Coppens (1908-1986) is een van de belangrijkste Nederlandse fotografen uit de twintigste eeuw. Vooral in zijn eigen provincie Noord-Brabant is de waardering en belangstelling voor zijn werk groot. De laatste jaren krijgt Coppens ook steeds meer erkenning op landelijk niveau. Hij is vooral bekend geworden door zijn karakteristieke opnamen van plattelandsmensen, volksfeesten, het religieuze leven, mensen aan hun werk, gebouwen en stadsgezichten.

Coppens is een jongen van deze streek. Zijn vader was klompenmaker in Lieshout en de jonge Martien ging in Gemert naar de middelbare school. Op de Latijnse school kocht hij zijn eerste camera en op de hbs verdiepte hij zijn belangstelling voor de fotografie. Na zijn studietijd en een korte stage bij een fotozaak in Middelburg opende Coppens in 1932 een eigen portretatelier en fotozaak in Eindhoven.

Zijn vrije werk verscheen vanaf 1937 in ruim zestig, grotendeels zelf geïnitieerde publicaties. Hij ontwikkelde een uitgesproken visie op portretfotografie en legde deze vast in boeken. Vanaf het einde van de jaren dertig verschoof zijn aandacht van portretten naar religieuze bouw- en beeldhouwkunst en naar het Brabantse land.

Bidboek Eindhoven
Rond 1950, als Eindhoven in beeld komt als vestigingsplaats voor de tweede Technische Hogeschool in Nederland, heeft Coppens zijn sporen al ruimschoots verdiend. Foto’s van zijn hand van Eindhoven en omstreken worden dan ook opgenomen in het zogenaamde ‘bidboek’, een soort informatie- en propagandapakket waarin Eindhoven zijn voordracht voor vestiging van de tweede TH zo goed mogelijk moet bepleiten.

Als de buit eenmaal binnen is en de Technische Hogeschool een feit is in 1956, blijft Coppens zijn lens met enige regelmaat richten op de nieuwe kennisinstelling. Tot in de jaren zeventig verschijnt van zijn hand een lange reeks opnamen, zowel in opdracht als op freelance basis. De bouw van de nieuwe campus, het vroege studentenleven en mensen aan het werk zijn hoofdthema’s die goed aansluiten bij zijn oeuvre.

In de jaren zestig is Coppens ook een uiterst scherpe waarnemer van de ingrijpende maatschappelijke veranderingen in die periode. Dat blijkt onder meer uit de foto’s die hij op de Eindhovense campus maakt van de voor die tijd zo kenmerkende teach-ins en happenings.

De belangstelling voor het werk van Coppens blijft onverminderd groot. Bewijs hiervoor vormt de lange reeks exposities, boeken en andere publicaties honderd jaar na zijn geboorte. De TU/e vult deze reeks verder aan met deze kleine expositie, die de mooiste opnamen laat zien die Coppens op en rond de campus maakte, aangevuld met enkele opnamen uit het al genoemde ‘bidboek’.

De expositie biedt ongeveer tachtig foto’s. Volgens de coördinator Academisch Erfgoed en samensteller Erik Geelen is het de bedoeling om vaker tentoonstellingen te houden die betrekking hebben op de TU/e./.

De tentoonstelling met werk van Martien Coppens is van donderdag 29 januari tot en met zondag 22 maart te zien in de studiezaal van de centrale universiteitsbibliotheek in De Hal. Tijdens werkdagen open van 8.30 tot 22.30 uur en in het weekeinde van 12.00 tot 18.00 uur van 29 januari tot en met zondag 22 maart.