spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Je inleven in studenten is noodzakelijk”
29 november 2007 - Na 28 jaar in de beveiliging kreeg Johan Lauwers de kans om als beheerder in De Bunker aan de slag te gaan. Een droombaan, zegt hij in zijn kantoor in het studentencentrum: “Het is een berefijne club. En als het hier soepel loopt, ben ik tevreden.”

Acht jaar geleden kwam Lauwers als beveiliger naar de TU/e. Hij had er al twee decennia in het vak opzitten. Als beveiliger kreeg hij wel eens met De Bunker te maken. “Lang voordat de functie voor beheerder bekend was, had ik aangegeven dat de situatie daar niet werkte. Er was op dat moment een beheerder die vanaf de TU/e de zaak in de gaten hield. Dat kon niet, al deed je nog zo je best. Je liep altijd een stapje achter.”
In De Bunker zaten toen alleen nog de sociëteiten van de studentenverenigingen, totdat werd besloten dat ook de cultuurverenigingen er hun intrek zouden nemen. Deze zitten nu in het middenschip van het gebouw, de kroegen op de kopse kanten. In totaal 25 verenigingen.
“Ik heb altijd gezegd: het lijkt me een baan voor mij om dat in het gareel te krijgen. Vorig jaar vertelde ik dit nog een keer aan Mirjam Jahnke, hoofd van de beveiliging van de TU/e. Ze vroeg: ‘hoe weet jij dat we daar iemand voor gaan zoeken?’. Dat wist ik helemaal niet.” Er kwam dus een vacature voor operationeel beheerder van De Bunker. “Ik twijfelde er geen moment aan of ik moest solliciteren.”
Sinds eind september heeft Lauwers een kantoor in De Bunker. Hij is de beheerder die de dagelijkse gang van zaken leidt; de contacten tussen de verenigingen, tussen de verenigingen en de TU/e, en de omwonenden. “Wat me het meeste trok in deze functie, was ervoor zorgen dat het hier goed gaat lopen. Daarin kreeg ik een grote vrijheid. Ik wist dat ik een jaar nodig zou hebben om het op poten te zetten. Het is een behoorlijke klus.”
De eerste maanden waren hectisch. Er liepen monteurs, bouwvakkers, overal lag materiaal, kortom: chaos. Na de Intro volgde een verhuizing. Overal stonden spullen, de ruimtes waren half tot niet klaar terwijl de verhuiswagens af en aan reden. “Ik vertelde waar de spullen mochten staan, we liepen te sjouwen en verplaatsen. De verbouwing had vertraging opgelopen en dus was er soms irritatie. Toch kreeg ik met niemand ruzie, als je maar uitlegt hoe het zit en wat je doet om het te verbeteren. Ik vind het leuk om met mensen om te gaan, ik wist dat ik dit kon.”
De verbouwing is nu bijna afgelopen. De verenigingen zitten op hun plaats. Het begint als een puzzel in elkaar te vallen, overziet de beheerder zijn werk.
De Bunker is van oudsher een levendige plaats waar studenten zich kunnen uitleven. Dat dit soms met herrie gepaard gaat, wekt geen verbazing. Het complex is echter gehuisvest in een woonwijk, wat in het verleden vaak tot overlast leidde. “Cru gezegd: het was hier een vrijgevochten bende. Alles kon en alles mocht. Het is voor studenten dus wel even wennen dat ik hier zit en grenzen stel. Daarom ben ik blijven uitleggen waarom zaken anders werden. De troep rond het pand bijvoorbeeld. Over stonden fietsen, er lag afval, troep rond de container. Dat wordt nu direct opgeruimd. Mijn motto is: wat vandaag kan, laten we niet tot morgen liggen. Als ik klachten krijg, werken we daar meteen aan. Ook wanneer een student een pasje nodig heeft, wordt dat zo snel mogelijk gemaakt.”
Er is voor het eerst in jaren een goede verstandhouding met de buurt. “We hebben overleg met een clubje van omwonenden. Die complimenteren ons met het aanzicht van De Bunker. Zij zijn er heel tevreden over, dat is belangrijk. We moeten het met elkaar doen. Als de buurt een vergaderruimte nodig heeft, dan kunnen ze hier terecht. Die relatie is wel eens anders geweest.”
Zijn missie lijkt te slagen, De Bunker heeft de anarchie achter de rug en wordt een georganiseerde en levendige plek. Hoe hij dat voor elkaar kreeg? “Ik leef me in in studenten. Ik kan hier niet als politieagent rondlopen, dat werkt niet. Je moet wat kunnen verdragen en zeggen: het is gebeurd, maar het is weer opgeruimd. Dus: zand erover.
Er zijn wel een paar regels opgesteld waar niet aan valt te tornen. En er is nu respect voor elkaar, dat is onontbeerlijk.”/.

Interview/Johan Lauwers door Chriz van de Graaf
Foto/Bart van Overbeeke