spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Vrouwen van WISE ambitieus en enthousiast
15 mei 2008 - Het Women in Science Eindhoven (WISE) netwerk draait nu ruim een jaar en is snel uitgegroeid tot een levendige organisatie. Een jaar na de oprichting zijn zo’n 150 vrouwelijke wetenschappers (ongeveer de helft van het totale aantal aan de TU/e) op de bijeenkomsten geweest. Daar is de voertaal Engels, want zeker de helft van de vrouwen komt niet uit Nederland. Activiteiten worden goed bezocht en workshops zitten snel vol. In februari ging een WISE-netwerk website de lucht in, in het kader van de verdere professionalisering van het netwerk.
Van links naar rechts: Mariska Netjes (Technologie Management), Adriana Creatore (Technische Natuurkunde), Ria Overwater (Technologie voor Duurzame Ontwikkeling), Elise van den Hoven (Industrial Design), Mila Davids (Technologie Management), Emilia Motoasca (Elektrotechniek), Maria Stekelenburg (Biomedische Technologie), Monique Jansen-Vullers (Technologie Management), Anke Stekelenburg (Biomedische Technologie). Foto: Bart van Overbeeke

Op de nieuwe website van het WISE-netwerk wordt met een filmpje van ID-student Koen van Boerdonk het probleem van vrouwen in de wetenschap plastisch in beeld gebracht. Een oudere mannelijke professor (in toga) is op zoek naar een vervanger voor zichzelf. Kandidaten dienen zich aan: verschillende mannen, vrouwen, een buitenlander. De professor loopt het rijtje af met een foto van zichzelf in de hand, om te kijken wie er het meest op hem lijkt. Drie keer raden wie er wordt aangenomen.

“Het WISE-netwerk wil bijdragen aan een toename van vrouwen in (hogere) wetenschappelijke functies binnen de TU/e door het bewustzijn van bestaande mechanismen te bevorderen. Deze mechanismen maken het ook voor vrouwen met uitstekende prestaties moeilijker om op hoge wetenschappelijke posten terecht te komen”, zegt WISE-voorzitter dr. Mila Davids.

“Het streven naar diversiteit is niet altijd even gemakkelijk, niet alleen wat betreft geslacht maar ook wat betreft cultuur en leeftijd”, zegt Davids. “Voordat op universitair en facultair niveau zaken kunnen veranderen, moet men zich eerst bewust worden van de belemmeringen die er zijn. Het College van Bestuur van de TU/e heeft hier wel oog voor, maar om vrouwelijk talent aan te trekken en te behouden zal dat niet voldoende zijn.”

“De belemmeringen zijn niet onoverkomelijk. TU/e-vrouwen kunnen zelf veel bijdragen aan een betere positie voor zichzelf en voor komende generaties. Wij kunnen van elkaar leren door carrièrepaden en keuzes bespreekbaar te maken. Het netwerk biedt handvaten in workshops om je bijvoorbeeld bewuster te worden van je kwaliteiten en je zichtbaarheid te vergroten.”

Talent
Het CvB laat op de nieuwe site weten meer dan ooit achter het initiatief te staan. Het sluit namelijk goed aan bij het beleid van de TU/e om het aantal talentvolle vrouwen binnen de wetenschappelijke staf van de TU/e te laten toenemen, vindt men. Bij de kick-off vorig jaar zei rector prof.dr.ir. Hans van Duijn: “Als jullie bereid zijn iets te laten zien op wetenschappelijk gebied dan willen wij jullie belonen. We willen jullie aanmoedigen en ondersteunen. We kunnen het ons niet veroorloven om talent te negeren, dus proberen we manieren te vinden om ook vrouwen te helpen zich te ontplooien. We realiseren ons dat er obstakels zijn voor vrouwen in het systeem en we willen daar wat aan doen.”

Hoewel er meer vrouwen dan mannen afstuderen op universiteiten in Nederland, zijn vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd in de wetenschappelijke staf. Hoe hoger de post, hoe minder vrouwen er te bekennen zijn. Maar er is op de TU/e een langzame verbetering zichtbaar. Op de TU/e was in 2006 15 procent van de bachelorstudenten vrouw en 22 procent van de masterstudenten. In 2007 was 29 procent van de promovendi vrouw en 16 procent van de UDs. Daarna houdt het op, 4 procent van de UHDs en 4 procent van de professoren is vrouw.

