spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Met hebzuchtige mensen blijven problemen als milieuvervuiling bestaan”
6 maart 2008 - “Veel mensen geloven heilig dat techniek alle problemen op zal lossen. Dat is natuurlijk niet zo. Zo los je milieuvervuiling alleen op als mensen ook hun gedrag aanpassen” vertelt prof.dr. Marc de Vries van de capaciteitsgroep Filosofie en Ethiek van de Techniek. Samen met prof.dr. Maarten Verkerk, prof.dr. Jan Hoogland en dr. Jan van der Stoep schreef hij ‘Denken, ontwerpen, maken’, het basisboek Techniekfilosofie dat vorig jaar verscheen. Ter gelegenheid daarvan organiseren ze op 12 maart het symposium ‘Zijn er ethische grenzen aan de techniek?’

Toen De Vries in 2003 voor één dag per week bijzonder hoogleraar werd aan de TU Delft, miste hij een basisboek voor het college. Met Verkerk, die bij Technologie Management bijzonder hoogleraar werd, Hoogland en Van der Stoep vatte hij het plan op om dat zelf te schrijven. Het moest een bijzonder boek worden. De Vries: “Het moest alle relevante stromingen behandelen, afwisselend worden en aansluiten bij de praktijk. Tussen de ‘gewone’ hoofdstukken door staan daarom casussen en portretjes van filosofen, naast onderwerpen als ‘de positionering van de ingenieur’ of ‘ethiek van de organisatie’.”

Verkerk: “We wilden geen boek waarvan studenten denken ‘Wat moet ik hiermee, dat is iets voor filosofen.’ We willen, net als met onze colleges, van studenten een betere ingenieur maken; geen filosofen.”

Elke auteur schreef voor een bepaald hoofdstuk een concept, de anderen vulden het aan. Er ontstonden geregeld hevige discussies, wat mede leidde tot de bijstellingen van een aantal gangbare theorieën.

Techniekfilosofie is een jong vak, het eerste echte techniekfilosofische boek dateert van 1877. In de jaren ’70 ontstaat de idee dat techniek een bedreiging kan zijn. De filosoof Jacques Ellul noemde techniek een autonoom systeem dat over mensen heen walst. De filosoof Heidegger schreef dat wij door de techniek een verkeerde kijk op de wereld gekregen hebben. Zoiets als: ‘Ingenieurs zien in elke boom alleen een potentiële plank’. Techniek zat in het verdomhoekje, ingenieurs waren de kwaaie pier. Maar zij herkenden zich hier helemaal niet in en uit tegenbeweging ontstond een andere stroming binnen de techniekfilosofie die eerst vraagt naar wat techniek eigenlijk is alvorens er een (negatief) oordeel over te geven.

De Vries: “Nu zijn er globaal twee stromingen binnen de Techniekfilosofie. De continentale stroming richt zich op vragen als ‘Wat doet techniek met de mens, wat is zijn invloed op de maatschappij?’ De analytische stroming concentreert zich op begripsverheldering, op de vraag wat we eigenlijk bedoelen als we het hebben over techniek of technische kennis.”

Daar doorheen lopen algemene filosofische richtingen als de reformatorische wijsbegeerte, het existentialisme of Marxisme, die ook terugkomen in de Techniekfilosofie. Voor de reformatorische wijsbegeerte is de werkelijkheid veelvoudig, je kunt er op verschillende manieren naar kijken: technisch, sociaal, ethisch, esthetisch, juridisch of religieus. De Vries: “Dat was ook de leidraad voor ons boek. Ingenieurs denken soms heel beperkt over techniek. Dat leidt tot redeneringen als ‘Uiteindelijk gaat het alleen maar om geld’. In werkelijkheid ligt het veel complexer.”

Verantwoordelijkheid
Techniek kreeg lang de ‘schuld’ van alles wat fout gaat, is dat nu nog zo?

De Vries: “Techniek kan ook iets toevoegen aan hoe we de wereld percipiëren. De eerste foto’s van de aarde vanuit een ruimtevaartuig heeft veel mensen doen beseffen dat we zuinig op de aarde moeten zijn. Zo beïnvloedt de techniek ons denken en blijft er een permanente wisselwerking. Mede daardoor zijn de verschillen tussen de filosofische stromingen genuanceerder geworden. Maar techniek is allereerst een activiteit van mensen, dus die zijn de eigenlijke ‘schuldigen’ ook al kun je ontwikkelingen van tevoren niet overzien. Toen de industriële revolutie begon in de negentiende eeuw was niet in te schatten tot welke problemen het in onze tijd zou leiden.

