Untitled Document
Mathieu Weggeman
"Bèta's moeten wel een fascinatie
voor taal hebben"
Han Konings
Foto: Bart van Overbeeke
In zijn colleges past hij deze aanpak veelvuldig toe: zorg
voor origineel taalgebruik en relativeer dingen, zodat je toehoorders
geboeid blijven. "Mensen onthouden het verhaal, niet een
droge opsomming van puntjes", aldus Mathieu Weggeman, hoogleraar
Organisatiekunde bij de faculteit Technologie Management. Weggemans
spel met taal vond onlangs zijn schriftelijke uitwerking in de
bundel 'Kersten Huurst'.
Taal heeft hem altijd al geboeid.
"Bèta's, wetenschappers in het algemeen, moeten ook
wel een fascinatie voor taal hebben", aldus prof.dr.ir. Mathieu
Weggeman. "Alleen via taal kunnen ze uitdrukking geven aan
datgene waar ze mee bezig zijn. In aanpalende gebieden, zoals
in de religie en de kunst, speelt dat toch minder. Een kunstenaar
kan gewoon zeggen: 'Kijk dan, zo heb ik het geschilderd, dat spreekt
toch voor zich?'."
In een recensie van zijn bundel 'Kersten Huurst' in het Eindhovens
Dagblad werd zijn werk vergeleken met dadaïstisch klankvers
en gedichten van de Vlaming Paul van Ostaijen. "Dat mijn
werk naast dat van Van Ostaijen werd gezet, vereert mij zeer.
Maar die zit toch wel in een hogere divisie. Misschien, als ik
er de tijd voor krijg, kom ik daar ooit een beetje bij in de buurt."
Met het gedachtengoed van de dadaïsten voelt Weggeman grote
verwantschap. Weggeman: "Deze beweging, die ontstaan is tussen
de beide wereldoorlogen, vond dat geen enkel idee ooit had geleid
tot een rechtvaardige samenleving. Noch het kapitalisme, socialisme
of communisme. Zij dachten ook niet dat zo'n ideaal te verwezenlijken
was. Dan kun je twee dingen doen: of je houdt op met bestaan,
wat nogal een heftige beslissing is, of je gaat leuke dingen doen
om zo de verveling nog enigszins te verdrijven. Ook ik ben van
mening dat we er met z'n allen niet zo bar veel van gemaakt hebben.
Maar ik vind het nog te leuk en pleeg om die reden ook geen zelfmoord.
Zo'n instelling brengt echter wel met zich mee dat je nog maar
weinig dingen echt belangrijk vindt".
Relativering en absurdisme zijn dan ook ruimschoots voorhanden
in Weggemans bundel. "De titel van het boekje is eigenlijk
zomaar een losse kreet, het betekent niets", aldus Weggeman.
"Op pagina vier noem ik nog zes titels die het net niet geworden
zijn." Op de boekflap staat dat Weggeman het boekje schreef
vanuit de behoefte iets te verduidelijken, maar dat hij daar helaas
niet in geslaagd is. Er wordt dan ook het nodige van de lezer
zelf gevraagd. Als voorbeeld haalt Weggeman een reeks nonsens-namen
aan, die terug te vinden zijn onder de titel 'De gezworenen'.
"Iedereen zal zich bij het lezen van deze namen allerlei
beelden voor de geest halen. Tenminste, dat hoop ik. Hoe zien
bijvoorbeeld Kef Brok, Kaalieman Stuf Garting of Radanker Beetangkoer
eruit?"
Op de vraag of zijn relativerende kijk op de maatschappij te verenigen
is met zijn professie van organisatiedeskundige, zegt Weggeman:
"Ja, dat is heel goed te doen. Ik vind dat managers hun werknemers
meer vrijheid moeten geven. Maak van de werkvloer weer een playground.
Vooral voor ingenieurs is dat van belang. Die komen in zo'n omgeving
het best tot hun recht en kunnen dan allerlei dingetjes maken
waar de mensen iets aan hebben"./.
|
Untitled Document
De week van/John
John Snoeijs is portier bij de faculteit Elektrotechniek en
was aanwezig bij het burgerlijk huwelijk van Willem-Alexander
en Máxima.
Maandag: Deze week staat in
het teken van hét Huwelijk. Mijn vriendin en ik hebben
hier in december een officiële uitnodiging van de Koningin
voor ontvangen.
Het is een drukke dag. Veel telefoontjes, post en aanvragen voor
sleutels verwerkt en bezoekers doorverwezen.
Dinsdag: Weer gigantisch druk. M'n lunch schoot er bijna bij
in. Ik besluit alvast om vrijdag vrij te nemen.
Woensdag: Verschillende verzoeken overtelefoonzaken
en BHV-zaken afgewerkt.
Donderdag: Heb vandaag toegangspasjes geprogrammeerd
en machtigingen tot aanwezigheid buiten diensttijd verlengd. Om
vier uur naar de afscheidsreceptie van mijn collega Paul van Eck.
Vrijdag: Deze dag stond in het teken van de voorbereidingen
op hét Huwelijk. Boodschappen gehaald en nog wat gesport.
Op tijd naar bed.
Zaterdag: Om half vijf opgestaan en een uur later vertrokken
naar Amsterdam.
We kwamen om half acht aan bij de speciale verzamelplaats voor
de genodigden. Veel politie en een cameraploeg van de NOS waren
present. Omdat we de eerste genodigden waren, werden we direct
door de NOS geïnterviewd. Binnen werden we uitvoerig gecontroleerd.
Het gebouw werd zeer streng bewaakt. Om half negen mochten we
plaatsnemen in een bus die ons onder zware politiebegeleiding
naar de Beurs van Berlage bracht. Onderweg stonden duizenden mensen
ons toe te juichen. Bij binnenkomst werden we ontvangen door de
Amsterdamse wethouders en burgermeester Cohen. Wij kwamen in het
eerste blok te zitten, ideaal om alles van dichtbij mee te maken.
Na de plechtigheid was er de gelegenheid een hapje en een drankje
te nuttigen. In een andere zaal stond een groot videoscherm met
luxe zitplaatsen om de kerkelijke inzegening en de rijtoer met
balkonscène te kunnen volgen. Om twee uur werden we weer
naar het Centraal Station gebracht. Mensen herkenden ons al als
'die twee die 's morgens op tv waren geweest'. Het was een onvergetelijke
dag.
Zondag: Vandaag goed uitgerust om er morgen weer met
frisse moed tegenaan te gaan.
|