Untitled Document
Wetenschapswinkels willen geen langzame
dood sterven
Wetenschapswinkels/Chantal Louwers
Foto's/Bart van Overbeeke
'Wetenschapswinkels voor ton gekort' kopte Cursor 11. Het
College van Bestuur wil het budget van de acht wetenschapswinkels
samen terugschroeven van 450.000 gulden naar 350.000 gulden. Om
dit te realiseren, heeft het CvB voorgesteld een aantal winkels
te laten fuseren. Een rondje langs de winkels maakt duidelijk
dat iedere winkel zijn eigen waarde wil benadrukken en de meeste
winkels bang zijn door de bezuinigingen in een negatieve spiraal
terecht te komen.
"In de jaren zeventig zijn
de winkels ontstaan uit een grote maatschappelijke vraag. Nu zijn
we op een keerpunt terechtgekomen: het College van Bestuur vindt
dat de universiteit zich vooral op wetenschappelijk niveau moet
profileren. Maar waar blijft dat het raakvlak met de gewone mens?",
vraagt Hans Schippers, secretaris van de bestuurscommissie van
de wetenschapswinkels zich af. "De kans bestaat dat de universiteit
zich opnieuw opsluit in een ivoren toren." Over het voortbestaan
van de wetenschapswinkels zijn Schippers en de voorzitter van
de bestuurscommissie, Emilia van Egmond, duidelijk. "Wij
vinden dat het werk voortgezet moet worden." Van Egmond vindt
dat de wetenschapswinkels een duidelijke meerwaarde hebben voor
studenten en de maatschappij, maar dat er misschien een andere
benadering moet worden gezocht. "Er zijn tegenwoordig ook
andere groepen die in de maatschappij soortgelijke dingen als
wetenschapswinkels doen voor minder draagkrachtige mensen. Daarom
zal het nader onderzoek vergen om uit te zoeken hoe de wetenschapswinkels
het beste verder kunnen gaan."
"Wij verzetten ons tegen de aangekondigde bezuinigingen",
zegt Schippers resoluut. "Niet tegen de bezuiniging in zijn
geheel, maar tegen de manier waarop. Het voorstel is zeer rigide
en buiten proportie. In onze optiek heeft het CvB zo maar wat
gesneden. Wij zien het als de taak van de bestuurscommissie om
hier tegenin te gaan. De precieze redenen voor het korten zijn
ons tot nu toe niet geheel duidelijk. Wij zijn echter niet onwelwillend
om mee te denken hoe de kosten gedrukt kunnen worden."
In het voorstel van het CvB staan een fusie van WenS (Werktuigbouwkunde
en Samenleving), TWG (Technische Werkwinkel Gezondheidszorg) en
de Elektrowinkel en het fuseren van de twee winkels binnen de
faculteit Technologie Management aangekondigd. Volgens het CvB
zouden de Bouwkundewinkel, de Fysicawinkel en de Chemiewinkel
de kern van de winkels moeten vormen. Schippers denkt dat een
vorm van samenwerking tussen een aantal winkels wel mogelijk is.
"Ook al vormen de opleidingen TeMa en Technische Bedrijfskunde
één faculteit, ze hebben nog steeds twee winkels.
Ik denk dat de twee winkels in een soort van federatie met één
bestuur best kunnen samenwerken. Op inhoudelijk gebied zullen
er verschillen blijven bestaan, maar op organisatorisch gebied
moet een fusie mogelijk zijn. Dat zou budgetten kunnen drukken."
Ook een fusie van TWG met WenS acht Schippers wel mogelijk. "Ze
zijn vlak bij elkaar gevestigd en van dezelfde faculteit afkomstig.
Het bijvoegen van de Elektrowinkel lijkt me moeilijk. Het is het
beste als die gewoon binnen de eigen faculteit gevestigd blijft."
De bestuurscommissie heeft protestbrieven naar het CvB gestuurd.
