/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 6

jaargang 43, 14 juni 2001


Studentenleven

Untitled Document

Willemien Fraaije:
"Ik kijk graag achter de horizon"
Grand Tour/Chantal Louwers
Foto/
Bram Saeys
'De Grand Tour was een educatiereis. Bedoeld als sluitstuk van de opvoeding. Een reis om 'te zien en te leren', om achter de horizon te kijken en kennis te nemen van andere zeden en gewoonten, andere politieke stelsels, andere keukens. De Grand Tour bood de mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten, talen te leren, culturele evenementen bij te wonen en om in de Europese Salons te converseren met de culturele en intellectuele elite.' Dit citaat is afkomstig uit het boek 'L'Université, c'est la rue' geschreven door humanistisch studentenraadsvrouw Willemien Fraaije.
Fraaije ging de afgelopen tien jaar op Grand Tour door Europa en schreef er een boek over.

De Grand Tour stamt uit de zeventiende en achttiende eeuw. Internationalisering, dat momenteel hoog in het vaandel staat op de TU/e, is dus een eeuwenoud verschijnsel.
Fraaije's persoonlijke ervaringen tijdens de val van de Berlijnse Muur in november 1989 vormen het beginpunt van het boek. 'Mijn belangstelling voor de verdere ontwikkelingen is daardoor in hoge mate gewekt. Kansen om enigszins op de hoogte te raken van het universitaire leven in Europa, heb ik daarom niet laten liggen', schrijft ze in haar boek. 'De val van de Muur heeft een groot aantal ontwikkelingen in gang gezet, waaronder het streven naar de Europese Open Hoger Onderwijsruimte.'
Ministers van onderwijs uit 29 Europese landen ondertekenden in juni 1999 de Bolognaverklaring. Deze verklaring bouwt voort op de Sorbonneverklaring van een jaar eerder. De Sorbonneverklaring was gericht op meer mobiliteit en samenwerking in het onderwijs. In de Bolognaverklaring stellen de ministers een aantal doelen om de komende tien jaar daadwerkelijk te komen tot één Europese Open Hoger Onderwijsruimte. Voor studenten betekent dit dat ze in de toekomst de mogelijkheid krijgen aan verschillende Europese universiteiten te studeren.

EU-projecten
Tussen 1990 en 2001 bracht de humanistisch studentenraadsvrouw van de TU/e een bezoek aan universiteiten in Berlijn, Lyon, Athene, Dublin, Sevilla, Nancy, Göttingen en Bologna. "Dat ik de kans heb gekregen dit te doen, is een gelukkige samenloop van omstandigheden. Ik ben getrouwd met Johan van der Sanden, die hoogleraar is aan de TU/e. Hij is al jaren een enthousiast deelnemer aan EU-projecten. Ik heb het altijd leuk gevonden met hem mee te reizen. De tijd dat hij zat te vergaderen, wilde ik nuttig besteden. Ik ging de straat op, bezocht universiteiten en maakte contact." Fraaije geeft toe dat het makkelijker is contact te maken met medewerkers en studenten als je al connecties op een universiteit hebt. "In eerste instantie maakte ik veel gebruik van de connecties van mijn man, maar hoe langer ik het deed, hoe meer vertrouwen ik kreeg om het zelf te doen."
"Ik heb altijd al gezegd en gedacht dat alles wat ik meemaakte zo bijzonder was dat ik het op moest schrijven. De bezoeken aan de universiteiten en het spreken met studenten en medewerkers over hun leven. Achteraf blijkt alles ook nog eens perfect in elkaar te vallen. Ik ben intuïtief aan dit project begonnen. Geleidelijk begon ik steeds meer verbanden te zien. Voorwaarde daarvoor is dat je moet kunnen waarnemen, een bepaalde basiskennis moet hebben en geïnteresseerd moet zijn in maatschappelijke en politieke ontwikkelingen." Fraaije geeft toe de relaties tussen bepaalde ontwikkelingen ook nog niet zo lang te zien. "Het is ongelofelijk hoeveel koppelingen deze tijd met het verleden heeft", vertelt ze. "Hoe meer reizen naar Europese studentensteden ik heb gemaakt, hoe beter ik de verbanden ga zien. Ik kan me ook niet meer voorstellen hoe ik dacht voordat ik hieraan begon. Toen had ik een andere kijk op de wereld."

