegd zijn les te geven in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Vanuit de nood bij scholen begrijp ik dit wel, en op zich doen ze het niet slecht, maar als het bij het volgen van de minor blijft, gaat dit volgens mij ten koste van de kwaliteit van de leraar en het onderwijs. Daarom adviseren wij onze studenten om na de minor ook de masteropleiding Science Education and Communication te volgen en de minor slechts te zien als een eerste stap in het worden van leraar.”

    “De overheid speelt een grote rol in het verbeteren van het niveau van onderwijs en dus van de leraren, maar geeft naar mijn mening tegenstrijdige signalen af. Enerzijds zegt de overheid dat we als kenniseconomie tot de top 10 moeten behoren. Anderzijds mag het allemaal geen cent extra kosten. Sterker nog: er moet zelfs flink bezuinigd worden. En dat kan natuurlijk niet. Er moet echt meer geld worden gestoken in het onderwijs. Als je nagaat dat wij in Nederland een kleiner percentage van het bruto nationaal product aan onderwijs besteden dan veel ontwikke-lingslanden doen, dan moeten we ons diep schamen.”

    “Op zich doen we het met het geld dat we besteden heel efficiënt, want in verhouding presteren we nog behoorlijk. Maar van het geld dat we investeren gaat er erg weinig naar opleiding en onderzoek. En dat breekt ons een keer op. Sterker nog, dat beginnen we nu al te merken. Wel denk ik dat wanneer we hier nu verandering in brengen, we het tij nog kunnen keren. Geld steken in onderwijs verdient zich immers heel gemakkelijk terug. En we moeten het in Nederland toch echt hebben van onze kenniseconomie, anders gaan we internationaal de strijd verliezen.” (CM)


    Prof.dr. Perry den Brok. Archieffoto | Rien Meulman