spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ik ben geen machtig man en zou dat ook niet willen zijn”

Foto: Bart van Overbeeke

29 januari 2009 - Door zijn jarenlange ervaring bij de vakbond en als adviseur van CNV Publieke Zaak, lijkt Martin van Gessel (1948) wel een wandelende encyclopedie voor regelingen en verordeningen. “Dat is wel eens handig”, zegt hij glimlachend. “Iedereen mag mij advies vragen; ik vind het belangrijker dát mensen lid zijn, dan van welke bond.”

Elektronica was altijd zijn hobby: radio’s en versterkers bouwen, eerst met buizen, later met transistors. Van Gessel: “Mijn vader was altijd erg voorzichtig, dus dat ging ongeveer zo: “Daardoor kan kortsluiting ontstaan.” “We hebben toch zekeringen?” “Maar die branden door!” “Daar zijn ze juist voor!” “Je krijgt wel eens een flinke schok; daar leer je van. Maar dat heb ik natuurlijk nooit tegen hem gezegd.”

Na de hts elektrotechniek ging Van Gessel naar de TU/e, haalde zijn propedeuse en werd onderzoekassistent. Hij was toen al getrouwd en kreeg drie kinderen. Helaas overleed het tweede kind, een zoon, een ingrijpende gebeurtenis met de nodige gevolgen. “Dat verandert je kijk op het leven. Ik kon het niet meer opbrengen om én te werken én te studeren én een leven thuis op te bouwen. Ik heb de studie laten liggen en uiteindelijk niet afgemaakt. Maar de kansen die ik kreeg, heb ik goed benut.”

Hij bleef onderzoekassistent en kreeg onderwijstaken. “Die deed ik met plezier, ik ben een echte onderwijsman: practica begeleiden, instructie geven bij colleges. Nu ben ik één dag per week coördinator voor practica in de bachelorfase. Ik vind dat nog steeds hartstikke leuk.”

Je bent ook ‘coördinator TV’s, getuige het bordje bij de deur? Van Gessel, lachend: “Ja, Technische Vaardigheden, de nieuwe naam voor de practica. Ik maak het programma op hoofdlijnen, coördineer de uitvoering en ben verantwoordelijk voor de bemensing en outillage van het lab; een redelijke klus voor één dag, naast het vakbondswerk. Dat lukt dus niet.”

Hoe kwam je bij de vakbond? “Mijn dochter ging naar school in het Karregat, toen een experimenteel, open gebouw waar moeders soms door de klas liepen op weg naar Albert Heijn. Het was ook niet hygiënisch. Dat wilde ik, net als veel andere ouders, veranderen door te participeren in het schoolbestuur. Na tien jaar praten en onderhandelen is dat gelukt. Zo leerde ik het belang van inspraak en medezeggenschap kennen. Eind jaren zeventig ben ik daarom actiever geworden bij de TU/e-afdeling van de ARKA, een bond in het Nederlands Katholiek Vakverbond. Dat ging later op in het FNV en het CNV. ARKA ging naar het CNV, wat goed bij mij past. Ik kijk altijd eerst naar wat ons bindt, zoek oplossingen en voer alleen in uiterste instantie actie. Bij de FNV was het toen meer andersom.”
Inmiddels is Van Gessel 25 jaar woordvoerder voor het OPTU/e, kaderlid, voorzitter van de CNV sectie Universiteiten en adviseur van CNV Publieke Zaak voor universiteiten. Hij zit bij VSNU aan tafel voor cao-overleg en onderhandelt met het College van Bestuur van de TU/e. “Maar ik ben nergens de baas van”, benadrukt hij. “Ik ben geen machtig man en zou dat ook niet willen zijn. Alleen al omdat alles in overleg met de achterban gaat.”

Je vertelde ooit dat iemand van een vorig CvB, voorafgaand aan de onderhandelingen, jou kwam vragen hoe een regeling precies in elkaar zat? “Oh, hij was de enige niet …. Tegenwoordig kijken ze vaak eerst naar mij of een bepaalde bewering klopt. Het leukste was dat Cees Pijnen, die begin jaren negentig namens het CvB met het OPTU/e overlegde, bij zijn afscheid zei: “Het was met jou altijd heel moeilijk onderhandelen. Maar ik had in jouw positie hetzelfde gedaan.””

Is onderhandelen met het CvB moeilijk? “Je moet altijd oppassen dat je niet in onbelangrijke details vervalt. Bovendien vertegenwoordig ik vier bonden, elk met hun eigen richting. En emotie speelt altijd een rol. Soms zeg je harde dingen tegen elkaar. Dat hoort ook, dan weet je van elkaar waar je staat. Dat is ook geen probleem, als je het maar niet aan de grote klok hangt. Je moet ook zorgen dat je daarna samen verder kunt, en dat is altijd gelukt.”

Van Gessel stopt over twee jaar, op zijn 63ste. Hij verhuist dan met zijn vrouw naar een kleiner huis met grotere tuin, liefst aan de rand van de Veluwe. “Ik werk mijn opvolger, Marjo van der Valk, nu al in. We doen dit werk nu samen en zij neemt steeds meer over. Dat gaat prima. Dat moet ook wel, want als ik eenmaal weg ben, laat ik me niet meer aan de OPTU/e-tafel zien.”/.

Interview/Martin van Gessel door Gerard Verhoogt
Foto/Bart van Overbeeke