Untitled Document
Willemien Fraaije:
"Ik kijk graag achter de horizon"
Grand Tour/Chantal Louwers
Foto/Bram Saeys
'De Grand Tour was een educatiereis. Bedoeld als sluitstuk
van de opvoeding. Een reis om 'te zien en te leren', om achter
de horizon te kijken en kennis te nemen van andere zeden en gewoonten,
andere politieke stelsels, andere keukens. De Grand Tour bood
de mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten, talen te leren,
culturele evenementen bij te wonen en om in de Europese Salons
te converseren met de culturele en intellectuele elite.' Dit citaat
is afkomstig uit het boek 'L'Université, c'est la rue'
geschreven door humanistisch studentenraadsvrouw Willemien Fraaije.
Fraaije ging de afgelopen tien jaar op Grand Tour door Europa
en schreef er een boek over.
De Grand Tour stamt uit de zeventiende
en achttiende eeuw. Internationalisering, dat momenteel hoog in
het vaandel staat op de TU/e, is dus een eeuwenoud verschijnsel.
Fraaije's persoonlijke ervaringen tijdens de val van de Berlijnse
Muur in november 1989 vormen het beginpunt van het boek. 'Mijn
belangstelling voor de verdere ontwikkelingen is daardoor in hoge
mate gewekt. Kansen om enigszins op de hoogte te raken van het
universitaire leven in Europa, heb ik daarom niet laten liggen',
schrijft ze in haar boek. 'De val van de Muur heeft een groot
aantal ontwikkelingen in gang gezet, waaronder het streven naar
de Europese Open Hoger Onderwijsruimte.'
Ministers van onderwijs uit 29 Europese landen ondertekenden in
juni 1999 de Bolognaverklaring. Deze verklaring bouwt voort op
de Sorbonneverklaring van een jaar eerder. De Sorbonneverklaring
was gericht op meer mobiliteit en samenwerking in het onderwijs.
In de Bolognaverklaring stellen de ministers een aantal doelen
om de komende tien jaar daadwerkelijk te komen tot één
Europese Open Hoger Onderwijsruimte. Voor studenten betekent dit
dat ze in de toekomst de mogelijkheid krijgen aan verschillende
Europese universiteiten te studeren.
EU-projecten
Tussen 1990 en 2001 bracht de humanistisch studentenraadsvrouw
van de TU/e een bezoek aan universiteiten in Berlijn, Lyon, Athene,
Dublin, Sevilla, Nancy, Göttingen en Bologna. "Dat ik
de kans heb gekregen dit te doen, is een gelukkige samenloop van
omstandigheden. Ik ben getrouwd met Johan van der Sanden, die
hoogleraar is aan de TU/e. Hij is al jaren een enthousiast deelnemer
aan EU-projecten. Ik heb het altijd leuk gevonden met hem mee
te reizen. De tijd dat hij zat te vergaderen, wilde ik nuttig
besteden. Ik ging de straat op, bezocht universiteiten en maakte
contact." Fraaije geeft toe dat het makkelijker is contact
te maken met medewerkers en studenten als je al connecties op
een universiteit hebt. "In eerste instantie maakte ik veel
gebruik van de connecties van mijn man, maar hoe langer ik het
deed, hoe meer vertrouwen ik kreeg om het zelf te doen."
"Ik heb altijd al gezegd en gedacht dat alles wat ik meemaakte
zo bijzonder was dat ik het op moest schrijven. De bezoeken aan
de universiteiten en het spreken met studenten en medewerkers
over hun leven. Achteraf blijkt alles ook nog eens perfect in
elkaar te vallen. Ik ben intuïtief aan dit project begonnen.
Geleidelijk begon ik steeds meer verbanden te zien. Voorwaarde
daarvoor is dat je moet kunnen waarnemen, een bepaalde basiskennis
moet hebben en geïnteresseerd moet zijn in maatschappelijke
en politieke ontwikkelingen." Fraaije geeft toe de relaties
tussen bepaalde ontwikkelingen ook nog niet zo lang te zien. "Het
is ongelofelijk hoeveel koppelingen deze tijd met het verleden
heeft", vertelt ze. "Hoe meer reizen naar Europese studentensteden
ik heb gemaakt, hoe beter ik de verbanden ga zien. Ik kan me ook
niet meer voorstellen hoe ik dacht voordat ik hieraan begon. Toen
had ik een andere kijk op de wereld."