"Rector Van Santen zou met ons komen praten, maar die afspraak
is door de financiële
perikelen op de universiteit naar achteren geschoven."
De secretaris kan zich voorstellen dat de winkels bang zijn voor
een neergaande lijn, maar daar hoeven ze volgens hem niet in terecht
te komen. "We kunnen proberen andere financiële bronnen
aan te boren. Misschien kunnen de winkels in afgeslankte vorm
verder of weten we de bezuinigingen in redelijke vorm te krijgen.
Wetenschapswinkels blijven toch een goede brug tussen kenniscentra
en de maatschappij."
Chemiewinkel
"Het bestuur is de winkel", vertelt Marijn Kappers,
voorzitter van de Chemiewinkel. De aanvragen worden behandeld
door de vijf bestuursleden, zes betaalde krachten en tien tot
vijftien vrijwillige leden.
Vragen die binnen zijn gekomen, worden iedere woensdag tijdens
de werkvergadering besproken. "Wij verdelen onze opdrachten
in groepen: asbest, binnenhuismilieu en bodem, water. Daarnaast
hebben we nog een MVO-commissie, die het besef van Milieu en Veiligheids
Onderwijs op de faculteit wil verbeteren met behulp van excursies,
symposia en bijvoorbeeld het pleiten voor milieumokken. "We
krijgen veel vragen over asbest. Aanvragers willen weten of er
bijvoorbeeld asbest in hun vloerbedekking zit. De meeste aanvragen
komen binnen via internet, intern of via doorverwijzingen van
bijvoorbeeld de GGD. Kappers realiseert zich dat de bezuinigingen
zeker doorgaan. "Dat geld zijn we gewoon kwijt, maar hoe
moeten we nu verder?" Kappers denkt dat de Chemiewinkel weinig
kan schaven aan zijn begroting. "Nog niet zo lang geleden
hebben wij al gereorganiseerd. Toen zijn er drie betaalde krachten
uitgegaan. Ik denk dat we nu heel efficiënt draaien en weinig
meer kunnen schuiven."
Elektrowinkel
De Elektrowinkel werkt met een bestuur van vier personen die ieder
een student-
assistentschap voor vier uur per week hebben. Verder werkt de
winkel met vijftien tot twintig projectleden die een contract
op projectbasis krijgen. De projecten die de Elektrowinkel uitvoert,
bestaan voor de helft uit informatieprojecten en voor de helft
uit het ontwikkelen van apparatuur. "De informatieprojecten
worden meestal door mensen uit het bestuur gedaan", legt
Frank Rentmeester uit. "We krijgen wel eens aanvragen van
uitvinders. Die willen dan niet zeggen waar ze precies mee bezig
zijn, maar willen wel dat wij iets voor ze ontwikkelen. Daar doen
wij niet aan mee", zegt Ruud Kalis vastberaden. "Kunstenaars
helpen we meestal wel, vooral als ze het niet zo breed hebben."
De meeste aanvragen die in behandeling worden genomen door de
winkel komen van oudere mensen of
lichamelijk gehandicapten. "We hebben bijvoorbeeld een stereo-onderbreker
gemaakt voor een gehandicapte jongen. Hij kon zelf de stereo niet
op tijd zachter zetten als zijn telefoon ging. Hij was echt superblij
toen wij dat bij hem geïnstalleerd hadden."
Kalis begrijpt wel waar het voorstel voor de fusie van de Elektrowinkel,
WenS en TWG vandaan komt. "Waarschijnlijk wordt er gedacht
dat deze drie winkels alledrie iets met gezondheidszorg doen en
daarom eenvoudig kunnen fuseren. Wij zien de fusie niet als een
ideale oplossing. Het zou niet alleen financieel een heel geregel
zijn, ook het contact met studenten Elektrotechniek zou verwateren
als wij bijvoorbeeld naar W-hoog moeten verhuizen. Wij willen
best meedenken of we op de één of andere manier
kunnen bezuinigen, maar dat kan niet op korte termijn. We hebben
al contracten lopen met projectleden en ook een fusie kost tijd."