TU/e laat met name in het aantal promovendi en UDs een verbetering zien, deze percentages waren in 2001 respectievelijk 24 en 10 procent. Het percentage vrouwelijke UHDs en hoogleraren is weliswaar verdubbeld van 2 naar 4 procent, maar is in aantallen (vier profs) nog niet zo groot. Het landelijke gemiddelde van vrouwelijke hoogleraren op alle universiteiten is 9,4 procent, dus je zou kunnen denken dat 4 procent voor een technische universiteit nog niet zo gek is. Ware het niet dat Nederland op Europees niveau erg achter loopt.

Op Nederlandse universiteiten werken een van de laagste percentages vrouwelijk professoren in heel Europa. Alleen Duitsland, België en Malta scoren lager. De hoogste cijfers gaan naar Roemenië en Letland met respectievelijk 29,1 en 26,5 procent. De derde plaats is voor het islamitische Turkije met 25,5 procent. Zelfs ‘macho’ landen als Portugal, Spanje en Italië doen het relatief goed met 19,5, 17,6 en 16,4 procent. Davids deelt haar voorzitterspost met collega dr. Monique Jansen-Vullers. Beide UDs werken bij de faculteit Technologie Management, maar leerden elkaar pas kennen op een activiteit van de Internationale Vrouwendag 2006. Daar werd het idee voor WISE geboren en in maart 2007 richtten zij met steun van het CvB het netwerk op.

Theekransje
Tijdens de oprichtingsbijeenkomst werd al snel duidelijk dat TU/e vrouwen geen voorkeursbehandeling verwachten: zij willen carrière maken op grond van hun prestaties. Maar ze willen ook niet tegen gewerkt worden. “Waarom geloven mensen niet dat we alles willen doen wat nodig is voor een succesvolle loopbaan? We willen gewoon op onze merites beoordeeld worden”, werd door verschillende vrouwen geroepen.

“WISE gaat uit van de kracht van de TU/e vrouwen”, stelt Davids. “Het is uitdrukkelijk geen theekransje. Het is belangrijk dat we elkaar kennen en van elkaar weten wat we doen. We moeten op de universiteit onze eigen netwerken hebben, net als onze mannelijke collega’s die daar vaak op een meer vanzelfsprekende manier mee bezig zijn. We hebben regelmatig kleinere lunchbijeenkomsten waarbij vrouwen vertellen over hun onderzoek en een rondleiding geven op hun faculteit. Deze bijeenkomsten worden enorm gewaardeerd. Het gekke is dat veel vrouwen buiten de universiteit een groter netwerk hebben dan er binnen, daar willen we verandering in brengen”.

Het WISE netwerk heeft het CvB geadviseerd om een coaching/mentoring traject op te zetten voor vrouwelijke én mannelijke wetenschappers op de TU/e. Naar het voorbeeld van de Rijksuniversiteit Utrecht waar vrouwelijke wetenschappers een gevestigde professor als een soort buddy krijgen. Daardoor groeit bij deze profs ook het bewustzijn van de problemen van beginnende wetenschappers in het huidige systeem, zo blijkt. “Maar de organisatie is een taak voor personeelszaken, dat moet goed gebeuren. Daar ligt niet onze expertise. Wel denken we actief mee”, vindt Davids.

Opvallend is het enthousiasme van vrouwen voor het netwerk. Hoewel de meeste leden een druk bestaan hebben, zijn ze toch bereid een activiteit te (helpen) organiseren of een periode aan het projectteam (bestuur) deel te nemen. “Het is ook gewoon leuk om andere ambitieuze vrouwen te leren kennen”, zegt Davids.

Ook project manager Ria Overwater (ECfS), die voor 0,2 fte is ingehuurd voor allerlei praktische ondersteuning, deelt dat gevoel. “Ik steek er zonodig meer tijd in omdat ik hier enthousiast voor ben”, zegt ze. Overwater is bijvoorbeeld samen met bestuursleden Anke en Maria Stekelenburg (BMT) bezig met de organisatie van een grote bijeenkomst op 31 oktober 2008, een lezing door de Antwerpse hoogleraar Christine van Broeckhoven. Van Broeckhoven is een internationale autoriteit in het onderzoek naar alzheimer, dementie, manisch-depressieve psychose en ander zenuwziektes bij volwassenen. De groep van Van Broeckhoven heeft opvallend veel vrouwelijk personeel in dienst. Expertise is het belangrijkste wervingscriterium, maar ze wil ook dat vrouwen kansen krijgen. De hoogleraar gaat na haar lezing met publiek in debat./.

Vrouwen op de universiteit/Paula van de Riet
Foto/Bart van Overbeeke