spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Columnist:
Bram van Gessel

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
‘Blijf optimistisch en geloof in jezelf’
31 januari 2008 - Je bent 24 jaar, student Werktuigbouwkunde en studeert na dik vijf jaar af. Op het eerste gezicht een heel normaal scenario. Voor Mathijs Dohmen kwam daar een complicerende factor bij. Hij is doof en heeft er veel energie in moeten steken om zover te komen. Dinsdag 28 januari hield hij zijn afstudeervoordracht.
Foto: Bart van Overbeeke

Zijn stem klinkt niet helemaal zuiver. Niet omdat hij zichzelf niet hoort, maar eerder door de zenuwen voor de presentatie. Spreken gaat hem over het algemeen goed af. Mathijs licht in een reactie per e-mail toe: ”Door een zeer klein restgehoor kan ik na veel oefenen en logopedie praten zoals een horende, zonder de ‘typische dovenklank’.” Het was volgens de student bevorderlijk dat zijn ouders hem niet naar een dovenschool stuurden. “Ik kan geen gebarentaal en ben mijn ouders hier eeuwig dankbaar voor. Hierdoor kan ik nu met iedereen communiceren.” Bovendien zorgt zijn ‘oorhanger’ - een gehoorapparaat - ervoor dat er nog iets van geluid binnenkomt.

Zijn studie kostte al met al veel energie. “Ik wil actief meedenken en discussiëren, maar dat kan lang niet altijd. Voor doven en zwaar slechthorenden zijn colleges, presentaties en vergaderingen enorm moeilijk. Het zijn situaties waar de spreker ver weg is en meerdere sprekers aan het woord zijn.”

Mathijs was veel voorin de collegezalen te vinden om alles goed te volgen. “Bovendien gebruikte ik altijd ‘soloapparatuur’. Ik droeg een ontvanger en de professor droeg een kastje met microfoon. Het geluid werd dan alleen voor mij versterkt. Het was alleen lastig als de professor bij een beamer of overheadprojector stond. Wat maken die dingen een lawaai, zeg!

Sommigen aarzelden in eerste instantie als ik ze vroeg de apparatuur om te doen. Ze dachten dan dat ik het ging opnemen.” Zijn medestudenten hielpen hem goed door collegeaantekeningen af te staan.

Zijn presentatie op dinsdag verloopt prima. Het ontgaat hem dat er een telefoon afgaat en leidt hem dus ook niet af. Op het eind, bij het beantwoorden van vragen, moet hij iets dichterbij vragenstellers komen om goed te kunnen liplezen. Maar ook daar komt hij uit. Na zijn afstuderen wil hij ‘een andere masteropleiding doen of met een mooie baan beginnen’. Wat hij ook gaat doen, hij zal het allicht redden. Niet voor niets is zijn motto ‘Blijf optimistisch en geloof in jezelf’./.