Het eerste dat Ger Houwen zegt is: “Ik moet direct gaan, er is een opsluiting in een ander gebouw.” Dat betekent dat er iemand vastzit in een lift. Daar staat te zweten van angst. Of baalt vanwege het missen van een belangrijke afspraak. Of moet plassen. Toch maakt de liftreparateur allerminst een gehaaste indruk. Hij drinkt rustig zijn koffie op. “Ik moet toch wachten op een telefoontje van een collega. Ik weet nog niet waar de opsluiting is.” Dus heeft hij tijd om te vertellen over ‘zijn’ liften. Hij heeft ze in Potentiaal, het Hoofdgebouw, Cascade, Zwarte Doos en Matrix, dertien in totaal. Twee weken in de maand is hij bezig met het onderhoud ervan. De andere twee weken zit hij in liften van Rabobank, Holliday Inn, MMC en de Eindhovense woontoren Parade.
Opsluitingen maken hem niet koud of warm. “Soms zijn mensen heel blij als je ze bevrijdt, soms zijn ze agressief.”Hij heeft wel eens iemand laten zitten omdat hij door de deur heen bedreigingen naar zijn hoofd geslingerd kreeg, “omdat het te lang geduurd had ofzo”. Toen heeft hij de politie maar gebeld. Dat was trouwens niet aan de TU/e, stelt Houwen gerust. Maar nu moet hij gaan…(NS)
|