Spaanse les
"Het contact zoeken met studenten verliep heel spontaan.
Ik spreek Engels, Duits, Frans en ben Spaans gaan studeren voor
mijn bezoek aan Sevilla. Voordat ik naar Sevilla ging, had ik
twee maanden Spaanse les gehad. Dan kun je je naam, je leeftijd
en je woonplaats zeggen. Medewerkers van de universiteit hadden
bedacht dat ze me wel los zouden kunnen laten voor een volle collegezaal.
Daar merkte ik dat je niet per se een gemeenschappelijke taal
nodig hebt om te kunnen communiceren. Als je nieuwsgierig en geïnteresseerd
bent, kom je met creativiteit en taalgevoeligheid heel ver."
"Wat mij in die contacten vooral opviel, was de open, verwachtingsvolle
en creatieve levenshouding van de meeste studenten in soms lastige
politieke, economische of persoonlijke omstandigheden. Ik heb
geen duidelijke verschillen ontdekt tussen de landen. Het is me
wel opgevallen dat Berlijnse studenten vooral willen uitstralen
dat ze Europeaan en wereldburger zijn en dat ze niet als Duitse
student geïdentificeerd willen worden." In materieel
opzicht hebben de Nederlandse en Duitse studenten het overduidelijk
het beste getroffen. "Maar dat dat nou zo'n belangrijke voorwaarde
is, hoor je mij niet zeggen." Keuzes maken tussen universiteiten
is voor Fraaije heel moeilijk. "Ik heb me persoonlijk zo
in die steden verdiept dat het voor mij moeilijk is om te kiezen.
Ik heb met iedere stad een band opgebouwd." De meeste steden
bezocht ze één maal, Berlijn drie keer. "Berlijn
is een fantastisch boeiende stad. Dat heeft te maken met de geschiedenis
van de stad."
Sevilla staat in Fraaije's herinnering gegrift als een warme,
hartelijke stad. "Ik was graag in die zuidelijke sfeer blijven
hangen. Ook al zijn er weinig computers en al helemaal geen internet,
die stad heeft veel te bieden."
In Bologna staat de oudste universiteit van Europa. "Iedere
keer als ik door de gangen liep, realiseerde ik me wat daar allemaal
bedacht is. De geschiedenis zweeft rond in die universiteitsgebouwen."
Met deze constatering is de humanistisch studentenraadsvrouw aanbeland
bij een groot verschil met de TU/e. "De TU/e heeft geen geschiedenis
in vergelijking met bijvoorbeeld Bologna. Dit is een verschil,
geen waarde oordeel. Een voordeel voor Eindhoven is dat de geschiedenis
niet belastend kan zijn voor de universiteit. Dat is in Berlijn
bijvoorbeeld wel zo. De Wehrtechnische Fakultät waar wapentuig
ontwikkeld werd, is een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van
de Technische Universiteit Berlijn."
Oneindig
De interpretatie van de titel van het boek mag volgens de auteur
iedere lezer voor zichzelf bepalen. Fraaije sprak in 1994 met
Eric Favre. Hij studeerde in de jaren zeventig psychologie in
Parijs, maar werd uiteindelijk taxichauffeur. "Hij vertelde
me dat hij het meeste in zijn leven geleerd had op straat. Door
te kijken, te luisteren en te interpreteren. L'Université,
c'est la rue, waren zijn woorden. De Grand Tour was ook bedoeld
om te leren waarnemen. Op onderzoek uitgaan in de wijde wereld
is het beste leerboek. Dat is iets wat nooit stopt." De laatste
regel in haar boek is daarom ook 'we zijn op weg'. Fraaije heeft
haar eigen Grand Tour als fantastisch ervaren. "Ik ben een
type dat altijd wil blijven leren. Dat komt voort uit nieuwsgierigheid
en een motivatie om mee te kunnen doen. Ik blijf graag achter
de horizon kijken."/.
Willemien Fraaije heeft haar bevindingen gebundeld in het
boek 'L'Université, c'est la rue', dat nu bij de drukker
ligt en in september in een Nederlandstalige en een Engelstalige
versie gepresenteerd wordt. Het ligt dan voor 40,- in de boekhandel
van de TU/e. Geïnteresseerden kunnen bij Willemien Fraaije
(HG 1.27, tel. 4694) een bestelling plaatsen.
|