Kalis ziet echter ook iets positiefs in de aangekondigde bezuiniging:
"We hebben nooit echt kritisch naar onze begroting gekeken
en daar worden we nu wel toe gedwongen. Onze begroting bleek aardig
te kloppen."
De Elektrowinkel heeft een paar sponsors. "Een schijntje
in vergelijking met wat we van de TU/e krijgen. We willen niet
afhankelijk worden van sponsors", aldus Rentmeester.
WenS
Het bestuur van WenS (Werktuigbouwkunde en Samenleving) bestaat
uit vier personen, de opdrachten worden uitgevoerd door winkeliers,
zoals de studenten genoemd worden. De meeste aanvragen komen bij
WenS via e-mail of telefoon binnen. Bart Janssen: "De opdrachten
zijn te verdelen in materiaalonderzoek en het ontwerpen van dingen.
We hebben bijvoorbeeld een survivalvereniging geholpen met het
ontwerpen van een kabelbaan. Ook hebben we een babyhangmat gemaakt
die vanzelf bleef bewegen." De opdrachten die WenS binnenkrijgt,
komen van particulieren, verenigingen en bijvoorbeeld van studenten
aan de Design Academy. "Zij hebben vaak genoeg ideeën
over het beeld, maar hebben te weinig technische achtergrond om
het uit te voeren."
De bestuursleden van de Werktuigbouwkundewinkel zijn het niet
eens met de aanpak van de bezuinigingen. "Er had beter eerst
gekeken kunnen worden naar wat eraf kan bij de winkels en dan
bezuinigen. Niet andersom", vindt Anneke van Dijk. "Ook
begrijpen we niet waarom de ene winkel volgens het voorstel meer
moet inleveren dan de andere. Een fusie met de Elektrowinkel zien
we sowieso niet zitten", vertelt Van Dijk. "Ook met
TWG willen we liever niet fuseren, omdat we hele andere opdrachten
binnenkrijgen en een andere manier van werken hebben."
Fysicawinkel
De Fysicawinkel werkt met vier student-assistenten die ieder voor
één dag in de week zijn aangesteld. Zij doen het
bestuurswerk en handelen alle opdrachten af. Zij worden daarin
bijgestaan door een begeleidingscommissie, bestaande uit medewerkers
van de faculteit Technische Natuurkunde. "De Fysicawinkel
is de enige wetenschapswinkel die op deze manier werkt",
vertelt Erik Roeling. "Heel vroeger heeft deze winkel ook
wel met andere studenten gewerkt, maar uit efficiëntieoverweging
werken we nu met vier vaste krachten. Onze opdrachten, die vaak
met geluid te maken hebben, vereisen namelijk behoorlijk wat kennis."
Jeroen de Klerk: "Een voorbeeld van een opdracht komt van
iemand die naast een industrieterrein woont en last heeft van
het geluid. Als de gemeente er geen metingen naar wil doen, kan
die persoon ons inschakelen. Wij doen dan metingen en brengen
een adviesrapport uit." "De bezuinigingen zijn niet
tegen te houden, we moeten het met minder geld gaan doen. Dat
betekent voor ons dat we misschien minder geld voor apparatuur
hebben."
Volgens Roeling is het een algemene trend in Nederland om op de
wetenschapswinkels te bezuinigen. "In Delft zijn ze al opgeheven;
een trieste zaak. De universiteit moet niet alleen onderzoeken
en onderwijzen, maar heeft ook een maatschappelijk karakter. Ik
denk dat de wetenschapswinkels daar zeker bij horen."
