spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Wethouder Mittendorff zet in op dynamiek van studentenstad
“Eindhoven is als een mooie vrouw in beweging”
12 maart 2009 - Eindhoven Studentenstad. Mooie slagzin. Nu nog een leuke stad met meer studenten op kamers. Verstokte sarcasten zullen met moeite een spottend lachje onderdrukken. Want zeg nou zelf, Eindhoven? Maar is het niet de hoogste tijd om de zelfspot te laten varen en de voordelen van de stad uit te buiten? Marriët Mittendorff vindt van wel. Als het aan de Eindhovense wethouder ligt, wordt het nieuwe elan al voelbaar tijdens de studentenintroductie in september.

Vraag lukraak iemand om drie studentensteden in Nederland te noemen en Eindhoven zal geen enkele keer in dat rijtje voorkomen. Utrecht, Leiden, Delft, Groningen, Amsterdam, zelfs Nijmegen en Wageningen hebben hun reputatie voor op de Lichtstad. Eindhoven is dan wel ‘Leading in Technology’, maar blijft ver achter als het gaat om studentikoze uitstraling. In de binnenstad bestaan amper studentenbolwerken en blijven kluwen fietsen uit zicht. Ja, bij het NS-station. Daar is het doordeweeks een komen, maar vooral ook weer een gáán van studenten. Op weg naar huis. Eindhoven de rug toekerend.

Wethouder Marriët Mittendorff (CDA) ziet dat graag anders. Want meer studenten in de stad komt de leefbaarheid ten goede. En de gemeenteraad is het daar sinds december vorig jaar mee eens toen het de nota ‘Eindhoven Studentenstad’ goedkeurde. Maar hoe en wanneer krijgt het papieren beleidsplan gestalte? De wethouder voor onder meer cultuur, onderwijs, sport en recreatie is voorzichtig, want de inkt is net droog. “Onze ambities zijn nog niet allemaal geregeld. We zijn nog volop bezig met de voorbereiding, maar hopen voor de zomer de plannen af te ronden. De doelstellingen zijn heel helder geformuleerd. We willen meer studenten die in Eindhoven wonen. We willen studenten zichtbaarder en actiever in de stad. En het imago als studentenstad moet krachtiger. Deze drie kernpunten zijn nauw met elkaar verweven. Als er eentje achterblijft, zal dat ongunstig zijn voor de andere aandachtspunten. Onze strategie is er dus op gericht om ze gezamenlijk aan te pakken. Voor de komende drie jaar hebben we daarvoor in totaal zes ton gereserveerd. Maar met dat geld kun je niet ineens een knop omdraaien. Het is een proces dat moet groeien. De studenten zullen zelf het initiatief moeten nemen. De gemeente zal op haar beurt de voorstellen zo goed mogelijk ondersteunen.”

Is die strategie al merkbaar?
“We werken eraan. Er komt binnenkort één plek bij de gemeente waar studenten terecht kunnen met vragen en ideeën. Nu worden ze nog te vaak van het kastje naar de muur gestuurd als ze iets willen organiseren. Een afdeling voor vergunningen, een afdeling voor financiën, een afdeling voor de uitvoering en ga zo maar door. We willen op de introductiedagen in september meteen van start.”

Hoe?
“Ik denk bijvoorbeeld aan een stadspas zoals alle Eindhovenaren die nu krijgen. Nieuwe studenten ontvangen van de gemeente Eindhoven een exemplaar waarmee ze gratis of met korting culturele activiteiten kunnen bezoeken. Een soort vrijkaartje voor musea, theaters, muziekvoorstellingen en sporten. Het is nog niet duidelijk hoe lang die actie gaat duren, maar vermoedelijk kunnen nieuwkomers tot de kerst van de korting profiteren. We willen ze op die manier stimuleren om de stad te verkennen. Om ze te laten ontdekken dat Eindhoven ontzettend veel leuk vermaak te bieden heeft. Dan bedoel ik niet alleen het Muziekcentrum, Van Abbe of Effenaar, maar vooral de onbekende plekken in de stad. Wie kent Afslag Eindhoven aan de Paradijslaan of United-C op de Kleine Berg bijvoorbeeld? Ze zijn niet zo bekend bij veel mensen, toch doen ze erg leuke dingen.”

