spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
PF en Groep-één: van hetzelfde laken een studentenpak
29 november 2007 - Nog steeds geen keuze kunnen maken tussen Groep-één en de PF? Geen wonder, want de verschillen tussen de studentenpartijen in de universiteitsraad van de TU/e zijn minimaal. Of je nu stemt op de ‘pragmatiek’ van Groep-één, het ‘idealisme’ van de PF of op een bekend gezicht bij één van beide partijen: het maakt niets uit. Als je maar stemt. Dat kan vandaag, donderdag 29 november, nog tot 0.00 uur via www.tue.nl/verkiezingen.

Stemmen was ooit stukken gemakkelijker. Linkse rakkers stemden op de Progressieve Studentenfractie en zat je bij het corps, dan ging je stem naar Groep-één. Inmiddels zijn de politieke verschillen niet meer uit te drukken in termen van ‘links’ of ‘rechts’. “Een jaar geleden merkte je nog wel dat de PF wat directer was”, zegt Rafaella Broft, Bouwkundestudente en lijsttrekker van Groep-één. “Ze gingen keihard tegen het College van Bestuur in, terwijl Groep-één de argumenten op een rij zet voordat we reageren. Dat verschil zie ik nu niet meer. Ik zie ook geen verschil in termen van ‘progressief’ of ‘conservatief’.”
De kieslijsten van beide partijen suggereren dat de achterban niet helemaal uitwisselbaar is. Bijna een kwart van de personen op de lijst van Groep-één is bestuurlijk actief (geweest) bij het ESC of SSRE. De PF werft zijn kandidaten wat vaker bij Demos en bij de studieverenigingen. Maar volgens Alexander Degenkamp, lijsttrekker van de PF en student Technische Innovatiewetenschappen, kan dat snel veranderen. “Er zijn golven die je niet goed kunt voorspellen. Een groot deel van onze stemmen komt van Demos. Dat komt doordat we redelijk wat Demosleden op de kieslijst hebben staan. Maar dat is pas drie jaar geleden begonnen. Voor hetzelfde geld stemmen er over een paar jaar veel ESC’ers op ons.”
Ook de kiesprogramma’s vertonen de nodige overlap. Beide partijen ergeren zich aan de gebrekkige informatievoorziening aan studenten via de website van de TU/e. Onder de motto’s ‘Weg met de bescheidenheid’ (Groep-één) en ‘TU/e op tv’ (PF) maken beide partijen zich sterk voor een krachtige profilering van de universiteit in regionale, nationale en internationale media. Ze kijken met argusogen naar de overgang van het collegejaar verdeeld in zes blokken naar een van vier blokken en pleiten voor een ‘universele pas’ waarmee studenten terechtkunnen bij de bibliotheek, het sportcentrum, de koffieautomaat, de kantine, De Bunker en een tentamen. “Dat Groep-één de universele pas ook op het kiesprogramma heeft staan, daar zijn we helemaal niet blij mee”, verzucht Degenkamp. “Daar hadden we ons graag mee willen profileren. We zijn er al een tijdje mee bezig en hadden er al een werkgroep voor opgestart.”