Je moet wel je verantwoordelijkheid nemen en voorzichtigheid inbouwen. Dat gebeurt ook steeds meer. De eerste artikelen over de ethiek van nanotechnologie zijn al verschenen, terwijl nog lang niet duidelijk is hoe deze technologie eruit komt te zien. Maar wanneer moet de overheid ingrijpen? Als dat te laat gebeurt, is er meer informatie, maar hebben de maatregelen minder effect. Grijp je te vroeg in, dan is er minder informatie maar zijn de effecten groter. Nog afgezien van de fundamentele vraag, die nu niet eens gesteld is: moeten we nanowetenschap wel willen toepassen om bijvoorbeeld weefsels te herstellen en zo het leven misschien wel eindeloos te rekken? Nog afgezien van de vraag of dat ooit zal kunnen?”

Hebzucht
Centraal op het symposium staat de vraag of er ethische grenzen zijn aan de techniek. Een definitief antwoord op deze vraag kunnen noch De Vries, noch Verkerk geven. Daar blijkt dit onderwerp te veelzijdig voor. Waarom dan toch dit onderwerp? Verkerk: “In het basisboek is ethiek een van de centrale thema’s. Maar dat gaat bijna altijd over grote topics als kernenergie. Ethiek in de alledaagse ingenieurspraktijk wordt vaak vergeten en daar willen we speciale aandacht aan besteden. Want als een apparaat niet goed werkt of als je iets ontwerpt wat slecht is voor menselijke relaties, is dat net zo goed een kwestie van ethiek.”

Verkerk, zelf voormalig directeur van een commercieel bedrijf, benadrukt ook de ethiek van duurzaamheid: “De productie van biogas kost (te) veel landbouwgrond. Het besef groeit dat dit niet ethisch is. Evenals voor veel andere zaken in de voedselindustrie, zoals de supplementen die aan producten worden toegevoegd. Het effect daarvan is amper onderzocht of blijkt niet of nauwelijks te helpen. Dat is ethiek in de marketing. Reclames die op de grens zitten van de waarheid, zijn juridisch misschien toegestaan en niet helemaal onwaar, maar je vertelt ook niet de waarheid.”

Problemen, ook in de landbouw, worden te vaak als een technisch probleem gezien. Maar volgens Verkerk en de Vries kun je een niet-technisch probleem niet volledig oplossen met technische middelen. Verkerk: “Het echte probleem is dat de mens zich deze wereld toegeëigend heeft om in haar eigen voordeel te gebruiken. Zolang de mens zo hebzuchtig blijft, blijft het probleem bestaan.”

De Vries: “Het bijna religieuze geloof dat techniek alle problemen op zal lossen is natuurlijk niet terecht. Als we ons gedrag niet aanpassen, kunnen we de milieuvervuiling niet oplossen. Kijk maar naar de ‘bijdrage’ van de spaarlamp. Je ziet het ook in de film ‘An unconvenient thruth’ van Al Gore. Zijn oplossingen zijn puur technologisch. Tussen de scènes door zie je hem bijna alleen in de auto of op het vliegveld; zelfs hij verandert zijn eigen gedrag niet.”

Verantwoordelijkheid
Soortgelijke kritiek op de voedselproductie was er 50 jaar geleden ook, maar sloeg toen niet aan. Waarom nu wel?

Verkerk: “Dat is moeilijk te zeggen, maar het hangt er in elk geval mee samen dat grote partijen nu hun verantwoordelijkheid nemen. Als de overheid in 2010 alles duurzaam in wil kopen of aangeeft dat alle verf dan op waterbasis moet zijn, dan helpt dat enorm. Maatregelen van de overheid zijn heel belangrijk. Winstmaximalisatie is voor bedrijven gigantisch belangrijk, ze gaan niet uit zichzelf verantwoord ondernemen.”

Waar beide hoogleraren tevens op wijzen is dat alle verantwoordelijkheid voor ethisch handelen niet door de individuele ingenieur gedragen kan worden.

Verkerk: “Dat is niet terecht, hij heeft binnen een bedrijf veel te weinig invloed. Bedrijven moeten zelf hun ethische verantwoordelijkheid nemen. En een verantwoordelijke overheid kan daarbij helpen.”/.

Techniekfilosofie/Gerard Verhoogt
Illustratie/Paul Weehuizen