En verder?
“We kijken naar de mogelijkheden om de introductie zelf te veranderen. Let wel, dat is een zaak van de instellingen zelf, maar we willen als gemeente daarover meedenken. Nu krijgen de nieuwkomers van het ROC, Design Academy, Fontys en de TU/e ieder hun eigen kennismaking met de opleiding en stad. Het zou een optie kunnen zijn om de intro’s van alle opleidingen samen te voegen tot één grote manifestatie van een week. Dat heeft volgens mij veel meer uitstraling dan een serie versnipperde gebeurtenissen, uitgesmeerd over een paar weken.” Lachend: “Misschien kunnen we, net als met carnaval, de sleutel van de stad voor een aantal dagen ceremonieel overdragen aan de studenten.”

Passen de verschillende studentengroepen op hetzelfde feest?
“Natuurlijk zijn er verschillen, maar er zijn vooral overeenkomsten. Het gaat om jonge mensen die op een leuke manier andere mensen en de stad willen leren kennen. Je ziet aan de buitenkant niet wat voor studie iemand volgt. Ik zou de huwelijken wel eens willen traceren waarbij de partners exact dezelfde interesse delen. Dat zijn er volgens mij niet veel. Ik geloof erg in inspiratie door anderen. Feesten met gelijkgestemden is alleen maar meer van hetzelfde.”

Op welke wijze moeten studenten zichtbaar worden in de stad?
“Het is belangrijk dat studenten naast hun studie andere activiteiten oppakken. En dan bedoel ik niet alleen bier hijsen. Het gaat erom dat studenten deel worden van de stad en er iets aan toe voegen. Ze hebben er de hersens voor en noblesse oblige. Het is goed als ze zich in het verenigingsleven en culturele leven manifesteren. We willen samen met kennisinstellingen en studenten de stad leuker en spannender maken. Elke week is er nu overleg met de TU/e. Er liggen al ongeveer twintig voorstellen van studentenverenigingen. Een mooi voorbeeld is het plan van studentenmuziekvereniging Quadrivium. Dat wil in 2010 een concert op de Dommel houden. Ze willen met kabels en vlonders een podium op het water bouwen. Zoiets willen we graag ondersteunen, maar dan bekijken we meteen of het materieel in de toekomst bruikbaar is voor andere activiteiten. Misschien volgen er wel spannende concerten op het dak van het Evoluon of De Witte Dame.”

Zitten de inwoners wel te wachten op gebral in de nacht?
“Ik denk dat het wel meevalt. Studenten zijn net mensen. We hoeven ze niet te verstoppen in De Bunker. Ik denk dat het goed zou zijn om zowel in De Bunker als in de binnenstad studentenactiviteiten te organiseren. Dat gaat best samen. Het zou ook prima zijn om de campus fysiek wat meer bij het centrum te trekken door voet- en fietspaden beter aan te sluiten op het terrein van de universiteit. De TU/e ligt nu toch vrij geïsoleerd.”

Hoe profileer je Eindhoven krachtiger als studentenstad?
“Design, sport, licht en technologie zijn onze sterke punten. Het zou goed zijn als er een aantal opleidingen bijkomen die deze thema’s verbinden. Ik hoop dat de Eindhovense instellingen zulke studies gaan ontwikkelen. Sport- en gezondheidswetenschappen hebben een warm en emotioneel karakter. De komst van de Fontys sportopleiding is daarom een enorme opsteker. Die tweeduizend sportstudenten zullen over een paar jaar zeker voor meer reuring in de stad gaan zorgen. Het is een wens van mij dat de TU/e zich in de toekomst neerzet als een instelling voor jongens én meisjes. We moeten af van dat misplaatste nerd-imago, maar wel prat gaan op een ‘slimme stad’ waar het prettig is om te studeren, te wonen en te werken. Een plek waar van alles gebeurt. Een stad met veel ruimte en groen die de moeite waard is om er na je studie te blijven wonen. Als gemeente lukt het ons slecht om dat beeld uit te dragen. Tegelijkertijd moeten we waken voor al te gladde marketing. Daar prikken de mensen zo doorheen. Ik vergelijk een stad wel eens met een vrouw. Utrecht en Den Bosch zijn als vrouwen die stilzitten en beeldschoon zijn. Het zijn van nature gezellige, maar wel oubollige steden. Eindhoven in stilstand is niet mooi en moet het meer hebben van dynamiek. Ik zie onze stad eerder als een vrouw die ontluikt als ze in beweging komt, levendig is en mooi wordt door haar zwierende jurk.”/.

Interview/Frits van Otterdijk
Foto/Bart van Overbeeke