Spaanse les
"Het contact zoeken met studenten verliep heel spontaan. Ik spreek Engels, Duits, Frans en ben Spaans gaan studeren voor mijn bezoek aan Sevilla. Voordat ik naar Sevilla ging, had ik twee maanden Spaanse les gehad. Dan kun je je naam, je leeftijd en je woonplaats zeggen. Medewerkers van de universiteit hadden bedacht dat ze me wel los zouden kunnen laten voor een volle collegezaal. Daar merkte ik dat je niet per se een gemeenschappelijke taal nodig hebt om te kunnen communiceren. Als je nieuwsgierig en geïnteresseerd bent, kom je met creativiteit en taalgevoeligheid heel ver."
"Wat mij in die contacten vooral opviel, was de open, verwachtingsvolle en creatieve levenshouding van de meeste studenten in soms lastige politieke, economische of persoonlijke omstandigheden. Ik heb geen duidelijke verschillen ontdekt tussen de landen. Het is me wel opgevallen dat Berlijnse studenten vooral willen uitstralen dat ze Europeaan en wereldburger zijn en dat ze niet als Duitse student geïdentificeerd willen worden." In materieel opzicht hebben de Nederlandse en Duitse studenten het overduidelijk het beste getroffen. "Maar dat dat nou zo'n belangrijke voorwaarde is, hoor je mij niet zeggen." Keuzes maken tussen universiteiten is voor Fraaije heel moeilijk. "Ik heb me persoonlijk zo in die steden verdiept dat het voor mij moeilijk is om te kiezen. Ik heb met iedere stad een band opgebouwd." De meeste steden bezocht ze één maal, Berlijn drie keer. "Berlijn is een fantastisch boeiende stad. Dat heeft te maken met de geschiedenis van de stad."
Sevilla staat in Fraaije's herinnering gegrift als een warme, hartelijke stad. "Ik was graag in die zuidelijke sfeer blijven hangen. Ook al zijn er weinig computers en al helemaal geen internet, die stad heeft veel te bieden."
In Bologna staat de oudste universiteit van Europa. "Iedere keer als ik door de gangen liep, realiseerde ik me wat daar allemaal bedacht is. De geschiedenis zweeft rond in die universiteitsgebouwen." Met deze constatering is de humanistisch studentenraadsvrouw aanbeland bij een groot verschil met de TU/e. "De TU/e heeft geen geschiedenis in vergelijking met bijvoorbeeld Bologna. Dit is een verschil, geen waarde oordeel. Een voordeel voor Eindhoven is dat de geschiedenis niet belastend kan zijn voor de universiteit. Dat is in Berlijn bijvoorbeeld wel zo. De Wehrtechnische Fakultät waar wapentuig ontwikkeld werd, is een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de Technische Universiteit Berlijn."

Oneindig
De interpretatie van de titel van het boek mag volgens de auteur iedere lezer voor zichzelf bepalen. Fraaije sprak in 1994 met Eric Favre. Hij studeerde in de jaren zeventig psychologie in Parijs, maar werd uiteindelijk taxichauffeur. "Hij vertelde me dat hij het meeste in zijn leven geleerd had op straat. Door te kijken, te luisteren en te interpreteren. L'Université, c'est la rue, waren zijn woorden. De Grand Tour was ook bedoeld om te leren waarnemen. Op onderzoek uitgaan in de wijde wereld is het beste leerboek. Dat is iets wat nooit stopt." De laatste regel in haar boek is daarom ook 'we zijn op weg'. Fraaije heeft haar eigen Grand Tour als fantastisch ervaren. "Ik ben een type dat altijd wil blijven leren. Dat komt voort uit nieuwsgierigheid en een motivatie om mee te kunnen doen. Ik blijf graag achter de horizon kijken."/.

Willemien Fraaije heeft haar bevindingen gebundeld in het boek 'L'Université, c'est la rue', dat nu bij de drukker ligt en in september in een Nederlandstalige en een Engelstalige versie gepresenteerd wordt. Het ligt dan voor 40,- in de boekhandel van de TU/e. Geïnteresseerden kunnen bij Willemien Fraaije (HG ­1.27, tel. 4694) een bestelling plaatsen.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor