What’s up?, is de naam van deze rubriek. Ik word dus geacht iets te schrijven over wat ‘up’ is, en deze week is dat het geruzie over de harde knip. Minister Plasterk wil de bachelor en de master scheiden, studenten willen dat niet. Daar zou ik wel over willen schrijven, maar ik begrijp er niks van. Waarom wil Plasterk zo graag een harde grens tussen bachelor en master? BaMa op de universiteit is zoiets als onderbouw en bovenbouw op de middelbare school. Er is wel verschil (zoals bier drinken op schoolfeesten), maar in feite zijn de twee onlosmakelijk verbonden. Een bachelor is niks waard zonder master. “Maar dat is nu net wat we willen veranderen”, hoor ik Plasterk al zeggen. Lekkere boel, de ene opleiding promoten door de overstap naar een andere te bemoeilijken. Bovendien lijkt me toch dat Nederland baat heeft bij veel masters. Misschien dan om de overstap naar een andere universiteit te stimuleren? Plasterk denkt dat studenten na een jaar niksdoen wel eens andere kroegen willen zien? Toch begrijp ik ook de studenten niet die tegen de harde knip zijn. Wat is er tegen een harde deadline ergens in je studie? Dat hebben studenten toch nodig (ik wel). En als je door één vak een jaar moet wachten, dan doe je dat vak toch mondeling (dat heb ik meermalen gedaan en dat was nooit een probleem). Of je gaat bestuurswerk doen, of demonstreren in Den Haag. Of desnoods alvast vakken volgen. Het lijkt er dus op dat de harde knip vooral de lanterfantende student zal treffen, en daar hoeven we volgens mij geen medelijden mee te hebben. In feite is het protest van de studenten er een tegen het BaMa-stelsel, en daar zijn ze dan rijkelijk laat mee. Maar zoals ik al zei, ik begrijp er eigenlijk niks van.

Bram van Gessel is student Technische Natuurkunde