Een van tevoren vastgesteld quotum is niet het juiste instrument om de ongelijkheid op te heffen. Het leidt tot discriminatie en keuzes worden niet meer gemaakt op grond van kwaliteit. Kort samengevat was dat de boodschap waar Werktuigbouwkundestudent Erik Roebroek het Fall Event van het WISE-netwerk mee opende. In zijn maandelijkse column in Cursor had Roebroek dit standpunt ook al naar buiten gebracht.
Hij trok dinsdag ook een vergelijking met het zittend kabinet, waarbij gepoogd was er meer vrouwen in te krijgen. “Je moet aandacht en energie steken in het vinden van de meest geschikte kandidaten en toch niet in een poging er zoveel mogelijk vrouwen in te krijgen”, aldus Roebroek.
Nicole van der Wolk, hoofd van Dienst Personeel en Organisatie (DPO), toonde cijfermateriaal uit het verleden en het heden. Het groeipercentage van het aantal vrouwelijke hoogleraren en uhd’s was in de periode 2003-2008 absurd laag: 0,1 procent. De jaren daarna worden de cijfers iets bemoedigender. Zo werden in 2011 vijf vrouwelijke hoogleraren benoemd op een totaal van dertig. Bij de uhd’s zijn het drie vrouwen tegenover acht mannen.
Binnen de faculteiten zijn ook ambassadeurs actief, die het proces proberen te verbeteren. “Dit netwerk heeft onlangs geadviseerd om minimaal twee vrouwen in de benoemingscommissie verplicht te stellen”, aldus Van der Wolk. Op dit moment is minimaal één vrouw verplicht.
Spreekster Lizzy Venekamp van expertise- en netwerkorganisatie Opportunity in Bedrijf was daar gelukkig mee. “De kansen van een vrouwelijke kandidaat verdubbelen al als er slechts één vrouw in zo’n commissie zit”, aldus Venekamp. Ze stipte verder de problemen en onbewuste obstakels aan die het proces ook aan de TU/e kunnen hinderen. “Vrouwen hebben evenveel ambitie als mannen, alleen wordt die ambitie vaak niet als zodanig herkend. Dat leidt bij vrouwen op termijn dikwijls tot teleurstelling. Ambitie is geen karaktertrek, het is juist belangrijk hoe de omgeving er mee omgaat.”
Ze wees er ook op dat de cultuur binnen een organisatie wezenlijk moet veranderen, “en dat is een langdurig proces. Wat ik hier aan de TU/e nu al verkeerd zie gaan, is een te grote focus op vrouwen, waar de focus zou moeten liggen op de macht. Begin eerst eens met de decanen, zij zijn de poortwachters die de mogelijkheid hebben dingen te veranderen”.
In de discussieronde die volgde, kwam ook de kwestie van het moederschap voorbij. Er werd verwezen naar diverse onderzoeken op dit vlak, die elkaar echter evenzo vaak tegenspreken. Op de vraag of een percentage van twintig procent in 2020 eigenlijk wel realistisch is, kwam geen eenduidig antwoord. Ook niet van collegevoorzitter Arno Peels, die als voorzitter van de stuurgroep Talent naar de Top ook de hele middag aanwezig was geweest. (HK) |