spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

“Ontdek het mooie in de ander”

IJskoude polymeren in 3D

ESC-kunstwerk in binnenstad
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Onderzoeksvisie TU/e zet in op versterken én vernieuwen
6 november 2008 - Versterk de belangrijkste basisdisciplines en ontplooi daarnaast vernieuwend, risicovol en multidisciplinair onderzoek. Dat is één van de belangrijkste boodschappen die wordt uitgedragen door de ‘Onderzoeksvisie TU/e’, die vorige week werd vastgesteld door het College van Bestuur.

In de ‘Onderzoeksvisie’ komen alle aspecten aan bod die de komende jaren van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van het onderzoek aan de TU/e. Zeer nadrukkelijk is gekeken naar de externe ontwikkelingen waarmee de universiteit rekening moet houden. Onderzoek wordt steeds vaker gefinancierd op korte termijn en de financiering wordt steeds vaker opgehangen aan onderzoeksprogramma’s. Dat dwingt de TU/e ertoe flexibeler om te gaan met de organisatie van haar onderzoek. Daarnaast schuift het bedrijfsleven haar verantwoordelijkheid voor fundamenteel onderzoek steeds vaker af op de universiteiten en onderzoeksinstituten. De samenwerking tussen die partijen wordt echter wel steeds intensiever en het bedrijfsleven heeft steeds meer invloed op de besteding van publiek onderzoeksgeld, zo concluderen de opstellers van de nota. Verdere samenwerking met de grotere hightech ondernemingen moet dus bevorderd worden.

Groei
De TU/e moet de komende jaren goed nadenken over welke kant men op wil, zo staat in de nota. Wil men groei en verbreding, of wil de TU/e een kleine, gespecialiseerde en hoogwaardige onderzoeksuniversiteit zijn?

Prof.dr.ir. Maarten Steinbuch, werkzaam bij de faculteit Werktuigbouwkunde, is een groot voorstander van groei. Overigens hoeft in zijn optiek groei niet direct samen te vallen met verbreding. Steinbuch: “Ik denk dat de instroom de komende twaalf jaar elk jaar met tien procent kan toenemen. In 2020 zouden hier dan zo’n dertienduizend studenten moeten rondlopen. Zowel in de bachelor als in de master kan die groei gerealiseerd worden, onder meer door internationale instroom, als ook door een bredere interesse voor techniek. Want het is toch absurd dat in de belangrijkste hightech regio van Nederland, waar men zit te springen om gekwalificeerd personeel, de op één na kleinste universiteit van Nederland zit. Dat moeten we niet goedvinden.”

Steinbuch denkt dat er bij diverse faculteiten nog groei mogelijk is. Ook zou hij graag willen dat er op korte termijn een nieuwe brede bachelor wordt opgezet, vergelijkbaar met die van de Universiteit Utrecht, waarbij zijn faculteit samen met Wiskunde en Informatica, Elektrotechniek, Technische Natuurkunde en eventueel Scheikundige Technologie zorgt voor de inhoud. Zo’n nieuwe brede bachelor in de techniek zou bijvoorbeeld High Tech Systems Engineering kunnen heten. Daarnaast ziet hij mogelijkheden in het opzetten van twee nieuwe faculteiten. “Ik denk dan aan een faculteit Technical Life Sciences. Iets wat goed past in onze biomedische poot. Ik kan me ook voorstellen dat we er één opzetten op het gebied van logistiek.” De komende maanden wil Steinbuch proberen dit onderwerp prominenter op de agenda te krijgen.

Het College van Bestuur stopt met ingang van 2009 met de financiële ondersteuning van de acht profileringsgebieden van de TU/e. In plaats daarvan gaat het CvB vernieuwende en multidisciplinaire onderzoekprogramma’s ondersteunen. Het CvB steekt daar het komend jaar 1 miljoen euro in, waarmee vier programma’s van start kunnen, en dat bedrag moet in 2012 zijn opgelopen tot 2,5 miljoen per jaar.

Ook streeft men ernaar twee topinstituten in het leven te roepen, die moeten behoren tot de ‘absolute wereldtop’. Het eerste beoogde topinstituut, het Institute for Complex Moleculair Systems, is in september van dit jaar van start gegaan onder leiding van prof.dr. Bert Meijer.

Verder wordt er in de nota geconstateerd dat er op dit moment in Nederland een groot probleem bestaat voor wat betreft het op waarde schatten van het toegepaste en multidisciplinaire onderzoek en het ontwerpen. Onderdelen waar de TU/e juist sterk in is en waar om die reden problemen ontstaan bij het in competitie verwerven van middelen voor onderzoek. De TU/e wil er, samen met Delft en Twente en in intensief overleg met NWO, KNAW en VSNU, voor zorgen dat de positie van de construerende en ontwerpende wetenschappen verbetert.

Binnenkort komt Cursor uitgebreider terug op de ‘Onderzoeksvisie’, die samen met de ‘Onderwijsvisie TU/e’ de basis vormt voor het ‘Instellingsplan 2009-2012’./.