spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Dr. Henny Romijn, universitair hoofddocent School of Innovation Sciences
“Menselijke factor belangrijk knelpunt bij technologische innovatie”
Bij medische hulp door westerse organisaties in ontwikkelingslanden gaapt vaak een gat tussen vraag en aanbod. Hulpverleners zijn soms slecht voorbereid op de situatie ter plekke, zegt medisch antropologe Judith van de Kamp in de Volkskrant van maandag 10 november. Geldt dit ook voor technologie die vanuit het westen naar ontwikkelingslanden gaat?

“Ontwikkelingsorganisaties onderschatten de sociale aspecten van een project vaak”, vertelt dr. Henny Romijn. Zij doet onderzoek naar technologische innovatie in ontwikkelingslanden en bezocht onlangs een project in Tanzania. “Dat is echt een rampzalig verhaal. De ASN Bank en de ICCO (een Nederlandse ngo) financieren in Tanzania een project om honderd plattelandsgemeenschappen te voorzien van elektriciteit. Dat zou moeten gebeuren door een generator aan te drijven met biobrandstof, gemaakt van geperste jatropha, een notensoort. Ik heb twee dorpen bezocht waar de technologie op experimentele basis is ingevoerd, en daar zijn de projecten mislukt. Wat betreft het draagvlak is er iets heel erg mis gegaan. De complexiteit van zo’n dorpsgemeenschap is onderschat. Sommige personen worden bijvoorbeeld door het project bevoordeeld, waardoor anderen zich er tegen keren. Het budget van arme mensen voor elektriciteit is bovendien beperkt, dus het is een hele toer om de kosten zonder blijvende subsidies te dekken. Dat zal nooit lukken zonder voldoende lokaal draagvlak, want dan zal de organisatorische efficiëntie van het systeem altijd te wensen overlaten. Ook het onderhoud van de machines is een probleem. De stap van dieselolie naar jatropha is bovendien heel groot. Hoe kun je verwachten dat zo’n project binnen enkele jaren werkt, terwijl dan de eerste jatropha-oogst pas binnen is? Het doet denken aan het bekende probleem met de waterputten. Dat soort dingen bestaan dus nog steeds. Ik begrijp niet dat Nederlandse instellingen zo’n project willen financieren. Er zijn al zoveel aanwijzingen uit de twee proefdorpen dat de slagingskans heel klein is.”

“Meer commerciële innovatiemodellen zorgen vaak voor betere resultaten. Zo verkoopt de Rural Energy Foundation voor vijftig euro zonnepanelen in Tanzania. Het gebruik van de panelen is heel verrassend. Dealers die de panelen kopen, laden er bijvoorbeeld accuutjes en mobieltjes mee op in hun omgeving. Op die manier ontstaat er een belangrijk sneeuwbaleffect. Ook de ‘aftersale service’ is heel goed, omdat er regelmatig mensen langskomen om te vragen of alles nog functioneert. Hiermee help je de allerarmsten niet, hoewel de technologie wel goedkoper wordt, naarmate de afzet toeneemt. Zo kost de aftersale natuurlijk minder als er in een gebied meer afnemers zitten. Dergelijke economische spelregels zijn heel lang niet in acht genomen door ontwikkelingsorganisaties.”

“Er is ook steeds meer besef dat je bij de uitvoer van technologie naar ontwikkelingslanden rekening moet houden met de omgeving waarin die apparaten moeten functioneren. Je kunt echt niet veronderstellen dat mensen na aanschaf van een nieuw apparaat alleen een knopje hoeven in te drukken en dat alles dan meteen goed gaat. De westerse context waarvoor de apparaten worden ontwikkeld, kun je nu eenmaal niet mee-exporteren. Daarom is het van het grootste belang dat er in ontwikkelingslanden mensen zijn die het vermogen hebben om zo’n geïmporteerde technologie aan de eisen en beperkingen van lokale omstandigheden aan te passen. Neem tweedehands krantenpersen die in Afrika terechtkomen. Als daar een lokale inkt in komt met een slechte samenstelling, loopt het apparaat binnen de kortste keren vast en dan heeft men ter plaatse lang niet altijd de kennis op zo’n probleem op te lossen. Vooral in Afrika is de menselijke factor een belangrijk knelpunt. Mensen zijn vaak ongeletterd en niet gewend om met techniek te experimenteren.”/.


Dr. Henny Romijn. Foto: Bart van Overbeeke