Bouwkundewinkel
De Bouwkundewinkel maakt gebruik van tien student-assistenten
die contracten hebben, variërend van vier tot acht uur per
week. De meeste vragen die de winkel binnenkrijgt, hebben te maken
met klimaat- en vochtproblemen. "Onze doelgroep is vrij groot",
vertelt Jaap Strik. "Voorwaarde is wel dat de vragen van
minder draagkrachtige mensen afkomstig zijn en het om unieke problemen
gaat die een specifieke oplossing vereisen."
"De plannen zijn nog onduidelijk, niemand weet op dit moment
waar hij aan toe is", zegt Martijn Crins over de bezuinigingen.
"Wij hebben een nuttig gesprek gehad met de faculteit Bouwkunde,
maar daarin is ook een extra probleem voor ons naar boven komen
drijven. De faculteit neemt zelf geen student-assistenten meer
aan, maar besteedt alles uit aan Euflex. Dat is veel duurder en
het zal voor ons moeilijk worden om binnen het budget te blijven."
De faculteit blijft heel belangrijk voor de Bouwkundewinkel. "We
maken gebruik van apparatuur van de faculteit als we gaan meten
en kunnen gebruik maken van advies van docenten."
Bedrijfskundewinkel
De bestuursleden van de Bedrijfskundewinkel begeleiden, naast
hun bestuurstaak, ook faculteitsstudenten bij de opdrachten. Voorzitter
Mark Palte: "We willen zoveel mogelijk studenten kennis laten
maken met praktijkwerk. De wetenschapswinkels hebben niet alleen
een maatschappelijk belang, maar ook belang voor de studenten
die opgeleid worden tot ingenieur".
"De hoofdmoot van de opdrachten bestaat uit marktonderzoeken,
maar de laatste tijd lukt het steeds vaker organisatiekundig onderzoek
binnen te slepen", vertelt Hans Frankort. "Dat is leuker
voor studenten, omdat ze daar tijdens hun studie niet zo- veel
mee te maken krijgen." Bijvoorbeeld: vier peuterspeelzalen
worden genoodzaakt op verschillende locaties tot één
organisatie te fuseren. Ze hebben de Bedrijfskundewinkel gevraagd
hulp te bieden bij het opzetten van de nieuwe organisatie.
"Wij zijn in principe niet tegen een fusie van de wetenschapswinkels
binnen de faculteit TM", zegt Palte. "Het zou de opleidingen
dichter naar elkaar toe laten groeien. Dat zou echter voor ons
betekenen dat we vijftig procent van ons budget moeten afgeven.
De onduidelijkheid is een groot probleem. Niemand kan ons vertellen
wat er nu concreet gaat veranderen. We kunnen geen contracten
voor nieuwe bestuursleden tekenen, omdat we niet weten wat ons
te wachten staat."
"Mochten we uiteindelijk een gedeelte van ons budget kwijtraken,
dan moeten we in opdrachten gaan inperken. Maar sterven we dan
geen langzame dood?", vraagt de voorzitter zich af. Hij denkt
dat de wetenschapswinkels een positieve bijdrage kunnen leveren
aan de invoering van het bachelor-masterstelsel. "Ik denk
dat als je hier in een wetenschapswinkel hebt gewerkt, je in je
masterfase best een wetenschapswinkel kunt opzetten in een land
als Polen."
TWG
De doelstelling van de Technische Werkwinkel Gezondheidszorg is
het vervaardigen en aanpassen van hulpmiddelen voor ouderen en
gehandicapten. Het bestuur bestaat uit zeven personen, waarvan
er vier projectuitvoerder zijn. Martijn Houben: "Dat doen
we om de stroming erin te houden en geen wachtlijst te laten ontstaan.
We zoeken bij Werktuigbouwkunde en Biomedische Technologie externe
projectuitvoerders."
