spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Columnist:
Monique Hendriks

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
What's up?

Columnist van de week: Monique Hendriks

Regen, hondenpoep, files, tentamens, de verzamelacties van de Albert Heijn, je buurman, jumpstyle. Iedereen haat wel iets. Dat is mijn boodschap voor 5 mei. Geen mooie woorden, maar wel respectvol en solidair. Afgelopen maandag zijn er weer een hoop mooie woorden uitgesproken. Inspirerende woorden, ontroerende woorden, maar ook naïef. Wanneer je namelijk respect en solidariteit predikt, moet je ook solidair zijn met en respect tonen voor de hufter, de geweldpleger, de racist en de grofgebekte tiener. Lege woorden. Clichés. “Respect en solidariteit”, ze kunnen wat mij betreft worden toegevoegd aan het rijtje “normen en waarden”. Ze hebben hun betekenis allang verloren. Ergens in de omgeving van Den Haag zit nu vast een heel legioen ambtenaren in een woordenboek te bladeren om twee nieuwe woorden te vinden om het probleem aan te pakken. Nu zal ik de laatste zijn om te zeggen dat woorden geen impact kunnen hebben, maar er zijn dingen die je met woorden nooit zal kunnen bereiken. Haat kun je niet verdrijven met woorden. Haat kun je niet verdrijven met “respect en solidariteit”. Haat kun je niet verdrijven. Haat is een emotie en wij mensen ondergaan emoties. Haten is menselijk. Iedereen haat wel iets. En als die haat maar sterk genoeg is, dan wordt het een drijfveer. Een drijfveer om de boel kort en klein te slaan, om een ander de huid vol te schelden, om de politiek in te gaan en te vechten voor je idealen, om een prachtig lied te schrijven, of om bokskampioen te worden. “Respect en solidariteit” betekent proberen te begrijpen waarom de geweldpleger zijn energie gebruikt om te vernielen in plaats van op te bouwen. “Respect en solidariteit” betekent niet alleen het geven van toespraken en festivals voor degenen die dat eigenlijk niet echt nodig hebben, maar soms ook het aanreiken van een boksbal voor degene die dat wel kan gebruiken. Toch jammer dat “geen woorden, maar daden” ook al versleten is.