Accentverschillen
Natuurlijk zijn niet alle speerpunten van de partijen gemeenschappelijk. De begeleiding van eerstejaars studenten staat bijvoorbeeld alleen op het programma van Groep-één, terwijl de PF pleit voor meer keuzemogelijkheden tijdens de studie. Maar geen van deze voornemens bijten die van de tegenpartij. “Met de meeste punten van ons verkiezingsprogramma zal de PF het wel eens zijn”, geeft Broft toe. “Beide partijen komen op voor de belangen van studenten. Het is maar net wie bepaalde onderwerpen oppakt.”
Er zijn accentverschillen. Terwijl de PF zich beroept op een idealistische inslag, noemt Groep-één zichzelf ‘pragmatisch’. “Het heeft geen zin om dingen te doen waarvan je vantevoren weet dat ze niet lukken”, legt Broft uit. “Soms ga je wel een stapje verder, maar we pakken alleen dingen aan die haalbaar zijn.” Het idealisme van de PF, legt Degenkamp uit, zit hem vooral in de korte lijntjes met de achterban. “Tijdens de lunch vragen we mensen hoe ze over bepaalde onderwerpen denken. Als blijkt dat mensen die informatievoorziening en de universele pas toch niet belangrijk vinden, zullen we ons op iets anders richten. We proberen ook duidelijk te maken dat ze stemmen op een brede club van mensen die allemaal inspraak hebben. Niet op een eenling.”
Groep-één, vindt Degenkamp, trekt daarentegen graag stemmen met gezichten. Kijk maar naar de gele posters met de grote portretten. “Vorig jaar was het werven van mensen voor de lijst puur een koppenjacht”, erkent Broft. “Als je een bekend persoon was en het studentenleven kende, kwam je op de lijst. Dit jaar is echter veel meer gekeken naar de inhoudelijke bijdrage die mensen leveren binnen hun faculteit, vereniging of sportclub. Hebben mensen een mening waarvoor ze zich willen inzetten?” Aan die zogenoemde ‘koppenjacht’ maakt ook de PF zich trouwens schuldig, weet Broft uit eigen ervaring. “Ik werd door beide partijen gevraagd om lijsttrekker te zijn. Ik koos voor Groep-één, omdat die partij dacht dat ik inhoudelijk sterk was. De PF vroeg me puur vanwege mijn bekendheid binnen de vereniging (studievereniging CHEOPS, red.). Dat verbaasde mij heel erg.”
Juist vanwege het gebrek aan verschillen in aanpak, inhoud en achterban zijn beide partijen zeer gebaat bij bekende gezichten. Als er verder niets te kiezen valt, stemmen studenten uiteraard het liefst op de partij bij wie ze iemand kennen. “Heel veel mensen doen dat, ja”, zegt Broft. “Het is dan ook heel belangrijk hoe je lijst in elkaar zit. Beide fracties doen hun best een zo breed mogelijke lijst te hebben.”

Concurrentie
De twee lijsttrekkers beginnen ongemakkelijk op hun stoel schuiven bij de vraag wat hun partij ‘anders’ maakt dan de tegenpartij. De één mompelt wat over ‘de tactiek’, de ander heeft het over ‘de aanpak’. Op welke wijze die van elkaar verschillen, blijft onduidelijk. De conclusie is helder: Groep-één of de PF, het is eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Ligt het dan niet voor de hand de krachten te bundelen binnen één studentenpartij? Nee, antwoorden de lijsttrekkers beslist. Concurrentie houdt de geesten immers scherp. “Wie een tegenpartij heeft, doet extra zijn best om studenten te vragen wat ze willen”, zegt Degenkamp. “Dat zijn tenslotte potentiële kiezers. Zo blijf je automatisch beter op de hoogte van wat er speelt.”
“Als er maar één partij is, vul je die negen plaatsen in en word je steeds lakser”, zegt Broft. “Dat zag je in het jaar dat de Radikalen erbij kwamen (in 2006, inmiddels alweer opgeheven, red.).Toen werden we even wakker geschud.”
Dát studenten stemmen vindt Degenkamp echter minstens zo belangrijk als op wie ze hun stem uitbrengen. “Ik hoop op een hoge opkomst tijdens de verkiezingen, alleen al om te tonen dat Eindhovense studenten betrokken zijn. Ik heb binnen de fractie gewed dat de opkomst 57 procent wordt, maar dat is misschien wat te optimistisch.” Bij de verkiezingen in 2006 was het opkomstpercentage aan de TU/e 47 procent. Ook Broft zou graag zien dat dit jaar meer dan de helft van de TU/e-populatie, en in het bijzonder van de studenten, zijn stem uitbrengt. “Je weet dan dat je met negen personen heel veel mensen vertegenwoordigt. Als je met je mening tegenover het College van Bestuur komt te staan, is dat een belangrijk punt.”/.

Studentenpartijen/Enith Vlooswijk
Foto/Bart van Overbeeke