"Mensen die wij helpen, zijn ons vaak ontzettend dankbaar,
maar er zit één maar aan dit verhaal. We mogen ieder
ding maar één keer maken. Een voorbeeld hiervan
is de oogdruppelaar. Die hebben we gemaakt voor iemand die afhankelijk
is van de Thuiszorg bij het druppelen van de ogen, omdat die persoon
door een ziekte trillende handen heeft. De oogdruppelaar kan vastgezet
worden op de neus, waardoor de handen niet nodig zijn bij het
druppelen. Toen dit in de publiciteit kwam, hebben we veel aanvragen
gehad voor oogdruppelaars. Het enige wat we dan mogen doen, is
het verslag opsturen. We zijn nu echter in onderhandeling met
de Stichting Gered Gereedschap in Geldrop die wellicht prototypes
van ons kan gaan vermenigvuldigen."
Over een eventuele fusie met WenS zegt Houben: "We fuseren
natuurlijk het liefst niet, omdat we een compleet andere werkwijze
hebben."
TWG heeft een stichting die in de loop der jaren een financiële
reserve heeft opgebouwd door bonussen en subsidies. "Dreigt
er een groot financieel gat te vallen, dan kunnen we het geld
in die stichting aanspreken. Dat is echter slechts een eenmalige
oplossing."
TeMawinkel
De TeMawinkel bestaat uit drie winkeliers die ieder één
afstudeerrichting binnen de opleiding Techniek en Maatschappij
vertegenwoordigen. Zij zijn de contactpersonen tussen de opdrachtgevers
en de studenten die de opdrachten uitvoeren. "Iedere winkelier
zoekt zelf actief naar opdrachten in zijn vakgebied", vertelt
Judith Oomen. "Per richting hebben we een docent achter ons
staan. Wij vinden die begeleiding van groot belang om de opdrachten
op academisch niveau te houden."
Studenten die een opdracht willen uitvoeren bij de TeMawinkel,
kunnen kiezen uit opdrachten van veertig of tachtig uur. Oomen:
"Ook kunnen ze zelf beslissen of ze er een financiële
vergoeding of studiepunten voor willen krijgen. Omdat docenten
hier meer bij het winkelwerk betrokken zijn, is het makkelijker
om er studiepunten aan te geven".
Voorbeeld van een onderzoek: een stichting heeft voor het eerst
intelligente woningen gebouwd voor oudere mensen. Lampen gaan
bijvoorbeeld vanzelf aan als iemand binnenkomt. "Ons is gevraagd
de bewoners te interviewen wat ze van de veranderingen verwachten
en een nameting te doen om erachter te komen hoe de intelligente
woningen bevallen."
"De rector heeft beloofd het voorstel van de bezuinigingen
toe te lichten, maar heeft gezegd daar nu geen tijd voor te hebben",
zegt Oomen. "We begrijpen dat wel, maar het is ons onduidelijk
of het een bindend voorstel is of dat we zelf mogen puzzelen met
het geld. We proberen nu in ieder geval zo goed mogelijk aan te
tonen dat iedere winkel zijn eigen waarde heeft."
Een optie is een gezamenlijk bestuur vormen met de Bedrijfskundewinkel,
maar de opdrachten op de eigen manier blijven uitvoeren. "Voor
ons zou dat niks uitmaken, omdat ieder bestuurslid een afstudeerrichting
vertegenwoordigt en wij niet met minder bestuursleden kunnen werken."
Als het bezuinigingsvoorstel wordt doorgevoerd en de Bedrijfskunde-
en TeMawinkel moeten fuseren, zal dat voor de TeMawinkel betekenen
dat er minder opdrachten uitgevoerd kunnen worden. "We zijn
bang dat we dan in een negatieve spiraal terechtkomen", bekent
Oomen. "Als we minder opdrachten kunnen uitvoeren, zal het
belang van de wetenschapswinkels voor de TU/e en de maatschappij
steeds minder duidelijk worden. Dat zou jammer zijn, omdat de
wetenschapswinkels toch het loket van de TU/e voor de maatschappij
zijn."/.
|