Het center gaat zich richten op onderzoek over de verschillende subgebieden heen die aan ‘wireless’ werken. “Vroeger zaten alle radiozaken binnen één groep. Maar door de jaren heen is het opgedeeld in verschillende subgebieden, zowel bij universiteiten als bij bedrijven. Dat is lastig voor onderwerpen die niet precies in zo’n vakje vallen. Die blijven daarom vaak liggen”, aldus Baltus.

Het geld voor de opzet komt van de faculteit Elektrotechniek. Daarmee wordt Baltus betaald, die vorig jaar mei speciaal is aangesteld voor de opzet van het nieuwe center. De beoogde twintig aio’s zullen worden betaald uit projecten, waarvoor de financiering moet komen uit tweede en derde geldstroom. Het CWT/e moet op termijn zelfbedruipend zijn.

Volgens Baltus is er geen tekort aan potentiële projecten; hij sluit niet uit dat het center nog verder groeit na 2009. Een voorbeeld van een onderzoeksonderwerp is het opkrikken van de achterblijvende snelheid van draadloze netwerkverbindingen. Baltus: “Daar moet veel voor gebeuren. Andere antennes, andere elektronica, andere signaalverwerking en een andere netwerkarchitectuur.” Een andere kwestie die het CWT/e gaat oppakken, is het probleem dat analoge elektronica, net als digitale elektronica, steeds kleiner wordt. Maar daardoor functioneren sommige analoge onderdelen steeds slechter. Baltus wil werken aan digitale systemen die de ‘slecht werkende’ analoge systemen ‘begrijpen’, die rekening houden met de imperfecties en deze vervolgens kunnen corrigeren.

Vijf groepen van de faculteit Elektrotechniek zijn betrokken bij het CWT/e, die het hele traject beslaan van radiosignaal tot signalen op een netwerk. De groepen zijn EM (Electromagnetics), MsM (Mixed-Signal Microelectronics), SPS (Signal Processing Systems), ECO (Electro-Optical Communication) en ES (Electronic Systems).