De zesde editie van GLOW, van 5 tot en met 12 november, trok een recordaantal van 360.000 bezoekers. Van hen bezochten zeker driehonderdduizend mensen ook het universiteitsterrein, stelt Kroesen, projectleider van de TU/e-deelname. “Komend vanaf de Effenaar hadden mensen kunnen afzwaaien richting het station, maar dat deed niemand.”
Vooral de bliksemende en musicerende Tesla Coil op het dak van De Zwarte Doos bleek de best denkbare trekker om mensen ook naar de andere kant van het Dommeltunneltje te krijgen. “In een poll op Facebook is onze Tesla Coil blijkbaar verkozen tot de leukste attractie van GLOW”, vertelt Kroesen trots.
Het TU/e-terrein, waar in totaal twaalf lichtkunstwerken te zien waren, vormde vanwege het 55-jarig bestaan van de universiteit een nadrukkelijk deel van de festivalroute. Kroesen: “We hebben heel veel positieve reacties gehad; ik hoor van iedereen dat de TU/e zich goed geprofileerd heeft. We hebben pr kunnen bedrijven op een schaal die we nog nooit gezien hebben”.
Kroesen ziet de universiteit ook volgend jaar graag weer deelnemen aan het lichtkunstfestival: “Het lijkt mij erg aantrekkelijk om zichtbaar te blijven in GLOW. Niet zo nadrukkelijk als dit jaar; dat is qua organisatie niet te doen. Maar we zijn wel al benaderd om volgend jaar ergens in de stad iets te doen, onder de vlag van de TU/e. In welke vorm, dat weet ik nog niet, maar het moet natuurlijk wel iets origineels zijn”.
Afterglow
Maandag werden de laatste sporen van GLOW op het universiteitsterrein gewist. Zo werden in een kleine optocht onder meer de 29 heliumballonnen van de luchtgrafiek van Bouwkundedocent Ralph Brodrück teruggebracht naar N-laag - de ‘afterglow’, zo omschrijft Kroesen de afbraak met een lach.
De ballonnen, elk met een doorsnede van zo’n twee meter, werden bij Technische Natuurkunde in een leslokaal geparkeerd. Ze worden bij de faculteit aan een installatie gehangen waarmee helium vloeibaar gemaakt wordt en opnieuw gebruikt kan worden, vertelt Kroesen, “bijvoorbeeld bij onderzoek rond supergeleidende magneten of mri-apparaten”. (MvdV)
Foto's | Bart van Overbeeke
|