Bijvoorbeeld dat ik op bepaalde momenten schrik van een onverwachte aanval. Of dat ik een gefrustreerde grimas trek wanneer ik dreig te worden overklast. Sensoren onder stoelen en aan mijn oren en vingers registreren mijn schrikreacties. En camera’s filmen van drie kanten gezichtsuitdrukkingen en lichaamshoudingen. Na het spelen van het computerspel vullen proefpersonen een vragenlijst in. “Vond je het saai of uitdagend? Vond je dat je goed was in het spel? Dat soort dingen willen we weten, want daarmee kunnen we inschatten hoeveel we hebben aan de verschillende objectieve waarnemingen”, legt dr. Wijnand IJsselsteijn, één van de projectleiders van het lab, uit. En dat moet op termijn leiden tot slimmere games. Ter lering en vermaak. “De spelletjes van de toekomst kunnen voelen of de speler behoefte heeft aan een hogere moeilijkheidsgraad of juist aan een lager niveau.”
|