Wanneer een hartklep niet meer goed opent of sluit, ontstaan hartproblemen. De huidige vervanging voor zieke hartkleppen, een mechanische of dierlijke hartklepprothese, vertoont nog veel tekortkomingen.
Aan de TU/e wordt daarom hard gewerkt aan een andere oplossing: het fabriceren van levende hartkleppen van eigen weefsel. Die kunnen zich aanpassen aan het lichaam en zouden net zo goed moeten werken als originele hartkleppen. Het grootste probleem bleef echter de stevigheid van het kweekmateriaal. Vooral de aortaklep, die de hoogste bloeddrukbelasting moet weerstaan, kregen onderzoekers tot op heden niet zo sterk als de natuurlijke aortaklep.
Balguid wijdde haar promotieonderzoek aan het ontwikkelen van hartkleppen die deze hoge drukken wel aankunnen. Ze ontdekte dat hartkleppen normaal gekweekt worden onder atmosferische omstandigheden, dus bij een zuurstofconcentratie van twintig procent. Dat is echter zo'n drie keer hoger dan het percentage zuurstof in de directe omgeving van de natuurlijke aortaklep.
Met het corrigeren van dit zuurstofgehalte wist Balguid in het lab hartklepweefsel te kweken dat even sterk is als dat van natuurlijke hartkleppen. Door extra insuline toe te voegen aan het weefsel kon zij zelfs exemplaren maken die nog sterker zijn.
De weg naar succesvolle implantaties bij mensen is nog lang. Balguid voerde haar onderzoek uit bij weefselstrips van zo’n twee miljoen cellen. De opschaling naar de geometrie van een hartklep, met dertig miljoen cellen, vereist de nodige tijd. |